Omschrijving

De algemene opinie over GFO is: “Jullie maken iets leuks en interessants, maar wie gaat dit specifiek gebruiken en hoe?”. Op het moment van een grote overstroming (bijvoorbeeld in Pakistan, in 2010) of in Bangkok in 2011, is er grote belangstelling voor de informatie, maar indien er geen water gerelateerde calamiteiten zijn, dan zakt de belangstelling weer in. Er is dus veel belangstelling op onregelmatige, ad hoc basis, maar dan is er ook aanbod van informatie van veel verschillende kanten, in reactie op een ‘event’ vaak met hoog resolutie informatie. GFO heeft een ander filosofie, namelijk continue en systematische beelden verwerken en beschikbaar stellen. En complementair aan hoogwaardige informatie die door NASA en het Dartmouth Flood Observatory (DFO) wordt geleverd. Een meerwaarde wordt gezien in het combineren van de 2 verschillende systemen: GFO en DFO.

Het urgentiegevoel is er dus slechts af en toe en kan nu niet actief gecreëerd worden omdat er vanwege het uitvallen van de ESA satelliet niets te demonstreren is. De meerwaarde van de GFO-aanpak kan niet bevochten worden en dat is erg vervelend.

Interventie

Op andere manieren de meerwaarde van GFO laten zien:

  • Vergelijking met andere producten en diensten;
  • Validatiestudies (laten) uitvoeren;
  • Samenwerking zoeken met vergelijkbare dienstverleners voor het maken van betere producten / diensten in de toekomst.

Leereffect

GFO krijgt zo erkenning van andere partijen. Bijvoorbeeld van DFO. Hun waarnemingen zijn beter overdag bij wolkenloos weer omdat zij gebruik maken van optische satellieten. GFO maakt gebruik van radarbeelden (door satellieten gemaakt) die ook ’s nachts en bij bewolkt weer data opleveren die zich echter in kwalitatief opzicht minder bewezen hebben (actieve radar op basis van remote sensing techniek).

Omschrijving

Kennis over met name de optimale locaties in relatie tot systeemkenmerken was beperkt.  De belemmering was hoe om te gaan met deze onzekerheid.

Interventie

Door gebruik te maken van de oordelen van experts is meer, maar onzekere, systeemkennis ontwikkeld. Zo is geleidelijk aan meer zicht gekregen op goede locaties ten opzichte van golven en stromen. Vervolgens is gekozen voor locaties met verschillende fysische kenmerken wat betreft golven en stromen om zoveel mogelijk kennis uit de experimenten te kunnen verkrijgen over de potentie van oesterriffen.  Hiervoor is monitoring noodzakelijk.

Leereffect

Positief geformuleerd zijn er ondanks beperkte systeemkennis goede keuzes gemaakt op basis van de interventies, de schaduwzijde is dat, ondanks dit alles, een van de riffen toch niet optimaal ligt, de stroming loopt daar anders dan verwacht. Er is grondige lokale kennis nodig van het proefgebied, idealiter, en het verkrijgen van meer zekere kennis, dat is de les, kost minstens een jaar onderzoek. Om voldoende kennis te halen uit het experiment is vervolgens meerjarige, multidisciplinaire monitoring noodzakelijk.

Omschrijving

Voor experimenteren in de fysieke leefomgeving is essentieel dat de effecten kunnen worden vastgesteld. Het gaat bij de ecologische zandwinput om rekolonisatie en biodiversiteit.  Dat vraagt erom dat de locatie langere tijd onaangeroerd blijft. In de zandwinput van de Tweede Maasvlakte waarin het experiment is ingevlochten zoemt het echter van de activiteiten. Vanwege de economische crisis lagen er zeker 10 zandhoppers. Ook activiteiten rondom een snelle aanleg van de tweede Maasvlakte was aan de orde en zette het experiment en met name de monitoring onder druk. Een experiment dat verstoord wordt is zonder waarde, het vinden van de geschikte locaties was niet eenvoudig.

