De aanleg van een nevengeul creëert een extra habitat voor het leven in de rivier. Maar zo’n nevengeul zorgt er ook voor dat de stroming in de vaargeul vertraagt. Het verwachte gevolg: aanzanding en mogelijke hinder voor de scheepvaart. Maar treedt dat effect wel altijd op? En in welke mate? Pepijn van Denderen, onderzoeker bij de Universiteit Twente, ontwikkelde een onderzoeksmethode om hier antwoord op te geven.

Een nevengeul geeft de rivier meer ruimte en kan zo bijdragen aan hoogwaterveiligheid. Daarnaast vormt een nevengeul een extra habitat in de rivier voor vissen en andere soorten. Vanwege dat laatste is de nevengeul een populaire ingreep bij de afdeling ecologie van Rijkswaterstaat Oost-Nederland (RWS ON). Bij de scheepvaart is het enthousiasme een stuk kleiner, want een nevengeul haalt de snelheid uit de hoofdstroom, wat zorgt voor aanzanding van de rivierbodem. De vaargeul wordt daardoor lokaal ondieper, wat schepen kan hinderen.

Kennisleemte

De realisatie van een nevengeul mag de rivier niet zodanig veranderen dat dit hinder oplevert voor andere partijen, zo stelt de Kaderrichtlijn Water. Rijkswaterstaat houdt daarom bij het maken van plannen rekening met mogelijke aanzanding. ‘We kunnen vooraf berekenen hoeveel aanzanding een nevengeul veroorzaakt. Maar of deze effecten daadwerkelijk ook optreden als de geul er is, konden we nog niet vaststellen’, vertelt Emiel Kater, adviseur rivierkunde bij RWS ON.

Luc Jans, adviseur ecologie en collega van Emiel bij de afdeling netwerkontwikkeling en visie, signaleerde de kennisleemte. De vraag ‘kunnen we achterhalen of aanzanding inderdaad optreedt, en in welke mate?’ kwam via het Platform Rivierkennis terecht bij Pepijn van Denderen, onderzoeker bij Marine and Fluvial Systems Department van de Universiteit Twente.

Ruis in de data weghalen

Hoe is Pepijn te werk gegaan? ‘Sinds 2005 zijn elke twee weken metingen gedaan van de bodemhoogte over de gehele lengte van de Waal. Er was dus een flinke dataset beschikbaar. Maar de crux was: hoe halen we de ruis uit de data?’ De variatie in de bodemhoogte wordt immers niet alleen bepaald door nevengeulen, maar ook door factoren als bodemerosie, plaatsvaste vormen bij onder andere kribben en zich verplaatsende duinen op de rivierbodem. Hoe achterhaal je wat de netto invloed van de aanzanding door nevengeulen op de bodemhoogte is? Hiervoor heeft Pepijn een methode ontwikkeld. ‘Met deze methode kunnen we verschillende ‘golven’ onderscheiden in de bodemhoogte. De wijzigingen als gevolg van bodemerosie vinden bijvoorbeeld plaats over de gehele lengte van de rivierarm, en gaan heel geleidelijk. De veranderingen door aanzanding vinden alleen plaats ter hoogte van de nevengeul, en die treden op in een korte tijdspanne, wat een kortere ‘golflengte’ oplevert.’

Resultaten

Pepijn bracht de verschillende ‘golven’ in de bodemhoogtevariatie in kaart, en wist zo de variatie door nevengeulen te onderscheiden van die door andere oorzaken. Zijn conclusies? ‘Er treedt inderdaad aanzanding op bij nevengeulen, in de door Rijkswaterstaat voorspelde mate.’ Maar de aanzanding vormt geen constant laagje, omdat de rivierbodem steeds in beweging is: bij 10 centimeter aanzanding kan de bodemhoogte lokaal zo’n 70 centimeter hoger zijn.
Emiel Kater reageert: ‘We zijn natuurlijk niet blij met die aanzanding, maar wel met de bevestiging dat onze rekenmethodiek aansluit bij wat we in de praktijk zien. Dit helpt bij de belangenafweging die voorafgaat aan de keuze voor of tegen een nevengeul. Ook kunnen we nu beter uitleggen hoe de aanzanding werkt.’ De methode van Pepijn komt daarnaast nog van pas in andere studies. Emiel: ‘De techniek is toepasbaar bij alle onderzoeken naar grootschalige bodemvariatie.’

