Tegenwoordig winnen Nature-based Solutions (NbS) zoals stranden, mangroven en moerassen aan populariteit om klimaat- en ramprisico’s te beperken. De recente IPCC-rapporten benadrukken het verband tussen de gezondheid van ecosystemen en klimaatverandering. Het beschermen en herstellen van wereldwijde ecosystemen is van essentieel belang om klimaatverandering tegen te gaan maar ook om de impact van klimaatverandering te mitigeren. Nederland heeft in het westen van het land al jaren een kustverdediging die grotendeels is gebaseerd op de natuurlijke stranden en duinen. Echter, voor andere ecosystemen, zoals mangroven en moerassen, beschikken we minder kennis hoe we die landschappen beter kunnen inzetten voor onze waterveiligheid. Om wereldwijd beter inzicht te krijgen in de rol van nature-based engineering in klimaatadaptatie en extremen langs (begroeide) kustlijnen, worden de volgende zaken onderzocht:
(1) patronen van kusterosie en overstromingen in relatie tot de aanwezigheid van ecosystemen en menselijke bewoning;
(2) oplossingsruimte voor natuurlijke of hybride interventies onder het huidige en toekomstige klimaat;
(3) validatie van modellen naar de effectiviteit van nature-based engineering met lokale studies en gegevens;
(4) vertaling van de bevindingen naar kansen voor natuurlijke kustverdediging over de hele wereld en aanbevelingen voor verdere acties om implementatie en opschaling te versnellen.
Categorie: Uncategorized
Het Nederlandse rivierengebied krijgt een steeds natuurlijker aanzicht door grootschalige maatregelen zoals voor Ruimte voor de Rivier, Natura2000 en Kaderrichtlijn Water (KRW). Tegelijkertijd staat het rivierengebied onder druk. Klimaatverandering leidt tot grotere risico’s op overstroming tijdens een hoogwater, terwijl de rivieren ook tijdens laagwater zo lang mogelijk optimale bevaarbaarheid moeten garanderen. Daarbij komt dat de budgetten voor beheer en onderhoud krap zijn en dat de maatschappij vraagt om steeds meer in te spelen op actuele en lokale ontwikkelingen in de regio. Om tot innovatieve oplossingen te komen voor de knelpunten in het rivierengebied zijn leerteams opgezet met daarin Rijkswaterstaat, een aannemer en een kennisinstelling. De leerteams zoeken naar nieuwe mogelijkheden en slimme samenwerkingen met als doel te komen tot een betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam beheer en onderhoud van het riviersysteem.
Een nieuwe mogelijkheid is een flexibele krib. Een flexibele krib is een constructie dwars op de rivier, die onder meer de stroming naar de vaargeul geleid, net als een traditionele krib. Een traditionele krib bestaat uit meerdere lagen. Bij onderhoud moeten deze lagen worden verwijderd en terug geplaatst, waardoor de kosten hoog zijn. Een flexibele krib is opgebouwd uit zeshoekige Xstream-elementen die los worden gestort op de rivierbodem. Wanneer onderhoud nodig is, kunnen eenvoudig elementen worden bijgestort. In een eerste fase van de pilot flexibele krib zijn drie flexibele kribben gerealiseerd . Zij zijn stabiel gebleven, maar een volledige evaluatie ten opzichte een traditionele krib was niet mogelijk. In fase 2 wordt één flexibele krib verlengd, zodat beoordeeld kan worden in hoeverre een flexibele krib de verschillende functies van een krib vervult in vergelijking met omliggende traditionele kribben.
Doel van het onderzoek is het ontwikkelen van technologie voor duurzaam hergebruik van verontreinigde locaties buiten gebieden met een aantrekkelijke grondmarkt.
Dit voorstel richt zich op zogenaamde ‘IBC-Nazorg’-locaties met bodemverontreinigingen die zijn ingepakt en daarom voortdurende aandacht behoeven (IBC staat voor isoleren, beheersen en controleren). Hiervoor zijn bestuurlijke afspraken gemaakt tussen Rijk, IPO en VNG om tot afbouw van aanwezige nazorgmaatregelen te komen. Het beoogde project draagt daardoor direct bij aan concrete beleidsambities van Rijk, provincies en gemeenten. De laatste inventarisatie uit 2021 spreekt over 377 resterende IBC-locaties en 200 stortlocaties met nazorg, in beheer bij overheden: totaal 577. De reikwijdte van dit voorstel is echter fors breder: in totaal zijn er duizenden bodemsaneringslocaties waar tegen hoge kosten langdurige nazorg plaatsvindt, terwijl de potentie van de locaties niet wordt benut.