Interventie

Met het havenbedrijf en de aannemer is gezocht naar locaties die gedurende de noodzakelijke periode voor monitoring van de effecten met rust gelaten konden worden. Acceptatie door het bevoegd gezag is versneld door in een workshop te benoemen en te beargumenteren dat de optredende effecten, op basis van wat bekend is over effecten van natuurlijk voorkomende zandgolven, creatie van ecologisch meerwaarde tot gevolg zou hebben. Dat was voor het bevoegd gezag voldoende.

Leereffect
De les is uiteraard dat voldoende aandacht aan het vinden van ruimte voor onverstoorde moet worden besteed. Uiteindelijk zijn twee locaties met de aannemer gevonden waarvan het aannemelijk is dat deze met rust gelaten kunnen worden. Dat zijn locaties waar zand aanwezig is dat zeer geschikt is voor het morfologisch onderhoud aan maasvlakte 2. Van dat onderhoud wordt verwacht dat dit niet binnen een termijn van 5 jaar zal beginnen. Dat zand en daarmee het experiment blijft daardoor onaangeroerd voor een voldoend lange periode.

Omschrijving
Nadat in 2001 de vraagprijs door Rijkswaterstaat was uitgeschreven en drie consortia hun technieken verder mochten uitwerken, heeft het tot 2009 geduurd alvorens de technieken bij een daadwerkelijke dijkversterking gebruikt werden. Het ontbrak aan een persoon die ”zijn'” nek durfde uit te steken. Niet alleen een inhoudelijk projectleider dient zijn/ haar nek uit te steken, maar daar hoort ook een bestuurder bij.In “5 jaar WINN, inspireren, doorzetten en doen”  wordt aangegeven dat de neiging ontstaat om te snel, te diep op de techniek in te gaan zonder eerst na te gaan of voldaan kan worden aan het gewenste totaalbeeld: de innovatie kan weliswaar mogelijk een effectieve oplossing bieden voor een aspect van een dijkversterking maar hoeft op andere aspecten geen vooruitgang te betekenen. Echter het is de bedoeling dat de innovatie voor het totaalbeeld van de dijkversterking een stap voorwaarts betekent

Interventie
In gesprekken met diverse waterschappen is gesproken over de uitdagingen waar zij voor stonden bij de lopende dijkversterkingen. Eén van de aandachtspunten was dat er veel huizen vlak achter de dijk stonden. Ervaringen aan de andere kant van de rivier (waar de dijkversterking al in uitvoering was) deden het waterschap besluiten om te kijken naar alternatieven die minder overlast en hinder voor de omgeving zouden veroorzaken. De INSIDE technieken leken, mede vanwege de goedkeuring van ENW, toepassingsgereed. Tijdens de praktijkproeven bleek echter dat er nog een aantal  inhoudelijke aandachtspunten waren, die soms gemakkelijk te ondervangen waren, maar soms niet. Zo bleek er de nodige aandacht te zijn voor de te hanteren veiligheidsfilosofie.

Omschrijving

Voor de provincie was de zandmotor vooral meer recreatie ruimte en een grotere veiligheid, dus argumenten die vooral de bewoners van de kustgemeenten aan zullen spreken. Het recreatieruimtekort gesignaleerd in het ‘Zuidvleugeldebat’ zadelde de provincie op met concrete recreatieruimte doelstellingen. Daar paste  steun voor  ‘experimenteren met kustonderhoud ten laste van de burgers’ zeker niet bij.  Steun van de provincie en zeker een financiële bijdrage van de provincie moest gewoon hard, tastbaar, verantwoord worden.