Contact

Wil je meer weten over het onderzoek en/of de methodiek van Pepijn van Denderen? Je kunt contact met hem opnemen via r.p.vandenderen@utwente.nl.

Uit het co-creatietraject Toekomst Noordersluis dat De Bouwcampus faciliteerde, zijn vijf ideeën ontstaan voor een alternatieve bestemming van de Noordersluis na de ingebruikname van de nieuwe zeesluis in IJmuiden. Tijdens de recente oogstbijeenkomst presenteerden vijf partijen hun idee.  Er is gekeken naar functies van het hele sluizencomplex, breder dan alleen technische oplossingen. De vijf perspectieven zijn verwerkt in de website toekomstnoordersluis.nl.

Oogstbijeenkomst Toekomst Noordersluis

Op dit moment bouwt OpenIJ in opdracht van Rijkswaterstaat de grootste zeesluis ter wereld. De zeesluis vervangt de bijna 100-jarige Noordersluis, die het einde van zijn levensduur nadert. Rijkswaterstaat kan de Noordersluis sluiten nadat de nieuwe zeesluis de taak van de Noordersluis heeft overgenomen. De dichte sluis vormt dan een dijk en een oeververbinding tussen Velsen-Noord en IJmuiden. Maar blijven er met een dichte sluis geen interessante, maatschappelijke kansen liggen? De Bouwcampus faciliteerde een zoektocht naar mogelijke nieuwe functies voor de Noordersluis aan de hand van vier bijeenkomsten waarin respectievelijk het verkennen, verrijken, verdiepen en oogsten van ideeën centraal stond.

Meer invalshoeken
Door de invalshoeken van deskundigen met verschillende achtergronden bij elkaar te brengen, zijn perspectieven naar voren gekomen waar Rijkswaterstaat niet zo snel aan zou denken. Bob Demoet, hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat West-Nederland Noord, sprak tijdens de oogstbijeenkomst zijn dank uit aan alle deelnemers voor hun enorme inzet. “Ik hoopte op invalshoeken vanuit logistiek, maritiem, recreatie en energie en dat is ook gebeurd!” Nynke Sijtma, directeur van De Bouwcampus: ‘Je ziet dat als je op een andere manier probeert na te denken over een vraagstuk, vanuit verschillende hoeken, dat er dan altijd mooie, andere oplossingen uit komen.’

Nieuwe aanpak voor Rijkswaterstaat
Voor Rijkswaterstaat was dit co-creatietraject een nieuwe aanpak en een zoektocht, er is geen stappenplan of procedure vastgelegd. Bij het bedenken van de ideeën gaven zij zo min mogelijk kaders en beperkingen mee. Alle ideeën plus advies over een vervolgtraject biedt Rijkswaterstaat eind 2019 integraal aan het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat aan. Zo inspireren zij het Ministerie om op een andere manier naar de Noordersluis, en andere objecten, te kijken. De opdracht van Rijkswaterstaat is om de waterkering en oeververbinding in stand te houden. Voor alle andere functies zullen zij op zoek moeten gaan naar gezamenlijk opdrachtgeverschap en financierbaarheid. Rijkswaterstaat blijft met de regio in gesprek en zal transparant zijn over de stappen en beslissingen die worden genomen. Begin 2020 staat een terugkomstbijeenkomst gepland om alle belanghebbenden en geïnteresseerden mee te nemen in het vervolg.

