DEL176 – Duurzaam Nat Grondverzet voor klimaat en natuur (DUNAG)
Samenvatting project
Grootschalig nat grondverzet komt kijken bij natuurherstelprojecten maar ook bij allerlei beheer- en aanlegwerkzaamheden om de Nederlandse delta te beschermen en leefbaar te maken en houden. Om op een duurzame en klimaatbewuste manier te kunnen werken is het belangrijk om zicht te krijgen op de klimaatvoetafdruk van nat grondverzet. Uit de uitgebreide verkenningsfase van de Proeftuin Duurzaam en Effectief Grondverzet - gestart in 2019 - is gebleken dat het belangrijkste deel van de uitstoot van broeikasgassen bij nat grondverzet mogelijk niet wordt veroorzaakt door het brandstofverbruik van baggermaterieel, maar door emissies vanuit gebaggerd materiaal. Deze emissieroute is echter nog grotendeels onbekend; zowel de omvang als de relevantie op nationale schaal zijn nog niet gekwantificeerd. Deze route is dan ook niet opgenomen in het Transitiepad Kustlijnzorg en Vaargeulonderhoud als onderdeel van de Strategie KCI ‘Naar klimaatneutrale en circulaire rijksinfrastructuurprojecten’ van het Ministerie van I&W met partners RWS en ProRail. Project DuNaG (Duurzaam nat grondverzet voor klimaat en natuur) begint met het vullen van deze kennisleemte over de werkelijke broeikasgasfluxen rond nat grondverzet, om te voorkomen dat slechts één emissieroute (uit materieel) wordt gereduceerd en de ander (uit bodemmateriaal) nog kan doorgaan.
Project DuNaG gaat de broeikasgasfluxen en omstandigheden waaronder deze plaatsvinden meten, in de context plaatsen van ruimte en tijd, en vergelijken met de onverstoorde situatie . Op deze wijze krijgen we systeeminzicht in de koolstofcyclus rond nat grondverzet. Vervolgens vertalen we de resultaten samen met de stakeholders naar een handelingsperspectief voor reductie van deze broeikasgasemissies.
Er worden twee à drie meetlocaties bezocht zodat we een beeld krijgen van verschillende omstandigheden en systeemeigenschappen die invloed hebben op de broeikasgasemissies uit baggermateriaal. Het de monitoringsmethode en strategie worden tussentijds geëvalueerd en aangepast, op grond van de bevindingen en input van stakeholders en experts. Door deze adaptieve aanpak kan DuNaG inspelen op tussentijdse onderzoeksresultaten; meebewegen met de planning van bestaande projecten, omdat vooraf nog niet bekend is waar en wanneer de grootste broeikasgasemissies plaatsvinden; en de praktijktoepassing van de methodes en resultaten waarborgen.
De resultaten van DuNaG (waaronder de dataset, het conceptueel model en het kennisdocument) worden actief gedeeld met de stakeholders o.a. via het kennisplatform EcoShape. Daarnaast worden de resultaten ook breed gedeeld door onder meer wetenschappelijke publicaties en een eindsymposium. De uitkomsten van DuNaG zijn niet alleen relevant voor Nederland, maar ook internationaal met het oog op de grote klimaatuitdagingen en het belang van reductie van broeikasgasemissie.
Doel van het project
Het doel van DuNaG is in eerste instantie kwantitatief inzicht verschaffen in broeikasgasemissie bij nat grondverzet. Vervolgens kunnen we deze informatie en inzichten gebruiken om handelingsperspectief te ontwikkelen voor reductie van de broeikasgasemissies. DuNaG levert daarom de volgende eindresultaten:
• Een dataset met de uitkomsten van de metingen
• Het conceptueel model, waarin de informatie over de tot nu toe onbekende broeikasgasemissies geplaatst wordt in de context van andere emissiebronnen
• Het kennisdocument, waarin de onderzoeksvragen beantwoord met de nieuwe kennis die binnen DuNaG is ontwikkeld, en met een Handreiking voor monitoring
• Een Handreiking voor handelingsperspectief, met daarin mogelijkheden voor uitvoering en beleid om emissiereducerende maatregelen te nemen en aanbevelingen voor eventuele vervolgstappen.