Het beoogde resultaat van het voorgestelde project is een blauwdruk voor de afbouw van nazorg van langdurige en eeuwige saneringen, die door middel van vergroening tegelijk bijdraagt aan de omgevingskwaliteit en klimaatadaptatie (met name een betere waterhuishouding en temperatuurmatiging).
Om dat te bereiken, worden mogelijkheden voor afbouw van nazorgmaatregelen onderzocht door het testen van innovatieve veelal op natuurlijke processen gestoelde ingrepen, zodanig dat in combinatie met klimaatadaptatie weer ruimtelijke ontwikkeling op de locaties kan plaatsvinden. Hiervoor zijn veldproeven voorzien gedurende een periode van 3 jaar.
Grondwaterbeheerders en bijbehorende stakeholders hebben steeds meer behoefte aan het kunnen uitvoeren van snelle verkenningen ten behoeve van diverse transitieopgaven (klimaatverandering, stikstofdossier, verdroging, verzilting, verstedelijking, etc.). Ook waterleidingmaatschappijen willen snelle scans kunnen doen voor o.a. het vinden van extra grondwaterwinningslocaties als reactie op de toenemende drinkwatervraag. Op Rijksniveau wordt de roep steeds sterker om mogelijke oplossingsrichtingen in relatie tot complexe beleidsopgaves al in een verkennende fase snel in beeld te brengen.
Voor verkennende scenarioanalyses hebben bestaande 3D-grondwatermodellen (b.v. regionale modellen of het Landelijk Hydrologisch Model) veel draagvlak. Echter, de inzet van dergelijke modellen voor verkenningen is helaas zeer beperkt vanwege lange rekentijden, enorme datasets en de benodigde tijd voor het verwerken en analyseren van de modeluitkomsten.
Dit project ontwikkelt en test een nieuwe techniek om van bestaande 3D-MODFLOW-grondwatermodellen een Artificiële Intelligentie-versie (AI-versie) te maken. Deze AI-versie zal weliswaar minder nauwkeurige uitkomsten genereren, maar rekent – eenmaal met AI getraind – veel sneller (orde van grootte 100 tot wellicht 1000 keer zo snel). De AI-versie blijft consistent met het onderliggende grondwatermodel, waardoor draagvlak bij stakeholders behouden blijft. De techniekontwikkeling start met eenvoudige testmodellen; aansluitend zal de techniek doorontwikkeld en getest worden voor nader te selecteren real-world casussen en doeleinden. Deze casussen en doeleinden worden parallel aan de techniekontwikkeling met alle TKI-projectpartners samen gekozen op basis van de gewenste typen toepassingen en uitvoer.
Voor tunnels ligt er een omvangrijke vervangings- en renovatieopgave, met geschatte kosten van tenminste € 4,5 miljard in de komende tien jaar. Infrastructuur vertegenwoordigt bovendien een grote economische en maatschappelijk waarde. Het CBS schatte de waarde in 2016 op 73 miljard euro waarvan 69 miljard euro afkomstig is van de exploitatie van bestaande infrastructuur.
Tunnelafsluitingen leiden dan ook tot hoge indirecte kosten.
Tunneleigenaren staan voor de uitdaging om renovaties zo slim en snel mogelijk uit te voeren. Dit wordt bemoeilijkt door het ontbreken van fundamentele kennis over het verouderingsproces van tunnels en tunnelcomponenten. Doelstelling van dit project is om de kennis over deformatie en degradatie van zinktunnels wezenlijk te vergroten. De focus ligt op ontwikkeling van nieuwe monitoringsmethoden en 3Dmodellen. Het project bestaat uit vijf deelprojecten die zijn gericht op de volgende onderzoeksvragen:
• Hoe kunnen tunneldeformatie en alle afzonderlijke omgevingsfactoren
continue worden gemonitord?
• Welke omgevingsfactoren spelen een (kritieke) rol in deformatie?
• Hoe wordt de deformatie en restlevensduur van segmentvoegen (met
kraagconstructie) beïnvloed door interacties met de ondergrond?
• Hoe kunnen alle tunnel-omgeving interacties worden gevat in een 3D model?
• Hoe verloopt materiaaldegradatie in tunnels?
Het project richt zich op zinktunnels, maar resultaten zijn van waarde voor tunnels en kunstwerken in brede zin.
De doelstelling van dit project is een positieve bijdrage te leveren aan het vastleggen van CO2 in kustwateren (Blue Carbon). Dit wordt gerealiseerd door nieuwe kennis te ontwikkelen en slimme koppelingen tussen sectoren te maken, om zodoende koolstofrijke restromen uit de schelpdierkweek (de schelp) in te zetten als waardevolle (nieuwe) grondstof in de betonindustrie. Hiermee wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van een circulaire economie. Het project is uniek doordat het twee sectoren met elkaar verbindt die nu nog geheel gescheiden van elkaar opereren (schelpdierkweek en betonproductie), maar waarbij de gezamenlijke klimaat- en natuur ambities centraal staan.