De vijf ideeën in het kort

  • WaTERlab: de sluis als bassin om innovaties op het gebied van scheepvaart, sluizenbouw en watermanagement te testen en om de uitwisseling van zout en zoet water te onderzoeken.
  • De Noordersluis Beweegt: als technisch object midden in een duinlandschap kan het een bijzondere plek worden voor recreatie en culturele evenementen.
  • RE-CREATIE: de Noordersluis als ideale ‘flessenhals’ om plastic afval uit het kanaal af te vangen voordat het de zee in zou stromen.
  • BE-Spaarsluis: het opwekken van energie in de waterkolk van de sluis. Daarnaast als overslagpunt voor containers met warmte-energie van Tatasteel en voor het spuien van water.
  •  Sneller, Slimmer en Schoner door de Noordersluis: het behoud van de huidige functie als extra capaciteit. Door het aanbrengen van een derde sluisdeur kan ‘zoutzuiniger’ worden geschut.

Bron: Otar

Bron: topsector water

Laaggelegen kustgebieden zullen vanaf 2050 jaarlijks getroffen worden door extreme gevolgen van de stijgende zeespiegel. Het gaat dan bijvoorbeeld om overstromingen die vroeger maar eens per eeuw voorkwamen. Dit gebeurt zelfs als de uitstoot van broeikasgassen in de komende jaren wordt ingeperkt, schrijven wetenschappers van het VN-klimaatpanel IPCC vandaag in een nieuw rapport.

Het is het eerste verslag van het panel dat alleen over de zeespiegel gaat. Meer dan honderd wetenschappers werkten samen aan het toonaangevende rapport, dat de bevindingen uit bijna zevenduizend recente, wetenschappelijke studies combineert en in Monaco werd gepresenteerd.

Antarctica

Zonder extra maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen af te remmen, zijn de gevolgen van klimaatopwarming ‘zeer verontrustend’, zegt Roderik van de Wal, klimaathoogleraar aan de Universiteit Utrecht en een van de hoofdauteurs van het rapport. In 2100 kan de zeespiegel dan met 1,10 meter zijn gestegen. Dat is 10 centimeter meer dan het IPCC vijf jaar geleden dacht, doordat de ijskap op Antarctica in de afgelopen tien jaar drie keer zo snel kromp als in de tien jaar daarvoor. Op Groenland was dit twee keer zo snel. Ook hebben de oceanen tot nu toe een groot deel van de broeikasgassen en de opwarming van de atmosfeer opgenomen. Dit maakt de oceanen warmer en zuurder, waardoor het water uitzet en de zeespiegel stijgt. Het IPCC schat de stijging nu op 3,66 millimeter per jaar, dat is tweeënhalf keer sneller dan tussen 1900 en 1990.

Geen weg terug

Als gevolg van deze zeespiegelstijging kunnen kuststeden onder water lopen, rivieren opdrogen en kunnen ecosystemen in oceanen ineenstorten door de verzuring. Wereldwijd wonen bijna twee miljard mensen in kustgebieden. Permafrost en gletsjers, een belangrijke waterbron voor een groot deel van de wereldbevolking, smelten. Ook worden de gevolgen van hevige stormen erger, omdat getroffen gebieden sneller overstromen.

Lukt het wel de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en de temperatuurstijging te beperken tot minder dan twee graden, zoals afgesproken in het Parijs-akkoord, dan stijgt het zeewaterpeil tegen het einde van de eeuw met 30 tot 60 centimeter. ‘De grootste versnelling van de stijging verwachten we na 2100’, zegt Van de Wal. ‘Dan is de stijging van de zeespiegel ook meteen zo groot dat het heel erg misgaat. Er is dan geen weg meer terug.’ Als de uitstoot van broeikasgassen niet wordt beperkt, dan kan de zeespiegel in 2300 met meer dan vijf meter zijn gestegen. Het IPCC onderzocht nog niet eerder de gevolgen op zo’n lange termijn.

Migratie

In de komende tientallen jaren heeft de stijgende zeespiegel volgens de hoogleraar vooral effect rond de evenaar. ‘Denk aan Caribische eilanden en delen van Zuid-Amerika en Afrika,’ zegt hij. In de rest van de wereld worden deze gevolgen ook voelbaar door migratie: mensen zullen wegtrekken uit gebieden die onbewoonbaar zijn geworden. ‘Dit is al aan de gang op kleine eilanden, zoals de eilandengroep Tuvalu ten westen van Australië’, zegt Van de Wal.