• Twee wetenschappelijke publicaties naar aanleiding van de onderzoeksresultaten
De vorm en manier van verspreiding van het kennisdocument zal het consortium gedurende de looptijd van DuNaG bepalen. De resultaten zullen ook verwerkt worden in de guidelines van EcoShape.
In aanvulling op de eindresultaten worden er ook tussentijdse producten opgeleverd, waaronder:
• Het monitoringsplan: de eerste versie 1.0 en de upgrade 2.0 na evaluatie van de eerste onderzoeksresultaten
• Evaluatierapportages na elke projectcyclus en aan het eind van het project, volgens de adaptieve aanpak van DuNaG
• Verslagen (beeldend of op schrift) van bijeenkomsten zoals de adviesgroep, belangrijke werksessies voor het conceptueel model, en stakeholderbijeenkomsten
Motivatie
Dit onderwerp past het beste bij de MMIP B2 E11B: Landbouwbodems, reductie lachgasemissie, verhoging koolstofvastlegging. Het gaat echter niet om landbodems, maar om de eerste fase daarin: het grondverzet dat leidt tot verandering in land/waterbodems. We kijken daarbij naar koolstofvastlegging, CO2 uitstoot en leggen het gestructureerd vast.
Het onderwerp heeft ook een sterkte link met MMIP F3, dat zich richt op digitalisering. Met het voorstel wordt een structuur gemaakt die voor alle eddy covariance meetmasten van belang is. Dat gaat zowel om gepland vervolg werk op het gebied van de emissie van broeikasgassen als het samenbrengen van metingen in heel Nederland op dit gebied.
Uitgevoerde acties
De voorbereidende fase heeft plaatsgevonden in het jaar 2021. De uitvoerende fase van DuNaG gaat van start met het opstellen van de samenwerkingsovereenkomst (SOK) voor het consortium, een projectplan over de inrichting van het project, communicatieplan om in de kennisdisseminatie te voorzien, en met de aankoop van de benodigde meetmast. Daarna verloopt het project in cycli volgens de adaptieve aanpak van DuNaG, waarin verschillende onderdelen van het project met elkaar samenhangen en aangepast kunnen worden naar gelang de tussentijdse resultaten. Elke cyclus bevat de drie pijlers meten en evaluatie, systeeminzicht en handelingsperspectief, en eindigt met een evaluatie rapportage van de resultaten en monitoringsmethode. Deze evaluatie geeft input voor de volgende cyclus. In de bijeenkomsten over het conceptuele model en met stakeholders worden de meetresultaten en –methode besproken, en dit levert input voor het opstellen van (een update van) het adaptieve monitoringsplan. De eerste meetgegevens zijn al bij de start van DuNaG beschikbaar voor de locatie E1 in Marker Wadden en geven daarmee input voor de eerste bijeenkomsten. Van deze bijeenkomsten zal een visueel verslag beschikbaar komen om actief voortgang te melden, bijvoorbeeld een powerpointverslag, fotoverslag, kort filmpje of infographic. De laatste cyclus sluit af met een eindsymposium en een evaluatie van het project als geheel.
Een belangrijk beslismoment vindt plaats na projectjaar 1 (eind 2022 / begin 2023), als de broeikasgasmetingen een jaar lang hebben plaatsgevonden is. Op dat moment is er een jaarrond beeld van broeikasgasemissies en zal bekend zijn of deze emissies significant zijn. D dan kan het project voortgezet worden volgens de planning, eventueel met aanpassingen in het monitoringsplan indien nodig. Mochten de emissies niet significant zijn dan vindt er een heroverweging van het projectplan plaats.
Overige beslismomenten zijn vervat in de monitoringsplannen, hier wordt duidelijk op welke locatie en hoelang er gemeten gaat worden. In eerste instantie is aangenomen dat er op twee verschillende locaties gemeten wordt, met op de eerste locatie een meetperiode van zes kwartalen, en op de tweede locatie vier kwartalen. Omdat de exacte aanpak en de lengte van de meetperiodes afhankelijk zijn van de eerste evaluatie kan dit nog variëren.
