Omschrijving

Ondernemers in de schelpdiersector twijfelden of bij de uitvoering van het project niet toch te veel sediment in de waterkolom gebracht zou worden. De effecten op de omliggende mosselpercelen vormden de achilleshiel. De uitdaging was met de stakeholders een bevredigend meet- en rapporteersysteem te ontwikkelen zodat draagvlak en vertrouwen zou ontstaan.

Interventie

De interventie was, na overleg, een installatie van een real time monitoring systeem en online publiceren van de data. Op een vijftal percelen in de buurt van de suppletie zijn optische YSI 600 OMS sensoren geplaatst, de achtergrond sedimentatie is vastgesteld, de omgevingswaarde. Bij (dreigende) overschrijding van de vastgestelde maximumwaarden werd de aannemer ingelicht. De meetgegevens gedurende de suppletie zijn twee keer per dag online gezet. Ook zijn er kooitjes met mossels geplaatst om mogelijke negatieve groei van mossels te monitoren.

Leereffect

Het effect van de interventie, overleg en het monitoringsysteem, is transparantie. Een aantal malen is het plafond overschreden. Het bleek niet eenvoudig om altijd de oorzaak eenduidig vast te stellen, bagger- en suppletieschema, weeromstandigheden en activiteiten van de kwekers zelf spelen hierin een rol. Wat ook bleek dat bij overschrijding ook vervuiling van de sensor aan de orde kon zijn. Daardoor was niet enkel communicatie richting aannemer essentieel maar ook onmiddellijke reiniging van de sensoren door er een schip heen te sturen.

Omschrijving

De kennis die de experts aanleverden conflicteerde op wezenlijke punten met de kennis aanwezig bij partijen en personen in lokale arena’s. Met name bij de voorbereiding van het experiment in Hindeloopen kwam dit naar voren.  Gebrek aan vertrouwen in de expertkennis leidde tot gebrekkige legitimiteit van het initiatief.

Interventie

De waargenomen lokale weerstand tegen een experimentele zandsuppletie in het systeem gaf aanleiding tot de organisatie van gezamenlijk workshops. Vanuit een ‘wij gaan met jullie aan de slag’ houding ‘maar onbepaald en open is de vraag waar we gezamenlijk uitkomen’ is kennis uit wetenschappelijke bronnen en modellen geconfronteerd met kennis van lokale professionals en leken. Daartoe zijn enkele bijeenkomsten georganiseerd die elk enkele  uren geduurd hebben.

Leereffect

Het experiment is herijkt op basis van een traject van kennisconstructie. Bijvoorbeeld kennis omtrent de dominante windrichting (ZW volgens wetenschappelijke bronnen, NW volgens een lokale kite-surfinstructeur) en morfologische en ecologische eigenschappen (erosiekust en blauwalg) werden samengebracht. Uiteindelijk heeft dit geleid tot het afzien van het suppletie experiment op deze plaats op dat moment. Het traject van kennisconstructie wordt voortgezet voor het lokale systeem in een geografisch ruimere context. Het effect is dus ook dat de belemmering door het gebrek aan vertrouwen hanteerbaar is gemaakt.

Omschrijving

De stakeholders in het gebied peripieren tegenstrijdige korte en lange termijn belangen. De schelpdiersector beseft de eigen afhankelijkheid van het goed ecologisch functioneren van het Oosterschelde ecosysteem  de problemen die de zandhonger met zich meebrengen en de noodzaak tot effectieve maatregelen. Maar korte termijn sediment (zand) op de percelen is echter een urgent probleem voor de kwekers. Voor de kweek van oesters en mossels is het nadelig als er zand op de percelen terecht komt of er vertroebeling optreedt tijdens de suppletiewerkzaamheden. Voornemens tot zandsuppleties vallen dan ook veelal niet in goede aarde bij de kwekers.