Verhuizen naar Duitsland

Als de zeespiegel mondiaal stijgt, zal dit natuurlijk ook in Nederland gebeuren. ‘Onze dijken zijn bestand tegen water tot ongeveer vijf meter boven de zeespiegel’, zegt Van de Wal. Maar de hoogleraar waarschuwt voor onze ‘focus op adaptatie’. ‘We praten alleen over de aanpassingen die nodig zijn bij een hogere zeespiegel, over het verhogen van de dijken. Terwijl de enige manier om dit op te lossen het terugdringen van broeikasgassen en het stoppen van klimaatverandering is.’ Dit is moeilijker dan het zoeken naar (lokale) oplossingen voor een zeespiegelstijging, omdat mondiale maatregelen nodig zijn. Maar, nemen we deze maatregelen niet, ‘dan moeten we op termijn bereid zijn om te verhuizen naar Duitsland’.

Bron: FD

Bron: topsector water

Op 5 juni 2019 organiseerde Topsector Water & Maritiem (TSWM) de kennisconferentie  “WAT ER IS”. Twee zaken waren de hoofd items op de dag bij Van Oord. Te weten: ‘Wat hebben we afgelopen 7 jaar gepresteerd? en ‘Hoe zou dat in de toekomst beter kunnen?’ Om deze vragen te beantwoorden kwamen verschillende mensen bijeen om in een gearrangeerd café deze zaken te bespreken. Het volle verslag is te lezen in deze ISSUU- publicatie.

Bron: topsector water

‘Hoe maak je grondverzet duurzamer en goedkoper?’, dat was de vraag van de hackaton georganiseerd door het werkteam van Kernteam Deltatechnologie. In 2018 hebben twee ministeries de ambitie uitgesproken om maatregelen te nemen voor ‘toekomstbestendige grote wateren waar hoogwaardige natuur goed samengaan met een krachtige economie’. De maatregelen richten zich op het herstellen van de natuurlijke dynamiek van het water en de ecologische processen. Een voorbeeld hiervan is het verbinden van de Oostvaardersplassen en Lepelaarsplassen met het Markermeer. Voor al deze maatregelen is het nodig om grote hoeveelheden grond te verplaatsen. Grondverzet is duur en leidt tot enorme uitstoot van broeikasgassen. Topsector Water & Maritiem organiseerde medio juni 20019 bij Sweco de hackathon.

Bron: topsector water

Een alumni van de Universiteit Maastricht doet onderzoek naar groene innovatie in Topsector Water & Maritiem. Het thema van dit onderzoek van de United Nations University​ is groene product- en procesinnovatie binnen de Nederlandse topsectoren Chemie en Water & Maritiem. Het tracht te bepalen welke contextuele condities hier een (positieve) invloed op hebben, met een focus op externe factoren. Externe factoren zijn onder andere overheidssteun, cross-sectorale samenwerking, ‘cultuur’ binnen de sector, en dergelijken). Data voor dit onderzoek onder bedrijven in deze sectoren wordt via een survey verzameld (<7 min / NL of ENG). Het is ook mogelijk deze anoniem in te vullen, zonder vermelding van bedrijfsnaam of andere persoonlijke gegevens. Wie helpt om dit onderzoek te voeden? Graag klikken naar de pagina.

Bron: topsector water

Nog maar 8 nachtjes voor de Kennisconferentie WAT ER IS van Topsector Water & Maritiem op woensdag 5 juni. Het wordt een uniek event waar ervaringen uit het verleden worden gebruikt om de toekomst gezamenlijk vorm te geven. Wat mag je verwachten?

Afgelopen tijd is hard gewerkt door de verschillende kernteams om een spetterende conferentie op te tuigen. De mix aan geregistreerde deelnemers belooft veel goeds. Het is een weerspiegeling van het netwerk in de brede watersector.

