Faalkansmodel voor asset management van persleidingen
Samenvatting project
In Nederland ligt 13.000 km persleiding, waarvan een groot deel stamt uit de jaren ’70. De huidige faalkans ligt op 1 incident per 100 km/jaar en dat is laag in verhouding tot bijvoorbeeld drinkwater. De verwachting is echter dat door veroudering de faalkans fors zal oplopen, alleen is niet duidelijk wanneer en hoe snel. De tijd begint te dringen, omdat veel leidingen hun ontwerplevensduur naderen. Tot nu toe wordt het beheer en onderhoud op basis van expert opinion bedreven. Er wordt op een relatief ad-hoc basis informatie verzameld over de conditie van persleidingen op basis waarvan een leidingbeheerder beslist wat er moet gebeuren. De toenemende leeftijd en de beperkt beschikbare informatie over de conditie van deze leidingen (inspecties zijn risicovol en kostbaar) zorgt echter voor toenemende onzekerheid over de daadwerkelijke technische toestand van de leidingen. Deze onzekerheid maakt het nemen van
vervangingsbeslissingen erg moeilijk, en zorgt voor een oplopend aantal incidenten enerzijds en vroegtijdige vervangingen anderzijds. De huidige aanpak lijkt daarom in de toekomst niet meer afdoende.
Doel van het project
Het doel van het project is het leveren van de proof-of-principle voor hetvoorspellend maken van het asset management van persleidingen en hetoptimaal benutten van de kennis en informatie over de leidingen invervangingsbeslissingen.Een aanpak om dit voor elkaar te krijgen is het ontwikkelen van een assetmanagement tool op basis van een faalkansmodel. De tool geeft eenvoorspelling van de betrouwbaarheid en de restlevensduur van eenleidingsegment op basis van de maximaal aanwezige kennis en informatieover de sterkte van belasting op en slijtage van de leiding. Een tweedebelangrijk principe van deze tool is dat technische informatie over deleiding verkregen door de ene beheerder gedeeld en benut wordt doorde andere beheerders.
Motivatie
In Nederland ligt 13.000 km persleiding waarvan een groot deel stamtuit de jaren ’70. De huidige faalkans ligt op 1 incident per 100 km/jaar endat is laag in verhouding tot bijvoorbeeld drinkwater. De verwachting isechter dat door veroudering de faalkans fors zal oplopen alleen is nietduidelijk wanneer en hoe snel. De tijd begint te dringen omdat veelleidingen hun ontwerplevensduur naderen. Tot nu toe wordt het beheeren onderhoud op basis van expert opinion bedreven. Er wordt op eenrelatief ad-hoc basis informatie verzameld over de conditie vanpersleidingen op basis waarvan een leidingbeheerder beslist wat er moetgebeuren.De toenemende leeftijd en de beperkt beschikbare informatie over deconditie van deze leidingen (inspecties zijn risicovol en kostbaar) zorgtechter voor toenemende onzekerheid over de daadwerkelijke technischetoestand van de leidingen. Deze onzekerheid maakt het nemen vanvervangingsbeslissingen erg moeilijk en zorgt voor een oplopend aantalincidenten enerzijds en vroegtijdige vervangingen anderzijds. De huidigeaanpak lijkt daarom in de toekomst niet meer afdoende.
Uitgevoerde acties
De volgende activiteiten zijn voorzien:0. Betrokken beheerders leveren systeembeschrijvingsinformatieDit wordt aangevuld met bij de kennispartners beschikbaregegevens (2017).1. Er worden eisen opgesteld m.b.t. de randvoorwaarden aan dedeelmodellen van de verschillende faalmechanismen (2017):a. de deelmodellen moeten werken op basis van debeschikbare parameters en zijn eventueel uit te breidenmet gegevensb. de deelmodellen hebben de vorm van fragility curves of eenvoudigere verbanden tussen de relevanteparameters en (de kans op) falenc. de deelmodellen zijn op te stellen op basis vanbestaande kennis en mogelijke een beperkteanalyseslagd. andere eisen die samenhangen met verwerking in hetoverkoepelende beoordelingsmodel.2. Er wordt een werksessie gehouden waaraan alle kennispartnersdeelnemen. Faalmechanismen zoals die in de door P4UW voorRotterdam opgestelde foutenboom benoemd zijn wordenlangsgelopen en er wordt op basis van relevantie voor hetbeschouwde areaal (de gegevens uit activiteit 0) en demogelijkheid aan de eisen van stap 1 te voldoen bepaald welkefaalmechanismen als eerste worden aangepakt. Er wordt daarbijper faalmechanisme een budget en een planning vastgesteldwaarmee het detailniveau gestuurd wordt (2017).3. De kennispartners werken de faalmechanismen uit binnen degestelde randvoorwaarden Ondertussen wordt hetoverkoepelende model ontwikkeld inclusief het gebruik vancorrelaties tussen areaalgegevens van verschillende beheerders.(2018)4. Opnieuw vindt er een sessie plaats waarin de uitgewerkterelaties en het verbinden daarvan worden besproken en nieuwefaalmechanismen worden gekozen en uitgewerkt (zie activiteit2). (2018)5. Herhaling van stap 3 en stap 4 waarbij het zwaartepunt van dewerksessie verschuift naar het verbinden en afwegen van deverschillende deelmodellen. (2018)6. Afronding. (2018):a. overkoepelend model afmaken op basis van alledeelmodellen toepassen op de
Innovativiteit
De al bestaande initiatieven voor persleidingen bieden geen oplossingvoor het gebruik van voorspellingen voor asset management en voor hetoptimaal benutten van de kennis en informatie over de persleidingen invervangingsbeslissingen.Daarom is innovatie nodig in de vorm van de ontwikkeling van een assetmanagement tool op basis van een faalkansmodel. De tool geeft eenvoorspelling van de betrouwbaarheid en de restlevensduur van eenleidingsegment op basis van de reeds aanwezige kennis en informatieover de sterkte van belasting op en conditie van de leiding
Intellectueel eigendom
Alle partijen krijgen alle resultaten van het Project ter beschikking. De resultaten van de samenwerking kunnen breed verspreid worden. Partijen kunnen over deze resultaten vrijelijk publiceren. De resultaten zullen volledig openbaar beschikbaar zijn, met uitzondering van ter beschikking gestelde achtergrondkennis.
Informatievoorziening project
De informatie over dit project wordt kenbaar gemaakt via de website van de TKI Deltatechnologie (projectbeschrijving) en de projectwiki van Deltares (projectvoortgang en resultaten).
Projectvoorwaarden
Na de datum waarop deze Overeenkomst in werking is getreden, maar uiterlijk tot een jaar voor de beoogde datum waarop het Project zal zijn voltooid, kunnen ondernemers en/of onderzoeksinstellingen, die op het terrein van het relevante subsidieprogramma van het TKI werkzaam zijn alsnog als Partij toetreden. Een later toetredende Partij zal een nader overeen te komen bijdrage in kind en/of in cash moeten leveren die in redelijke verhouding staat tot zijn relatief aandeel in het Project na toetreding. De overige Partijen ontvangen vervolgens naar rato een terugbetaling en/ of gedeeltelijke vrijstellingen van hun nog te leveren bijdrage in kind, voor zover niet besloten wordt de bijdrage van de later toetredende Partij aan het projectbudget toe te voegen.