Dat paste niet bij presentatie van Waterdienst die het idee  Zandmotor aanvankelijk presenteerde als een morfologisch experiment voor kustonderhoud, waarvoor ook onder water varianten en eilanden reële alternatieven vormden.  De regionale directie van Rijkswaterstaat wilde natuurlijk graag het noodzakelijk kustonderhoud zoveel mogelijk in de pilot stoppen en hadden daarom een voorkeur voor een locatie ten zuiden en nabij Ter Heijde, de plaats met de grootste onderhoudsbehoefte.

Interventie

De interventie werd ingezet door de Waterdienst, die de positie van RWS verbreedde, het ‘experiment’ centraal stelde en op zoek ging naar oplossingsruimte in andere functies en bij andere partijen. De interventie betrof een verandering in scope. Toen eenmaal de impasse onder ogen werd gezien en niet meer in eerste instantie gestuurd werd op een zo groot mogelijke kosteneffectiviteit, werd er meer gekoerst over de boeg van innovatie en de functies recreatie en natuur. En daardoor ontstond de noodzakelijke ruimte om partijen verder op te lijnen.

Concreet werd vervolgens een workshop georganiseerd in Den Haag waar de inzet was het genereren van een set alternatieven die in het MER zouden worden vergeleken. In de workshop was op zich geen sprake van het doen van een keuze, maar vooral van het inkaderen van de scope, welke alternatieven wel en niet te beschouwen. Daarmee stond feitelijk wel de discussie locatie-vorm centraal, uitgewerkt naar de triade kustonderhoud-natuur-recreatie.

Leereffect

1     Het aanpassen van de argumentatie kan impasses doorbreken: Wat geleerd is over het verloop van het proces is dat elke partij probeert de voor hem relevante argumentatie aan het project te koppelen en zo nodig op deze argumentatie ook het ontwerp aan te passen. Het aanpassen van de argumentatie kan de (ontwerp)ruimte bieden om een impasse te doorbreken.  Een experiment alleen als experiment presenteren kan nooit op voldoende draagvlak rekenen.

2     Continu aandacht voor het beïnvloeden van argumentaties en framen van een experiment is nodig: In de MER gerelateerde workshop over varianten en functies zijn stappen gezet, die terugkijkend, medebepalend zijn geweest. Maar natuurlijk hebben voorafgaand aan de workshop en ook daaropvolgend vergelijkbare processen van argumentatie vinden, argumentatie beïnvloeden en experiment framen plaatsgevonden. Zo zijn de alternatieven uit de workshop nog verder aangepast en zijn ook nog enkele nieuwe varianten in ogenschouw geweest, zoals varianten op de onderwatersuppletie, maar omdat de provincie in alle gevallen voor de recreatie de zandmotor boven water wilde zien, zijn deze ook afgevallen. Het framen gebeurde daarbij op verschillende niveaus, binnen de projectgroep en op bestuurlijk niveau, soms met verschillende accenten wat betreft de argumentatie. Zo was voor de provincie extra recreatieruimte bepalend zonder dat dit aan een expliciete en toegankelijke locatie was gekoppeld. De gemeenten vooral de ongestoorde ontwikkeling van de badplaatsen.

3     Besef dat, achteraf bezien, iedere bijeenkomst uit een hele reeks cruciaal kan zijn:  Tijdens de  workshop werden varianten ontwikkeld, getekend en bediscussieerd. Waar sommige partijen defensief binnenkwamen en bijvoorbeeld een meer zuidelijke onderwatervariant wilden, of daar juist mordicus tegen waren, of met heel specifieke denkbeelden over de recreatievarianten, opende de workshop de ruimte voor het zoeken naar de mogelijkheden en synergie waar het locatie en vorm in de triade kustveiligheid, natuur en recreatie betrof.  Dat had niet zo hoeven lopen in deze bijeenkomst. De les is ook niet dat een MER gerelateerde workshop cruciaal is maar dat in de schaduw van beweging bij een belangrijke partij kansen ontstaan en dat in een reeks van bijeenkomsten alleen achteraf duidelijk is waar grote sprongen voorwaarts zijn gemaakt. De crux is het orkestreren van het gehele proces van bestuurlijke, projectgroep en stakeholderbijeenkomsten, zodanig dat een duidelijk Leitmotiv duidelijk wordt, dissonanten worden voorkomen en kansen benut worden.