WAT ER WAS

De cijfers van topsectorbeleid voor Water-, Deltatechnologie en Maritiem van de afgelopen jaren zijn opgeteld en worden geanalyseerd door Mark van Koningsveld (secretaris bedrijfsleven TsW&M). Mark geeft onder geen beding iets van de getallen prijs, maar het werkteam is onder de indruk.

WAT ER KOMT

Wat is het effect van het missiegedreven innovatie beleid op onze huidige structuur en hoe passen onze innovatie agenda’s hier het beste in? De middag wordt gebruikt om in korte sessies elkaar expertise te gebruiken. Het World Café is een beproefd concept om dit op zeer efficiënte wijze te bespreken. Roeland Allewijn, Henk Nieboer, Ivo Demmers en Ad van Wijk zijn onder meer de mannen die het café zullen leiden op respectievelijk de thema’s: Digitalisering, Nature based Solutions, Water&Energie en Voedsel&Water.

Nog maar enkele plekken zijn beschikbaar, dus geef het door aan collega’s en bekenden of deel het via social media. Wij hebben zin in deze veelbelovende dag en zien je graag op 5 juni!

Bron: topsector water

De vier QualityCoast gebieden in de Nederlandse Delta: Goeree-Overflakkee, Schouwen-Duivenland, Veere en Westvoorne zijn door de organisatoren van de Green Destination top 100 benoemd tot de beste duurzame natuurbestemming wereldwijd! De juryprijs is één van de onderscheidingen binnen de verkiezing van de meest duurzame bestemmingen van de Green Destinations top 100. De prijs is woensdagmiddag 6 maart 2019 uitgereikt tijdens de internationale beurs ITB in Berlijn, de grootste toerismebeurs ter wereld.

Het Nederlandse Deltagebied kenmerkt zich door uitzonderlijke en ongerepte natuur. Vlakbij grote steden als Rotterdam, Breda en Antwerpen vind je een groene oase waar je nog echt tot rust kunt komen. Het gebied kent een rijke flora en fauna. Je kunt er met gemak zeehonden, bruinvissen, herten, bevers, wilde fjordenpaarden, flamingo’s, sterns, Europese zeearenden en andere bijzondere vogels spotten. De ongerepte brede Noordzeestranden en jachthavens aan het Haringvliet, de Grevelingen, de Oosterschelde en het Veerse meer staan bekend om hun bijzonder schone zwemwater en kwalitatief goede voorzieningen.

Groene, duurzame bestemming
Het gebied kent een verscheidenheid aan natuurgebieden, slikken, waterrijke gebieden en duinlandschappen. Het leent zich uitermate goed voor een fiets- of wandeltocht, diverse watersporten of een relaxte strandvakantie. Naast veel groen, natuur en duurzaamheid vind je in het gebied ook veel gezelligheid in de authentieke dorpen en jachthavens. Daarnaast zijn er voor elk budget horeca- en overnachtingsmogelijkheden te vinden.

Natuur behouden en beleven
De gebieden in de Nederlandse Delta zijn bekroond met een QualityCoast Award en zetten daarnaast samen met de natuurbeheerders in op het behoud van flora en fauna. Natuurontwikkeling en het op een gepaste manier beleefbaar maken van natuur is daarbij erg belangrijk. Diverse gebieden hebben de Natura 2000 status. Natura 2000 is een initiatief van de Europese Unie en bestaat uit beschermde natuurgebieden waarvoor het beheer, de bescherming, ontwikkeling en het medegebruik is vastgelegd.

Klik hier voor het gehele bericht of bekijk de video.

Bron: topsector water

Nederland is de belangrijkste deltametropool van Europa. Een gebied dat steeds meer onder druk staat, en dat we tegelijkertijd duurzaam, veilig, aantrekkelijk en leefbaar willen houden. Hiervoor maken we steeds meer gebruik van de zee en kust.

