Faalkansmodel voor asset management van persleidingen – Fase 2
Samenvatting project
In 2016 hebben TNO en Deltares en Rotterdam het initiatief genomen voor de ontwikkeling van een faalkansmodel voor asset management van persleidingen. Vanwege het innovatieve karakter is dit traject opgedeeld in drie fasen:
Fase 1. Proof of principle: ontwikkelen 1e versie faalkansmodel en aantonen dat dit leidt tot een werkbaar principe. Deze fase is succesvol afgerond in 2019.
Fase 2. Proof of concept: Doorontwikkeling in 2e versie faalkansmodel, waarbij het model in conceptueel opzicht compleet wordt gemaakt door een combinatie van verbreden (toevoegen ontbrekende faalmechanismen) en verdiepen (meenemen informatie uit inspecties). In deze fase is het traject op dit moment. In deze fase wordt ook gewerkt aan het beter beschikbaar krijgen van inspectiegegevens en de ontsluiting van deze gegevens in een database.
Na afloop van fase 2 is het faalkansmodel gereed om te worden geïmplementeerd in fase 3 Proof of Producibility, de koppeling van het faalkansmodel aan bestaande asset management systemen en een concept voor de user interface (demonstratie userinterface).
Het faalkansmodel maakt het mogelijk om risicogestuurd asset management van persleidingen te bedrijven, gebruikmakend van gevalideerde fysische en statistische modellen. Daarmee wordt besluitvorming over vervanging en renovatie van persleidingen ondersteund.
Doel van het project
De doelstelling van de Proof of Concept fase is om door middel van een werkend model te demonstreren dat de faalkansbenadering geschikt is voor het bepalen van de restlevensduur van persleidingen voor het areaal van een beheerder. Hiertoe wordt in fase 2 het faalkansmodel zodanig verder uitgewerkt dat het na afloop van fase 2 gereed is om te worden geïmplementeerd in fase 3 Proof of Producibility. Met andere woorden: het model moet inhoudelijk gezien geheel gereed komen in fase 2 terwijl de inbedding en software en de ontwikkeling van software interfaces plaats zal vinden in fase 3. Dit houdt in dat het rekenmodel aan het eind van fase 2 nog niet ontsloten is voor gebruik door assetmanagers en alleen nog door het projectteam kan worden toegepast.Het belangrijkste resultaat van het fase 2 van het project is een rekenmodel met als input:Beschikbare gegevens zoals leidingkenmerken conditie en belasting van meerdere gebruikers/beheerdersen output:faalkansen/jaar per segment per mechanisme samen geplot op overzichtskaart en opgerold/samengevoegd tot een concrete faalkans per segment.Daarnaast wordt een rapport opgeleverd met de onderbouwing van de modelkeuzes en de grootste bronnen van onzekerheid in de uitkomsten.
Motivatie
Het MMIP F3 Nederland Digitaal Waterland heeft als doelstelling: “Realiseren van breed gedragen open standaarden gestandaardiseerde en gevalideerde modellen tools data informatie die door alle deelnemers uit bedrijfsleven overheden en kennisinstellingen zelf kunnen worden toegepast voor een duurzamer efficiënter en betrouwbaarder gebruik beheer en onderhoud van het fysieke systeem (water en bodem afval- en drinkwatersystemen / behandeling).”De ontwikkeling van een faalkansmodel voor risicogebaseerd asset management van afvalwaterpersleidingen door kennisinstellingen samen met beheerders meetpartijen en consultants beantwoordt aan de vetgedrukte elementen in deze doelstelling.In 2016 hebben TNO en Rotterdam het initiatief genomen om een Plan van Aanpak (PvA) op te stellen voor de ontwikkeling van een faalkansmodel voor asset management van persleidingen. In dat PvA is een traject geschetst dat bestaat uit drie fasen:Fase 1. Proof of principle: ontwikkelen 1e versie faalkansmodel en aantonen dat dit leidt tot een werkbaar principeFase 2. Proof of concept: Doorontwikkeling in 2e versie faalkansmodel waarbij het model in conceptueel opzicht compleet wordt gemaakt door een combinatie van verbreden (toevoegen ontbrekende faalmechanismen) en verdiepen (meenemen informatie uit inspecties)Fase 3. Proof of producibility: Koppeling van faalkansmodel aan bestaande asset management systemen en concept voor userinterface (demonstratie userinterface)Fase 1 is gefinancierd en ondersteund door een consortium bestaande uit Rotterdam Waternet RIONED en STOWA waarbij aanvullende financiering is verkregen uit de TKI Deltatechnologie. De resultaten van fase 1 zijn opgenomen in TNO rapport TNO 2019 R10463 faalkansmodel persleidingen – Proof of Principle. De consortiumpartners hebben op basis van de resultaten van fase 1 aangegeven op door te willen gaan met fase 2 de ontwikkeling van de Proof of Concept.