Interventie

De interventie is overleg om de percepties helder te krijgen en een basis te creëren voor overleg over een oplossing. Het overleg met de schelpdiersector had als doelstelling vertrouwen te creëren door overleg over randvoorwaarden te voeren. Overleg met de kwekers leidde tot het opstellen van randvoorwaarden betreffende het sediment in de waterkolom (een beperkte verhoging van de omgevingswaarde als plafond), planning van werkzaamheden en technische uitvoering. Ook is een plafond aan zwevend stof gehalte vastgelegd waarboven werkzaamheden stilgelegd worden.

Leereffect

Het effect van de interventie was creatie van voldoende draagvlak om het experiment door te laten gaan, hoewel de mosselkwekers wel kritische volgers bleven. De technische uitvoering heeft veel geleerd over onder meer het gebruik van een perskade (zie foto) om omgevingseffecten te minimaliseren.

Omschrijving

De recreatie en ruimte doelstellingen maken openbare toegankelijkheid van de Zandmotor strikt wenselijk. Zwemveiligheid staat op de agenda vanaf de start van de voorbereidingen, bijvoorbeeld rond de mogelijkheid van vorming van muien. De keuze voor een ontwerp met een lagune wakkerde de discussie verder aan vanwege de getijdengeul die hiermee kan ontstaan over een grote lengte van het strand.

Interventie

Er is niet getracht de kennis over effecten op zwemveiligheid vooraf aan de aanleg te vervolmaken. Dit werd met de huidige stand van morfologische modellen ook niet mogelijk geacht. Er is gekozen voor een arrangement waarin Rijkswaterstaat en de provincie nauw samen werken met de reddingsbrigades van Monster, `s-Gravenzande en Den Haag  en de veiligheidsregio. Versterking van deze reddingsbrigades in combinatie met goede monitoring vormt de basis. In geval van onveilige situaties kondigt de provincie een zwemverbod af.

Leereffect

Het blijkt dat bestuurders zeer wel onzekerheid rond een voor hen belangrijk onderwerp kunnen accepteren als er maar een passend arrangement tot stand komt dat de beheersbaarheid van situaties zeker stelt. Ook geleerd is dat ‘een kat in het nauw vreemde sprongen kan maken’,  in 2012 zijn er in een weekeinde basaltblokken in de ingang van de geul gestort, omdat de hoge stroomsnelheden in deze geul een gevaar voor zwemmers vormden. Die blokken verstoren het experiment, er lagen afspraken dat in geval van urgentie in overleg met de inhoudelijk deskundigen oplossingen met zand zouden worden ingezet.
Een aandachtspunt om beheersafspraken nog beter vooraf te regelen, zodat ook in geval van urgente situaties op ongelukkige momenten, zoals in het weekend, de juiste maatregelen worden getroffen. Hier is inmiddels een Actieteam voor in het leven geroepen, bestaande uit RWS, PZH en betrokken veiligheidsinstanties.

Omschrijving

De voorspelbaarheid van het gedrag van megasuppleties is beperkt.  Dit brengt onzekerheden en risico’s met zich mee.  Sommige daarvan wegen zwaar, andere wat minder. Volledige kennis en zekerheid is er natuurlijk nooit. De belemmering en tevens uitdaging is de vraag hoe om te gaan met enerzijds de roep om meer kennis, analyse, onderzoek, data en kennis die geregeld klinkt en anderzijds de perceptie van onzekerheid en risico’s welke daartoe aanleiding geeft. Hoe zorg je er voor dat het niet verzandt in een kennisdebat?

Interventie

Om inzicht te krijgen in de onzekerheden voor zover relevant voor de fysieke leefomgevingskwaliteit   zijn er analyses uitgevoerd op basis van morfologische modellen. Daarnaast is nog aanvullend gekeken naar referentiesituaties voor aspecten die niet uit modellen kunnen worden afgeleid, waaronder de sedimentatie van slib op het strand, het ontstaan van een erosieve getijdengeul en de zwemveiligheid in relatie tot het optreden van muien. De MER rapportage bevat een paragraaf waarin expliciet wordt ingegaan op de onzekerheden  ten aanzien van de uitkomsten van gehanteerde morfologische modellen. Op basis van wat wel met redelijke zekerheid bekend is, werd er een keuze gemaakt voor aanleg in de actieve zone (een zone die zich uitstrekt tot ongeveer 9 meter diepte) en een locatie voldoende ver van badstranden en de haven van Scheveningen.