Delta van morgen

Maar, deze ruimte is beperkt. Al talloze innovatieve projecten in onze delta zijn in ontwikkeling: van energie- en voedselwinning, tot kustbescherming, natuur, scheepvaart en visserij.. de komende decennia wordt het dringen op zee. Dit vergt overzicht en samenhang, waardoor we de ruimte efficiënt en effectief kunnen benutten. Nova Delta is een innovatieplatform, waar bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden elkaar kunnen vinden. Nova Delta legt verbanden, zorgt voor verdieping en organiseert de slimme samenwerking die nodig is voor een klimaatbestendige en welvarende delta. Hiermee vormt Nova Delta niet alleen de route naar een toekomstbestendig Nederland,
maar biedt het ook een perspectief voor de delta’s van morgen.

Aansluiten

De bundeling van initiatieven is ook vorm gegeven in een position paper dat continue gevuld wordt met de laatste pilots, proeftuinen, mogelijkheden en connecties. Het project dat geïnitieerd is vanuit het kernteam Deltatechnologie is voedingsbodem van vele gesprekken. Het wordt door Topsector Water & Maritiem gebruikt als één van de opmerkelijkste uitdagingen die ons als land wereldwijd zou kunnen positioneren. Tevens past het naadloos in het missiegerichte innovatie beleid van EZK.

een initiatief van de Topsectoren voor een duurzame kust en Noordzee

Bron: topsector water

Klimaatverandering staat internationaal hoog op de prioriteitenlijst. Nederland heeft zich kunnen manifesteren in deze kwestie doordat de lancering van de Global Commission on Climate Adaptation deze maand plaats vond in Den Haag. Deze commissie verschilt van andere wereldwijde klimaatinitiatieven die zich vooral richten op mitigatie. Bij de VN-klimaattop in september 2019 gaat deze klimaatcommissie een actieagenda presenteren. Hierin beschrijft de commissie de urgentie van adaptatie op basis van gegevens van wetenschappelijke en economische instituten. De agenda bevat ook concrete acties, zoals maatregelen die versneld moeten worden genomen. Topsector Water & Maritiem heeft eerder deze klimaat-pager gemaakt om acties te bundelen.
De ambitie voor Nederland, beschreven in dit document moet zijn om samen­levingen wereldwijd te helpen zich tijdig aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Hierbij is oog nodig voor het beperken van risico’s evenals voor het versterken van de verdienkracht en welvaart van deze samenlevingen in de nieuwe situatie. Dit vereist maatwerk! Oplossingen moeten passen in het lokale ecosysteem, maar ook gedragen worden door de lokale governance-structuur en economie. Alleen zo kan een duurzame nieuwe situatie ontstaan.

Ocean Summit in schrift

Veel aandacht voor het klimaat en de energietransitie was ook op de Europese Watertechnologie week eind september in Leeuwarden en bij de Innovatie Expo 2018 op 4 oktober op de RDM Campus in Rotterdam.  De waterpleinen binnen en buiten op de kademuur van de campus, werden druk bezocht, o.a. door Minister Cora van Nieuwenhuizen (I&W) en Staatssecretaris Mona Keijzer (EZK). We hebben een goed visitekaartje afgegeven, vele start-ups, MKB-ers, grotere organisaties en kennisinstellingen uit onze sector toonden wat ze inspireert en waarmee ze bezig zijn. De lancering van het one-off magazine ‘Ocean Summit – Future of the Ocean’, mocht ik starten door het blad te overhandigen aan de dames van de Start-up: The Great Bubble Barrier. De estafette ter lancering liet zien dat een diverse groep mensen zeer begaan is met onze zeeën en oceanen.