In het project wordt een gezamenlijke business case ontwikkeld, gestoeld op drie thema’s: (i) Klimaatwinst (CO2 footprint), (ii) Duurzame productievolumes en (ii) Praktijktoepassing en opschaling. Door middel van ketenanalyse, scenario studies, productspecificaties en valorisatietrajecten zal gewerkt worden industriële innovatie binnen en tussen beide sectoren. Hierbij is aandacht voor dat de innovatie economische rendabel moet zijn, maar ook het natuurlijk kapitaal en daarmee de duurzaamheid aangetoond wordt. Ook zal een link met het voedselvraagstuk gelegd worden.
Waterkwaliteit in veenweidegebieden
De kwaliteit van het oppervlaktewater in veenweidegebieden voldoet op veel locaties niet aan de KRW doelen voor fosfaat en stikstof. Om de perceelemissie van fosfaat en stikstof naar het oppervlaktewater, en daarmee normoverschrijding, te verminderen wil Wetterskip Fryslân, in samenwerking met agrariërs, effectieve maatregelen nemen. Op dit moment bestaat er geen goed beeld m.b.t. de effectiviteit van maatregelen, omdat de bronnen c.q. oorzaken van de N en Pemissies niet altijd eenduidig zijn. Hiervoor is het nodig om meer grip te krijgen op oorzaak-gevolg relaties en dominante processen. Door veenoxidatie komt bijvoorbeeld stikstof en fosfaat uit veen vrij. Om veenoxidatie tegen te gaan, zullen (in de toekomst) op veel plaatsen hogere grond- en oppervlaktewaterwaterstanden
worden gehanteerd, maar deze peilverhoging kan juist weer tot verhoogde N en P emissies leiden. Daarnaast zijn agrarische activiteiten, zoals met name bemesting, maar ook betreding en verschillende vormen van bodembeheer mede bepalend voor perceelemissies naar het oppervlaktewater. Tenslotte lijken de emissies van nutriënten en de dynamiek daarvan te worden mede bepaald door weersinvloeden, met name het moment en de intensiteit van neerslag. Dit geldt met name voor snelle afspoeling van fosfaat na hevige neerslag.
Handelingsperspectief
Agrarische ondernemers en Wetterskip Fryslân hebben behoefte aan handvaten om via bijstelling van agrarisch bodem- en waterbeheer (bemesting, grondbewerking en peilbeheer) de perceelemissie van nutriënten naar oppervlaktewater te
verminderen. Daarvoor is inzicht nodig in de relaties tussen deze handelingen, weersinvloeden, hydrologie en biochemische processen in het perceel en de waterkwaliteit. De reguliere methode van oppervlakte)waterkwaliteitsmonitoring (periodieke steekbemonstering een keer per 4 weken) is hiervoor onvoldoende
geschikt. Om ingreep-effect relaties te kunnen vaststellen (op basis waarvan maatregelen kunnen worden genomen) is een alternatieve monitoringsstrategie vereist, waarbij informatie wordt verzameld die van belang is om tot het vereiste
inzicht te komen.
Het RTL Z-programma Toekomstmakers heeft de Toekomstmakers top 100 gelanceerd, een lijst met de honderd meest baanbrekende innovaties uit Nederland. De lijst werd overhandigd aan Bertholt Leeftink, Directeur Generaal Bedrijfsleven en Innovatie van EZ, tijdens de Accenture Innovation Awards die vandaag in Maarssen werden uitgereikt.
Per 1 januari 2016 is Nederland voorzitter van de Europese Unie. Dit voorzitterschap staat in het teken van de Innovatieve Unie. Met de Toekomstmakers top 100 wil RTL Z Nederland op de kaart zetten als innovatief en ondernemend land en buitenlands bezoek kennis laten maken met de rijkdom van Nederlands vernuft. De Toekomstmaker top 100 vertegenwoordigt de diversiteit en hoge kwaliteit van Nederlandse innovatie en is een visitekaartje voor iedereen die Innovatief Nederland beter wil leren kennen.
De Toekomstmakers Top 100 is samengesteld door een onafhankelijke jury bestaande uit afgevaardigden uit het Nederlandse bedrijfsleven en de wetenschap. De lijst bestaat uit Nederlandse innovaties die zijn gerealiseerd in deze eeuw, die tot de wereldtop in hun sector behoren en die een goed visitekaartje voor Nederland zijn.