Uitgevoerde acties
Systeem-beschrijvingsinformatie verzamelen - Industrieel onderzoek - De beheerders (Rotterdam Waternet Aa en Maas) leveren informatie en laten inspecties en metingen uitvoeren door derden waarvan gegevens worden ingebracht. Schmidt ontwikkelt een techniek die in Rotterdam wordt toegepast om gegevens van persleidingen te verzamelen. P4UW en Deltares spelen een coördinerende rol en analyseren de data. TNO en Deltares zetten beheerdata om naar een geschikt format voor gebruik in fysische modellering.Aanvullende faalmecha-nismen uitwerken - Industrieel onderzoek - Deltares TNO en P4UW voegen faalmechanismen (falen buisverbindingen falen door inwendige over- en onderdruk en falen appendages) toe aan het model uit fase 1. TNO voegt PVC toe als buismateriaal aan het model uit fase 1.Valideren fysisch gebaseerd faalkans-model - Industrieel onderzoek - Deltares verbetert de deelmodellen (zetting aantasting) door 10 persleidingen door te rekenen en te valideren met inspectiegegevens. TNO verwerkt dit in de onderliggende modellen van het faalkansmodel.Opstellen statistisch faalkans-model gebaseerd op incidenten-database - Industrieel onderzoek - P4UW maakt een opzet voor een statistisch faalkansmodel op basis van de data.Update overkoe-pelend faalkans-model - Industrieel onderzoek - Het faalkansmodel uit fase 1 wordt verbreed met aanvullende faalmechanismen de onderliggende verbeterde deelmodellen worden gekoppeld en de statistische module wordt toegevoegd in de berekening van de gecombineerde faalkans.
Innovativiteit
In Nederland ligt 13.000 km persleiding waarvan een groot deel stamt uit de jaren ’70 toen in het kader van de WVO op grote schaal zuiveringstechnische werken zijn aangelegd. De huidige faalkans ligt op ca. 1 incident per 100 km/jaar en dat is laag in verhouding tot bijvoorbeeld drinkwater waar dit ligt op 6 incidenten per 100 km/jaar. De eerste resultaten van het lopende RIONED project ‘incidentendatabase persleidingen’ zoals gepresenteerd op het persleidingensymposium in Gorinchem op 20 maart 2019 laten echter zien dat het aantal incidenten toeneemt.. In combinatie met het gegeven dat veel leidingen hun ontwerplevensduur (van 50 jaar) naderen of reeds zijn gepasseerd wordt branche breed de urgentie gevoeld meer grip te krijgen op de conditie- en restlevensduurbepaling ten behoeve van besluitvorming ten aanzien van onderhoud en vervanging van persleidingen.Uitgangspunt voor restlevensduurbepaling is de actuele conditie van de persleiding. De conditie van een (pers)leiding kan worden vastgesteld op basis van inspectie. In tegenstelling tot bij vrij verval riolering waar visuele inspecties de basis vormen voor de besluitvorming over maatregelen als repareren of vervangen geldt dat voor persleidingen nog geen breed toepasbare inspectietechniek beschikbaar is. Daarbij komt nog dat de meeste persleidingen slecht toegankelijk zijn en geen voorzieningen hebben om inspectieapparatuur toegang te verlenen. Dit maakt dat de beschikbare informatie over de actuele conditie van persleidingen nog vrij schaars is. Op dit aspect is de sector volop in beweging en worden steeds vaker inspecties uitgevoerd aan persleidingen die maken dat de inspectiegegevens met informatie over de huidige status van persleidingen beschikbaar komen.Daar voor het bepalen van de restlevensduur de huidige conditie een belangrijke variabele is en deze voor de meeste persleidingen niet goed bekend is wordt voor persleidingen tot op heden veelal de beheerstrategie ‘fail and fix’ gehant
Intellectueel eigendom
Alle partijen krijgen alle resultaten van het Project ter beschikking. De resultaten van de samenwerking kunnen breed verspreid worden. Partijen kunnen over deze resultaten vrijelijk publiceren. De resultaten zullen volledig openbaar beschikbaar zijn, met uitzondering van ter beschikking gestelde achtergrondkennis.
Informatievoorziening project
De informatie over dit project wordt kenbaar gemaakt via de website van de TKI Deltatechnologie (projectbeschrijving) en de projectwiki van Deltares (projectvoortgang en resultaten).
Projectvoorwaarden
Na de datum waarop deze Overeenkomst in werking is getreden, maar uiterlijk tot een jaar voor de beoogde datum waarop het Project zal zijn voltooid, kunnen ondernemers en/of onderzoeksinstellingen, die op het terrein van het relevante subsidieprogramma van het TKI werkzaam zijn alsnog als Partij toetreden. Een later toetredende Partij zal een nader overeen te komen bijdrage in kind en/of in cash moeten leveren die in redelijke verhouding staat tot zijn relatief aandeel in het Project na toetreding. De overige Partijen ontvangen vervolgens naar rato een terugbetaling en/ of gedeeltelijke vrijstellingen van hun nog te leveren bijdrage in kind, voor zover niet besloten wordt de bijdrage van de later toetredende Partij aan het projectbudget toe te voegen.