Valorisatie
Kennisdisseminatie is nadrukkelijk een onderdeel van DuNaG, en deze is gericht op het vergroten van de kans dat het geleerde ook echt in de praktijk gebruikt gaat worden (kennisvalorisatie). In DuNaG spelen de stakeholderbijeenkomsten en de relaties met EcoShape en de Proeftuin Duurzaam en Kosteneffectief Grondverzet een belangrijke rol in. Meer details over kennisdisseminatie en communicatie zijn te vinden in het communicatieplan. De sprong in kennis en innovatiekansen zijn waardevolle en fundamentele aspecten in DuNaG:
DuNaG maakt een grote kennissprong voorwaarts met het in beeld brengen van de koolstofcycluskoolstofcyclus rond nat grondverzet. Er bestaan nu nog veel kennisleemtes wat betreft de broeikasgasbalans uit oppervlaktewater en hoe verstoring door de mens hier invloed op heeft. Op dit moment is er beperkt kwantitatief inzicht in het aandeel van de broeikasgasfluxen uit bodemmateriaal, zowel in ongestoorde staat als bij een ingreep zoals grondverzet. Dit is een groot contrast met de emissies uit materieel, die op een veel groter detailniveau bekend zijn en worden gerapporteerd. Wij focussen daarbij op de de stap waar nog de meeste vragen over bestaan: de eerste 1-2 jaar na uitvoering van nat grondverzet.
Innovatie van bestaande werkwijzen wordt mogelijk gemaakt door DuNaG. Op basis van het kwantitatieve systeeminzicht in de koolstofcyclus bij nat grondverzet levert DuNaG handvatten en aanbevelingen voor het aanpassen van bestaande uitvoeringsmethoden om te komen tot duurzaam nat grondverzet en emissieloos grootschalig natuurherstel. Daarbij zal DuNaG RWS kunnen adviseren hoe de doelstelling van 100% klimaatneutraal nat grondverzet in 2030 te verwezenlijken, zeker nu blijkt dat een deel van de broeikasgasemissie nog onder de radar is gebleven en niet vermeld is in het transitiepad Kustlijnzorg en Vaargeulonderhoud’ van de Strategie KCI- ‘Naar klimaatneutrale en circulaire rijksinfrastructuurprojecten’. Omdat reductie van broeikasgassen ook internationaal een ambitie is (o.a. Akkoord van Parijs, missie 1), geeft de kennis ontwikkeld in DuNaG kansen om op het internationale kennispodium een rol te spelen. Aanpassing aan bestaande uitvoeringsmethoden gaat mogelijk gepaard met veranderingen in verdienmodellen voor nat grondverzet. Daarom zal DuNaG op basis van de bevindingen van het onderzoek en in overleg met stakeholders mogelijke verdienmodellen verkennen. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan de inzet van carbon credits, of emissie-compensatie door natuuraanleg. De verkenning zal in dit project alleen indicatief zijn.
Intellectueel eigendom
Voor IP wordt de standaardregeling gevolgd. Doel van het project is om de data en het systeem volgens FAIR standaarden in te zetten. Dat betekent dat iedereen toegang heeft tot de data en deze mag gebruiken voor heranalyse.
Informatievoorziening project
De resultaten van DuNaG (waaronder de dataset, het conceptueel model en het kennisdocument) worden actief gedeeld met de stakeholders o.a. via het kennisplatform EcoShape. Daarnaast worden de resultaten ook breed gedeeld door onder meer wetenschappelijke publicaties en een eindsymposium. De uitkomsten van DuNaG zijn niet alleen relevant voor Nederland, maar ook internationaal met het oog op de grote klimaatuitdagingen en het belang van reductie van broeikasgasemissie.
Projectvoorwaarden
Het consortium zal de bestaande samenwerkingsovereenkomst wijzigen; die al aan de eisen van de regeling tegemoet komt. Het heeft reeds een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor het Waddenfondsproject en daarin is reeds rekening gehouden met de koppeling met TKI (inclusief staatssteunregels etc).