Onzekerheden zijn voor zover mogelijk opgepakt in het ontwerp (o.a. locatie, ligging in de actieve zone, buitencontour), in beheersmaatregelen (o.a. ondersteunen en uitbreiden capaciteit van de zwembrigade, een bronneringstelsel voor het beheersen van ongewenste grondwaterontwikkelingen) en in nadere afspraken/arrangementen met betrokken partijen (o.a. ingeval de intergetijde-geul een probleem zou worden voor de zwemveiligheid).

Leereffect

1     Verbinden analyse en onderzoek naar onzekerheden en risico’s met een visie op het hanteren daarvan: Een mogelijk raster voor classificatie, presentatie en aanpak:

  • No go

Bij de keuze tussen alternatieven is o.a. het eiland als alternatief afgevallen vanwege de grote onzekerheden ten aanzien van de zwemveiligheid. Deze onzekerheden werden niet beheersbaar geacht, bijvoorbeeld met een waakzame zwembrigade.

  • Hanteerbaar/oplosbaar in project (ontwerpparameters/ontwerp)

In het ontwerp zijn onder andere aanvullende vooroeversuppleties opgenomen omdat er onzekerheden waren over de erosieve trend en snelheid van zandtransport langs de kust naar plaatsen waar ook op korte termijn onderhoud werd verwacht. Er is een duinmeertje opgenomen mede met oog op het dempen van effecten op het grondwater, later bleek dit niet voldoende effect te sorteren. Wel heeft het ook een recreatieve en natuurfunctie.

  • Beheersmaatregelen

Onzekerheden hebben beperkt een rol gespeeld bij de keuze van de alternatieven en het ontwerp, maar hebben we wel geleid tot aanvullende beheersmaatregelen. Bijvoorbeeld waar het bronneringsmaatregelen betreft om eventueel optredende risico’s rond grondwater te heersen. De onzekerheden die met de zwemveiligheid samenhangen waren van dien aard dat deze niet onderscheidend waren tussen de meeste alternatieven. Zo kon alleen maar worden gespeculeerd over de effecten op de zwemveiligheid van een grotere vooroeversuppletie. Reden om een arrangement voor zwemveiligheid te ontwikkelen om zo de onzekerheid aan monitoring en actie waar nodig te koppelen.

  • Adaptieve beheersafspraken. Voor onvoorziene ontwikkelingen die op voorhand niet kunnen worden uitgesloten of beheerst, zijn beheersafspraken gemaakt. Een voorbeeld is de ontwikkeling van een erosieve getijgeul, iets dat niet met modellen voorspeld kan worden. Hierover is afgesproken dat wordt ingegrepen zodra deze geul een gevaar voor de zwemveiligheid vormt. Ook is hierbij afgesproken hoe in dat geval correctief wordt ingegrepen.

2     Blijf zoveel mogelijk uit de buurt van de hoofdpijnonderwerpen van bestuurders.

Er waren meerdere kopzorgen bij de bestuurders. De meeste daarvan werden opgelost door ‘zoveel mogelijk uit de buurt’  te blijven. Dit geldt onder andere voor het duincompensatiegebied, de badplaatsen Ter Heide en Kijkduin en de haven van Scheveningen als mede de uitstroomopening van het nieuwe gemaal van Delfland. Aan de kopzorgen van Dunea  is vooral tegemoetgekomen met mitigerende maatregelen en met monitoring. De zwemveiligheid, deels ook een kopzorg voor gemeenten en provincie, is opgelost met een beheersmaatregel. Op deze wijze bleef ook de sterke en langdurige pleitbezorgersrol van enkele bestuurders en politici intact, welke zeker een belangrijke invloed heeft gehad.