Omschrijving

koppelen van projecten met een eigen dynamiek, planning en eigenaren.

Veel dijken in het benedenrivierengebied kennen een heel gedifferentieerd beeld van een aaneenschakeling van losse individuele initiatieven, zonder een planmatige ontwikkelstrategie. Hierdoor ontstaat een stapeling van functies op en rond de kering wordt de fysieke ruimte voor toekomstige dijkversterkingsopgaven beperkter zonder daarbij sterk te hoeven ingrijpen op deze functies. De functies houden geen rekening met elkaars toekomstige opgaven en belasten deze onbewust.

Iedere nieuwe ruimtelijke ontwikkeling kent zijn eigen inhoudelijke complexiteit en dynamiek, zijn eigen actoren met belangen en zijn eigen doorlooptijd. Er vindt (ongecontroleerd) een continue stroom van allerlei ontwikkelingen (van kortlopende tot structurele langdurige ingrepen) op en rond de keringen plaats. De behoefte aan een strategie waarbij koppelkansen worden geoptimaliseerd wordt steeds dominanter.

Interventie

flexibiliteit in tijd en ruimte

Voor de ontwikkeling van multifunctioneel gebruik van waterkeringen zullen opgaven gekoppeld moeten worden in tijd en ruimte. Belangrijk onderscheid in aanpak volgt uit de vraag of de waterveiligheidsopgave en/of de ruimtelijke ordeningsopgaven flexibel zijn in tijd en opgeschoven kunnen worden zodat ze met elkaar kunnen samenvallen. Zijn opgaven te synchroniseren waardoor deze tegelijkertijd aangepakt kunnen worden? Als dit zo is, dan kan een opgave direct integraal aangepakt worden.

Als dit niet het geval is, is het zaak om bij het aanpakken van een bepaalde opgave te anticiperen op mogelijke toekomstige opgaven. In dit geval komt een andere vorm van flexibiliteit naar boven: anticiperen. Anticiperen staat voor het treffen van (korte termijn) maatregelen die inspelen op toekomstige opgaven. Ruimtelijke opgaven kunnen anticiperen op toekomstige waterveiligheidsopgave en visa versa.

Leereffect

  •  Voor synchronisatie en anticipatie is samenwerking tussen organisaties essentieel. Deze samenwerking gaat om het verbinden van belangen in het perspectief van de tijd. Dit betekent dat kaders en agenda”s van een organisatie zich moeten aanpassen op kaders en agenda”s van andere organisaties.
  • Een integrale programmatische aanpak tussen publieke partijen behoeft een gezamenlijke beleidskader. Als instrument kan gewerkt worden met een “omgevingsvisie dijken” in een breed perspectief en voor de lange termijn.
  • Voor het vergroten van de koppelkansen moet ook de starheid van het financiële stelsel opengebroken worden. Middelen moeten flexibel ingezet kunnen worden zodat de programmering afgestemd kan worden op het synchronisatieproces van beheerder en omgeving.
  • Flexibiliteit in tijd en ruimte maakt verknoping van lange- en korte termijn opgaven mogelijk.

Doordat de complexiteit is toegenomen worden vakgebieden steeds meer opgedeeld in kleinere specialismen met als gevolg versnippering: er zijn meer specialisten op meer deelgebieden en minder mensen die het overzicht hebben. Als je het geheel niet meer overziet, ligt de focus op innoveren in de specialismen. Gevolg hiervan is dat innovaties kleiner worden omdat de noodzaak voor grotere innovaties minder gezien wordt door gebrek aan overzicht. Het gebrek aan overzicht zorgt er ook voor dat er minder slimme combinaties ontstaan, waardoor kansen voor multifunctionaliteit gemist worden.