BlueCan Helder water voor het klimaat
Samenvatting project
Met het project BlueCan worden ‘vergeten’ broeikasemissies, de emissie uit zoetwater systemen, gemeten. Deze emissies kunnen aanzienlijk zijn: een plas van 100 hectare heeft uitgaande van de IPCC default waarden een uitstoot van 457 ton CO2-equivalenten per jaar. Om deze uitstoot te compenseren zijn 5700 zonnepanelen nodig! Met de update van de IPCC guidelines (2019 Refinement to the 2006 IPCC Guidelines) zijn de emissies van watersystemen in de administratie opgenomen. Dat betekent dat de broeikasgasuitstoot van deze systemen moet worden geïnventariseerd. In het project BlueCan wordt de huidige kennis over de processen van broeikasgasproductie en -uitstoot samengevoegd. Hierbij is tijdens een pilot in 2019 vooral een sterke relatie tussen waterkwaliteit en emissies vastgesteld. Door het in beeld brengen van dit verband ontstaan er veel kansen op win-win situaties, waarbij naast de waterkwaliteitsdoelen ook aan de klimaatambities kan worden gewerkt. De huidige kennis is reeds in een Deltafact opgenomen (https://www.stowa.nl/deltafacts/waterkwaliteit/diversen/broeikasgasemissiesuit-zoetwater).
Door expertkennis op verschillende vakgebieden en vaardigheden in modelontwikkeling, wordt een unieke tool ontwikkeld om een eerste inschatting van de broeikasgasemissie te maken. Daarbij worden de effecten van de waterkwaliteit op de emissies duidelijk gemaakt en kan de effectiviteit van maatregelen ten behoeve van aterkwaliteitsverbetering bepaald worden.
Doel van het project
In 2019 is door Deltares en Witteveen+Bos een pilotproject uitgevoerd waarbij in samenwerking met drie waterschappen de broeikasgasuitstoot van vier meren onderzocht is. Daarnaast is een eerste poging gedaan om een model te ontwikkelen waarmee waterbeheerders snel een eerste inschatting voor de uitstoot van watersystemen in hun beheergebied kunnen maken. Dit is echter nog een prototype-tool.Op basis van de huidige wetenschappelijke kennis én inzichten van het pilotproject kunnen we nu een bredere spoor van toegepast onderzoek uitvoeren. Hierbij dienen watersystemen met verschillende condities geanalyseerd te worden. Het doel is om gezamenlijk met waterbeheerders provincies en/of natuurorganisaties een aantal case studies op te stellen. Hierbij zal de broeikasgasuitstoot van verschillende systemen aan de hand van metingen en modelleringen worden geanalyseerd. Door de resultaten van de cases met elkaar te vergelijken wordt snel verdere kennis ontwikkeld en kunnen kansrijke maatregelen worden geformuleerd. Hiervoor is het nodig om veldmetingen in een aantal verschillende watersystemen (met verschillende trofiegraden) over meerdere jaren te meten. Zo kan een betere inzicht in de daadwerkelijke uitstoot verkregen worden die in ruimte en tijd sterk kan verschillen. Met de verkregen informatie kan het prototype-model verder verbeterd en gevalideerd worden. Deze tool kan vervolgens in de markt toegepast worden om hotspots te identificeren. Zo worden doelgericht nadere analyses uitgevoerd in wateren die sterke broeikasgasemissie veroorzaken. Voorlopig ligt de focus zoals bij het pilotproject op meren en plassen. Vervolgens kunnen mogelijk ook sloten worden onderzocht die per eenheid relatief veel broeikasgassen uitstoten. Zoals boven aangegeven draagt het onderzoek in eerste instantie bij aan MMIP B2 E11B. Doel daarin is de emissies van broeikasgassen te reduceren. Indien de binnenwateren niet meegenomen worden dan zal de beoogde reductie niet gehaald worden
Motivatie
Bedrijven en organisaties werken steeds meer aan het terugdringen van hun CO2-footprint onder aanleiding van de klimaatdoelen voor 2050. Emissies vanuit natuurlijke systemen worden vaak nog buiten beschouwing gelaten. Met het Innovatieprogramma Veenweide is er al veel onderzoek gedaan over de broeikasgasuitstoot van veenweide gebieden en hoe verschillende maatregelen deze emissies kunnen beperken. Naast veengebieden krijgen ook watersystemen in de wetenschap steeds meer aandacht met betrekking tot broeikasgasemissies. Vooral zoetwatersystemen hebben het potentieel om hoge hoeveelheden van broeikasgassen uit te stoten. Extrapolatiestudies geven aan dat 3-16 % van de nationale methaan emissies enkel en alleen uit sloten afkomstig is (Kosten et al. 2018). De variatie in de emissies is echter groot. Recent onderzoek toont een verband tussen de aanvoer van nutriënten en omvang van de emissies. De systeemtoestand spreek waterkwaliteit blijkt een van de meest sturende factoren voor de broeikasgasproductie te zijn. Enerzijds is dit zorgwekkend omdat veel wateren in Nederland voedselrijk zijn. Anderzijds biedt dit meteen oplossingsmogelijkheden waarmee waterbeheerders reeds bezig zijn.Via een onderzoekstraject (TTW-voorstel) zullen de daadwerkelijke emissies uit Nederlandse wateren verder onderzocht worden. Vanwege de urgentie van dit probleem is naast het wetenschappelijk onderzoek ook een praktijkspoor van belang. Zo kunnen er in samenwerking met verschillende partijen snel eerste inzichten en handelingsperspectieven gevormd worden.