Omschrijving

Bestuurlijke en maatschappelijke belangen en risicopercepties schuurden geregeld met de gewenste ontwerpparameters: De mogelijke verzanding van de haven van Scheveningen werd bijvoorbeeld op de agenda gezet. Vanuit Rotterdam was een duincompensatieverplichting aan de orde die beperkingen aan de zeewaartse uitbouw van de kust met zich mee bracht. Het Hoogheemraadschap Delfland wilde een redelijke noordelijke locatie zodat de investering in een nieuw gemaal  dat op zee loost ongemoeid zou blijven. Pal voor Ter Heijde was lastig omdat een zandmotor een  te grote en snelle verandering van het karakter van deze badplaats met zich mee zou brengen.  Ook werd het onderwerp van mogelijke afname van zwemveiligheid besproken. Verder speelden discussies rond mogelijke verandering  van de grondwaterstand en mogelijke zout intrusie, een gevaar voor de drinkwaterputten in de duinen.  Deze laatste discussie ontwikkelde zich sterk gaandeweg. Aanvankelijk lag de nadruk op de natuureffecten en was het uitgangspunt dat een hogere grondwaterstand op zich positief zou zijn, maar een daling op termijn, vanwege de steeds kleiner wordende zandmotor niet gewenst. Later verschoof de aandacht vooral naar gevolgen voor de drinkwaterwinning van een zeewaartse verschuiving van de grondwaterscheiding.  Deze zeewaartse verplaatsing vergroot het risico dat zout water dat als gevolg van de recente versterking van de Delflandse kust in de zeereep als bel aanwezig was, richting de drinkwaterputten zou stromen. Daarnaast speelde in deze discussie  ter hoogte van de Puinduinen ook nog een risico vanwege vervuild grondwater mee. Dit stroomt nu nog zeewaarts maar zou bij een verschuiving van de grondwaterstand ook richting putten kunnen stromen (Dunea heeft hierover een educatief filmpje gemaakt: ziehttp://www.youtube.com/watch?v=oEhGzxcz3gk).

Interventie

De interventie betrof het loslaten van de idee van de optimale locatie, omvang en vorm. In de plaats daarvan kwam zoeken naar een zinvol en vooral realiseerbaar experiment in een participatieve werkwijze. Daarbij werden achtereenvolgens ingebrachte argumenten op een adaptieve wijze  verwerkt door deze te combineren en waar mogelijk te integreren. Een door partijen ondertekende ambitie-overeenkomst vormde daarbij een belangrijke tussenstap. Samenvattend is, om de risicoperceptie te verlagen, een participatieve werkwijze gevolgd. Dit zowel voor als na het tekenen van de ambitie-overeenkomst.

Leereffect

1     Flexibiliteit is noodzakelijk om niet vast te lopen: De wrijving tussen bestuurlijke en maatschappelijke realiteiten en de ideale ontwerpparameters, en de daarover gevoerde regie, kan in een suboptimaal ontwerp resulteren.

2     Een participatief arrangement met bestuurlijke ijkpunten helpt om door een labyrint van belangen te navigeren: Eigenlijk is met de bestuursovereenkomst al een mal voor de zandmotor geschapen waarbij het optimaliseren met oog op kustonderhoud (o.a. volume en vorm) en kosten (vooral volume) niet meer aan de orde was. Er is dus vooral nog gekeken naar locatie en effecten op natuur en recreatie. Op de achtergrond speelde ook nog een bepaalde omvang ten behoeve van het experiment. Uiteindelijk is een vanuit het perspectief van kustonderhoud suboptimaal ontwerp gekozen vooral vanwege de voorwaarden die door verschillende partijen zijn gesteld:

  • Wat betreft locatie moest rekening worden gehouden met het duincompensatiegebied van het havenbedrijf Rotterdam, het gemaal van het Hoogheemraadschap van Delfland, het strand van de badplaatsen Ter Heijde en Kijkduin en met de gevolgen voor de haven van Scheveningen.
  • Wat betreft vorm waren de beperkingen en voorkeuren: zoveel mogelijk boven water met oog op recreatie, geen eiland met oog op zwemveiligheid en een baai omdat vanuit de ecologie slib en een ‘groen’ strandaccent interessant gevonden werd.

