Ontwerpen van Geokunststoffen onder een steenbekleding (bij kribben in rivier)
Samenvatting project
Opstellen van gekwantificeerde requirements voor geofabrics in de verschillende toepassingen. Inventariseer/ontwikkel ontwerpregels. Verzamel en bestudeer de testmethoden die in andere landen gebruikt worden. Literatuurstudie + eventueel evaluatiegesprekken met locale autoriteiten om de ervaring ermee te verzamelen + Welke validatie is er uitgevoerd. Evalueer de methoden en vergelijk die met de Nederlandse situatie. Definieer en implementeer testmethoden waarmee expliciet aangetoond wordt dat aan de requirements wordt voldaan.
Doel van het project
Het ontwikkelen van een ontwerprichtlijn voor Geokunststoffen onder een steenbekleding.
Motivatie
Tijdens de revisie van het CUR rapport 174 “Geokunststoffen in de waterbouw” bleek dat er geen afdoende ontwerpfilosofie en daarop gebaseerde ontwerpregels zijn die het schadevrij installeren van geokunststoffen in deze toepassing verzekeren. Met name het voorkomen van schade aan het geokunststof tijdens het bestorten vraagt nader onderzoek en een ontwerprichtlijn die dit vermijdt.Nu zijn de ontwerpmethoden hoofdzakelijk gericht op de functionele eisen die aan het geokunststof gesteld worden als onderdeel van de constructie. Als eerste stap om schade tijdens inbouw te vermijden is de CUR aanbeveling 115: 2011“Uitvoering van geokunststoffen in de waterbouw” gemaakt. Twee workshops met experts zijn door Rijkswaterstaat georganiseerd om het probleem nader te analyseren en mogelijke oplossingen te bespreken. Hieruit bleek dat het gebruik van dikke robuuste vliezen met een grote vervormingcapaciteit een mogelijke oplossing zouden kunnen bieden voor toepassing op minder compacte of samendrukbare ondergronden. Deze vervormingcapaciteit kan nodig zijn om schade te vermijden als een steen op het geokunststof valt en de ondergrond veel kan vervormen. Een minder rekbaar weefsel kan dan minder goed mee vervormen en zal dan meer kracht moeten leveren. Verder bleek dat het belangrijk is een onderscheid te maken tussen installatie in den natte en in den droge. Installatie op een droog talud kan veel beter gecontroleerd worden dan het afstorten van steen als eerste ballast op een zinkstuk. In Nederland hebben we veel ervaring met het toepassen van weefsels in o.m. zinkstukken. De tot nu toe gehanteerde regels in Nederland zijn gebaseerd op de ervaring met weefsels en maken het moeilijk om vliezen toe te passen. In Duitsland is een jarenlange ervaring met de toepassing van dikke robuuste vliezen. In de UK worden zelfs zware stenen direct op dikke vliezen zonder spreidlaag met succes toegepast. Het is dus belangrijk na te gaan wanneer specifieke materiaaleigenschappen van het ene materiaal te verkiezen zijn boven die van het andere m.n. als gevolg van de verschillende installatiemethoden. We willen de goede ervaring in het buitenland met robuuste vliezen in bepaalde toepassingen vertalen naar Nederlandse omstandigheden zodat we er ook hier de voordelen ervan kunnen benutten.
Uitgevoerde acties
Opstellen van gekwantificeerde requirements voor geofabrics in de verschillende toepassingen. Inventariseer/ontwikkel ontwerpregels. Verzamel en bestudeer de testmethoden die in andere landen gebruikt worden. Literatuurstudie + eventueel evaluatiegesprekken met locale autoriteiten om de ervaring ermee te verzamelen + Welke validatie is er uitgevoerd. Evalueer de methoden en vergelijk die met de Nederlandse situatie. Definieer en implementeer testmethoden waarmee expliciet aangetoond wordt dat aan de requirements wordt voldaan. Rapportage
Valorisatie
SBRCURnet houdt contact met de markt na het publiceren. Het komt regelmatig voor dat door kennisontwikkeling en ervaringen van de marktpartijen publicaties worden geactualiseerd.
De resultaten van de actualisatie worden beschikbaar gesteld door een publicatie in drukvorm die via de website van SBRCURnet (www.sbrcurnet.nl) is te bestellen. De publicatie is daarmee toegankelijk voor de gehele sector in binnen- en buitenland. Daarnaast zal over de resultaten worden gepubliceerd in de vakbladen, worden cursussen georganiseerd (o.a. door PAO) en presentaties gegeven tijdens symposia.
Intellectueel eigendom
Het intellectuele eigendom wordt overgedragen aan SBRCURnet, die vervolgens de resultaten vrij toegankelijk beschikbaar stelt door het publiceren in drukvorm.
Projectvoorwaarden
In de nieuwsbrief van SBRCURnet wordt melding gemaakt van dit project. Eventueel geïnteresseerde organisaties kunnen deelnemen aan het consortium. De financiële bijdrage en/of het inbrengen van kennis en ervaring (in kind bijdrage) wordt per deelnemer bekeken.