De Unie van Waterschappen reikt elk jaar de Waterinnovatieprijs uit aan innovatieve projecten die toepasbaar zijn binnen de taken van de waterschappen. Uit de 135 inzendingen heeft de jury, onder leiding van Annemieke Nijhof, de genomineerden per categorie bekendgemaakt.
De jury wees genomineerden aan in de categorieën ‘Waterveiligheid’, ‘Schoon water’, ‘Voldoende water’ en ‘Klaar voor de toekomst’. Op initiatief van de nieuwe partner, de Nederlandse Waterschapsbank, wordt dit jaar de groenste inzending beloond met de Duurzaamheidsprijs. En er is een Publieksprijs voor het project dat de meeste stemmen heeft gekregen op waterinnovatieprijs.nl.
Annemieke Nijhof, juryvoorzitter Waterinnovatieprijs, CEO Tauw Group B.V.: “De inzendingen laten dit jaar duidelijk zien dat er wordt ingespeeld op de participatiesamenleving. Waterschappen, bedrijven, overheden en particulieren ontwikkelen niet vóór, maar juist mét anderen. Daarnaast is het mooi om te zien dat er ook veel projecten zijn ingediend die gaan over innovaties in de organisatie zelf. Er is aandacht voor vernieuwing en dynamiek in de eigen organisatie.”
Genomineerden Waterveiligheid
Waterschap Aa en Maas heeft een nominatie in de categorie ‘Waterveiligheid’ in de wacht gesleept met ‘Dijkwacht in control’, een innovatieve applicatie waarin alle acties rond een calamiteit worden geregistreerd. Het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is maar liefst twee keer genomineerd in deze categorie. Allereerst met het project ‘Kust op kracht’, waarbij inwoners, ondernemers en overige belanghebbenden creatieve ideeën aanleveren voor een kustversterkingsproject. Daarnaast kon ook ‘Dijken op veen’ op waardering van de jury rekenen. Met dit project toont het hoogheemraadschap aan dat veendijken sterker zijn dan gedacht, wat betekent dat dijkversterkingsprojecten goedkoper uitpakken dan aanvankelijk verwacht.
Genomineerden Schoon Water
In de categorie ‘Schoon Water’ is Acacia Water genomineerd met het ‘Spaarwater-systeem’. Door water ondergronds op te slaan zorgt dit systeem voor schoon water in droge perioden. Het hoogheemraadschap van Rijnland heeft een nominatie op haar naam staan met ‘Efficiënte stikstofverwijdering’. Met dit concept kan de bestaande techniek van stikstofverwijdering op grotere schaal worden toegepast. Verder maakt de ‘Verticale Wing’ van het bedrijf Wingssprayer kans op de Waterinnovatieprijs. Deze innovatie zorgt ervoor dat er minder gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht komen.
Genomineerden Voldoende Water
Kanshebber op de Waterinnovatieprijs in de categorie ‘Voldoende water’ is het hoogheemraadschap van Delfland met de innovatie ‘Tuinders aan het stuur’. Bij dit project stellen tuinders hun gietwaterbassins ter beschikking voor tijdelijke wateropslag bij hevige regenval. Ook Upfall B.V. is in de race voor de prijs met hun ‘Waterbesparende douche’. Met deze douche kun je tot maar liefst 90% zuiniger douchen. De derde nominatie in deze categorie is voor de innovatie ‘Inlaat op maat’ van het samenwerkingsverband Acacia Water, SODAQ en Akvo. Deze methode levert advies aan het waterschap over de optimale doorspoelhoeveelheid in de polder.
Genomineerden Klaar voor de toekomst
Er is dit jaar ook een nieuwe categorie: ‘Klaar voor de toekomst’. De eerste nominatie gaat naar ‘Hoogwater op het schoolplein’ van het KNAG en het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Deze lesmodule maakt leerlingen van 3 havo/vwo bewuster van overstromingsgevaar. Daarnaast is Wetsus genomineerd met de educatieve game ‘AquaEmporium’, waarin jongeren op leuke wijze kennismaken met de veelzijdigheid van de watersector. De laatste van de genomineerden is het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard met hun webapplicatie de ‘Handhavingsadviseur’.
Uitreiking 30 november
Op maandag 30 november worden de winnaars van de Waterinnovatieprijs 2015 bekend gemaakt tijdens een feestelijke prijsuitreiking in de Rijtuigenloods te Amersfoort.
Op het symposium presenteren we resultaten van ons onderzoek over het klimaatbestendig inrichten van de stad. Het interactieve programma bestaat uit lezingen, interviews, werksessies en discussies met de zaal. Kijk voor meer informatie op deze site
Inschrijven kan via deze link tot uiterlijk 23 november
|