3     De positie en samenstelling van de projectgroep in het participatief arrangement is bepalend voor volgtijdelijkheid waarin belangen en risico’s aan de orde komen:  De discussie over de met grondwater samenhangende risico’s werd nog niet over de volle breedte gevoerd bij het tekenen van de ambitie overeenkomst. Het is veeleer zo dat de ambitie-overeenkomst is getekend op het moment dat er juist nog geen zicht was op de mogelijke negatieve effecten van een zandmotor voor drinkwaterwinning. Dit kwam deels doordat tijdens de planfase van het project de kust werd versterkt en de daardoor ontstane zoutwaterbel een nieuw gegeven werd voor het project. De drinkwatermaatschappij  Dunea was niet in de projectgroep aanwezig, zodat ook de informatie over het risico van vervuild grondwater onder de puinduinen pas laat in beeld kwam. Als Dunea direct al wel onderdeel van de projectgroep was geweest, dan hadden deze risico’s een rol kunnen spelen in de locatie van de zandmotor. In dat geval staat nog te bezien of, als alle grondwaterbelangen direct ingebracht waren en behartigd, de huidige locatie uit de bus zou zijn gekomen. Bij laveren door een labyrint van belangen en agenda’s speelt de volgordelijkheid van gebeurtenissen/argumenten waarschijnlijk een grote rol, afhankelijk van de volgorde waarin argumenten opdoemen volgt het proces de ene of de andere weg.

Omschrijving
De zandsuppleties werden nadrukkelijk als ‘experimenten’ gepresenteerd. Dit hield in dat expliciet de mogelijkheid werd benoemd dat de experimenten in relatie kunnen falen. Bij Oudemirdummerklif leidde dat tot zorg over de beheersbaarheid en kosten als het experiment niet de verwachte effecten zou hebben.

Interventie
Bij Oudemirdum is het scenario van de opruimkosten opgesteld, voor het geval onverwachte ontwikkelingen dat wenselijk zouden maken. Daaruit bleek dat verwijderen van de suppletie door een lokale aannemer gedekt zou kunnen worden uit de opbrengsten van het zand.

Leereffect
Het framen van de pilots als experimenten deed de experimenteerruimte toenemen. Het kan echter ook leiden tot bezorgdheid over wie voor eventuele schade verantwoordelijk is bij mislukking. Rond het experiment bij Oudemirdummerklif is deze zorg weggenomen door een eenvoudige doorrekening waaruit blijkt dat de risico’s heel beperkt zijn.

Omschrijving

Waterschappen kunnen (al dan niet terecht) terughoudend zijn in het toelaten van nieuwe technieken bij dijkversterkingen. Vaak wordt de terughoudendheid ingegeven door onbekendheid en onzekerheden die gepaard gaan met nieuwe technieken. Ook is de vraag of de nieuwe techniek werkt onder extreme omstandigheden.Daarnaast leeft bij een aantal private partijen het beeld dat de kritische opstelling van het kennisinstituut vertragend werkt voor de totstandkoming van een innovatie. In dit geval had het kennisinstituut een kwaliteitsborgende rol voor het waterschap

Interventie
Er zijn diverse risicosessies georganiseerd om de risico’s, onzekerheden en mogelijke beheersmaatregelen te identificieren. Verder zijn er op diverse momenten gesprekken geweest over verwachtingen in het projectteam.
Leereffect
Heb begrip voor elkaars verantwoordelijkheid en rol. Inleven in andere rol is noodzakelijk (bv markt moet begrijpen dat kennisinstituut andersoortige verantwoordelijkheid heeft.) Vind als kennisinstituut een balans tussen in kaart brengen van risico”s en hoe je daarmee om kunt gaan. Dit betreft competentie-ontwikkeling en keuze te betrekken mensen

Risicosessies waren belangrijk om de risico”s goed in kaart te brengen. Hierdoor werd het ook mogelijk om goede afspraken te maken over de risicoverdeling. Verdeling tussen enerzijds publieke en private partijen en onderling tussen publieke partijen. Hierbij draait het om het neerleggen van risico’s bij die partij die ze ook daadwerkelijk kan dragen.