Uitgevoerde acties
Veldmetingen - Industrieel onderzoek:- Deltares: veldmetingen- Witteveen en Bos: veldmetingen veldwerk management- Radboud Universiteit: veldmetingen- Waterschappen en Waternet: ondersteuning veldwerk (bootjes consumables etc).Data en monster analyses - Industrieel onderzoek- Deltares: monsteranalyses in het lab- Witteveen+Bos: data analyses- Radboud Universiteit: monster en data analyses - Waterschappen en Waternet: controle monster analyses leveren extra data aan uit eigen monitoringModelontwikkeling - Industrieel onderzoek- Deltares met Witteveen en Bos: verbetering model met nieuwe data- Waterschappen en Waternet: review modellenPublicatie - Industrieel onderzoek- Allen: schrijven publicatie voor H2O
Innovativiteit
Het project BlueCan brengt ‘vergeten’ broeikasgassen in beeld namelijk die uit onze watersystemen. Deze emissies kunnen aanzienlijk zijn: een plas van 100 hectare heeft uitgaande van de IPCC default waarden een uitstoot van 457 ton CO2-equivalenten per jaar. In de pilotfase is reeds een verband tussen de waterkwaliteit en de omvang van de emissie in beeld gebracht. Deze relatie is ook in het prototype-model opgenomen wat nog nooit eerder modelmatig gedaan is. In dit project willen we nadere kennis verkrijgen over de causale verbanden. Deze kennis is nodig om het model verder aan te scherpen. Door het valideren met veldmetingen kunnen we de betrouwbaarheid van het model toetsen om een goed-werkende tool in de markt toe te passen. Met deze kennis en modelberekeningen kunnen maatregelen gevormd worden die specifiek gericht zijn op het terugdringen van de broeikasgasuitstoot - waar tot op heden geen rekening mee gehouden wordt. Kennis rondom de omvang van aquatische broeikasgasuitstoot en potentiële besparingen bieden de kans om de totale CO2-footprint significant te verminderen naast het nemen van maatregelen in de bedrijfsvoering.
Intellectueel eigendom
Alle partijen krijgen alle resultaten van het Project ter beschikking. De resultaten van de samenwerking kunnen breed verspreid worden. Partijen kunnen over deze resultaten vrijelijk publiceren. De resultaten zullen volledig openbaar beschikbaar zijn, met uitzondering van ter beschikking gestelde achtergrondkennis.
Informatievoorziening project
De informatie over dit project wordt kenbaar gemaakt via de website van de TKI Deltatechnologie (projectbeschrijving) en de projectwiki van Deltares (projectvoortgang en resultaten).
Projectvoorwaarden
Na de datum waarop deze Overeenkomst in werking is getreden, maar uiterlijk tot een jaar voor de beoogde datum waarop het Project zal zijn voltooid, kunnen ondernemers en/of onderzoeksinstellingen, die op het terrein van het relevante subsidieprogramma van het TKI werkzaam zijn alsnog als Partij toetreden. Een later toetredende Partij zal een nader overeen te komen bijdrage in kind en/of in cash moeten leveren die in redelijke verhouding staat tot zijn relatief aandeel in het Project na toetreding. De overige Partijen ontvangen vervolgens naar rato een terugbetaling en/ of gedeeltelijke vrijstellingen van hun nog te leveren bijdrage in kind, voor zover niet besloten wordt de bijdrage van de later toetredende Partij aan het projectbudget toe te voegen.