Renderend Europees pad

De bijeenkomst: ‘De Vaart naar Brussel’, op 11 oktober werd goed bezocht. De discussies droegen bij aan een duidelijk pad naar subsidies en mogelijkheden binnen de EU. De hoofdvraag was: ‘Hoe generen we meer rendement uit de Europese onderzoeksagenda voor water en klimaatadaptatie’. Dit terwijl de komende jaren nog volop mogelijkheden zijn om gebruik te maken van het lopende Horizon 2020-programma, LIFE en Interreg, wordt ondertussen gewerkt aan het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) en nieuwe kennis- en innovatieprogramma’s, waaronder Horizon Europe. Onze waterkennis reikt tot ver buiten onze landsgrenzen maar of we deze kennis ook effectief en vraaggestuurd inzetten, stond ter discussie. Grote maatschappelijke uitdaging die oplossingen bieden aan Europa kunnen enkel multidisciplinaire worden gevonden. De Nederlandse watersector weet dat ze een sleutel in handen heeft, maar kansen worden niet genoeg gegrepen.

Marien onderzoek in geding

Nederlands mariene onderzoek staat internationaal hoog aangeschreven. Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee NIOZ, het grootste instituut van NWO, verricht als nationaal oceanografisch instituut al meer dan 140 jaar fundamenteel, zeegaand onderzoek naar wetenschappelijk en maatschappelijk belangrijke vraagstukken aangaande het functioneren van oceanen en zeeën. De onderzoeksvaartuigen zijn inmiddels aan vervanging toe. Vooral de grootste schepen, de RV Pelagia (voor oceaan onderzoek) en de Navicula (voor Waddenonderzoek), zijn over hun economische en technische levensduur heen. De vlootvervanging wordt voorbereid als praktijk proeftuin voor meer duurzame scheepvaart. De schepen zouden leidend kunnen zijn in de ontwikkeling van zero emission shipping, digitale infrastructuur, handsfree varen, ecologische bouwmaterialen en veel meer. Het is verheugend dat veel bedrijven en instellingen uit de maritieme en mariene wereld dit initiatief steunen.

Strategische planning Noordzee

Zoals ik in mijn vorige blog vermelde, heeft de Minister van Infrastructuur & Waterstaat de Tweede Kamer beloofd vóór het einde van dit jaar een strategische planning Noordzee te sturen. Het Nederlandse deel van de Noordzee is weliswaar anderhalf keer zo groot als ons landoppervlak, maar is wel klein voor alle gewenste ontwikkelingen welke samenhangen met de klimaat-, energie en voedsel transitie: windparken, energie-eilanden, visserij en aquacultures, bereikbaarheid van havens en scheepvaartroutes, natuur, bescherming tegen overstromingen bij zeespiegelrijzing en de druk op de kustwateren in de Randstad. Dit betekent dat multifunctioneel ruimtegebruik en keuzes onvermijdelijk zijn. De Strategische Agenda Noordzee 2030 gaat de samenhang, kaders en keuzes aangeven.

Platform Nova Delta

Daarmee staat het initiatief Nova Delta weer bij velen op de agenda. Niet als concreet uitvoeringsproject, maar als platform voor de vele nieuwe en oude initiatieven met betrekking tot de Noordzee. Een dergelijk platform hebben we nodig voor kennisdeling en gecoördineerde innovatieprogramma’s onder meer voor een goede balans tussen energie- natuur – voedsel en een gezonde zee, welke duurzaam gebruikt en beheerd wordt. Daarbij worden twee tijdspanne gehanteerd, namelijk 2030 en als verre stip op de horizon 2050, voor meer futuristische ideeën en plannen. Zo moet Nova Delta bijdragen aan een innovatieve, concurrerende Blauwe Economie.

Van Kennis naar Kunde naar Kassa

De implementatie van de Kennis en Innovatie agenda zie ik in veel verschillende projecten terugkomen. Het is fijn te zien dat we gezamenlijk een werkbaar en zeer toegankelijk document hebben gemaakt. Ik verheug me op een te plannen bijeenkomst waarin we al het werk van afgelopen jaren kunnen presenteren. Welke innovaties hebben we met de KIA’s en de budgetten vanuit het Topsectorenbeleid kunnen realiseren? Begin volgend jaar willen we die gezamenlijk in een open bijeenkomst bestuderen en de nieuw gekozen thema lijnen verder uit te werken.

Veel leesplezier,

Hans Huis in ’t Veld

 

Bron: topsector water