Omschrijving

De samenstelling van een ontwerpteam bepaalt in hoge mate de focus van waaruit en de scope waarmee gewerkt wordt. Het werken met een smalle focus gericht op enkel effectiviteit van gesuppleerde kubieke meters als vernieuwende kustverdedigingsstrategie leidt niet tot het slaan van bruggen met andere perspectieven. Monofunctionele ontwerpen leiden tot gebrekkig draagvlak bij regionale en lokale partijen. Van meet af werden verschillende partijen met meerdere belangen tot het ontwerpproces toegelaten. Dit leidde tot een interdisciplinair ontwerpproces waarover regie gevoerd moest worden.

Interventie

Drie interventies zijn uitgevoerd, in de eerste plaats het creëren van een partnerverband met 12 organisaties, in de tweede plaats het werken met een sterk interdisciplinair ontwerpteam en in de derde plaats, waar nodig naar bevind van zaken ontbrekende expertise toevoegen, bijvoorbeeld rond het vraagstuk van de ontwikkeling van een getijdengeul en slib op het strand en de effecten op grondwaterstand en zout intrusie.

Leereffect

Geleerd is over het proces dat pas gaandeweg de belangen ingebracht door diverse partijen uitkristalleren en met elkaar consistente patronen vormen, het ging daarbij vooral om de combinatie van vorm en locatie. Het volume, en impliciet ook de effectiviteit van een megasuppletie, was daarbij een van de parameters waarmee gezocht moet worden naar een voor alle partijen acceptabel ontwerp.

Geleerd is ook dat de samenstelling van een ontwerpteam (en van een consortium ) in belangrijke mate bepalend is hoe het experiment er uiteindelijk uit zal zien. Bijvoorbeeld betrokken Waddenzee georiënteerde marine ecologen bleken ook tijdens een ontwerpworkshop Zandmotor te denken in termen van lagunes en groene stranden; elementen die uiteindelijk terug te vinden zijn in het ontwerp. De ecologen meer thuis langs de Hollandse kust legden meer nadruk op onderwatersuppletie ter versterking van het proces van natuurlijke duinvorming. Betrek je een landschapsarchitect dan drukt deze ook een stempel, overigens net als iedere deskundige die per definitie vanuit een bepaald vertrekpunt en perspectief werkt.

Omschrijving

Voor de provincie was de zandmotor vooral meer recreatie ruimte en een grotere veiligheid, dus argumenten die vooral de bewoners van de kustgemeenten aan zullen spreken. Het recreatieruimtekort gesignaleerd in het ‘Zuidvleugeldebat’ zadelde de provincie op met concrete recreatieruimte doelstellingen. Daar paste  steun voor  ‘experimenteren met kustonderhoud ten laste van de burgers’ zeker niet bij.  Steun van de provincie en zeker een financiële bijdrage van de provincie moest gewoon hard, tastbaar, verantwoord worden.

Dat paste niet bij presentatie van Waterdienst die het idee  Zandmotor aanvankelijk presenteerde als een morfologisch experiment voor kustonderhoud, waarvoor ook onder water varianten en eilanden reële alternatieven vormden.  De regionale directie van Rijkswaterstaat wilde natuurlijk graag het noodzakelijk kustonderhoud zoveel mogelijk in de pilot stoppen en hadden daarom een voorkeur voor een locatie ten zuiden en nabij Ter Heijde, de plaats met de grootste onderhoudsbehoefte.

Interventie

De interventie werd ingezet door de Waterdienst, die de positie van RWS verbreedde, het ‘experiment’ centraal stelde en op zoek ging naar oplossingsruimte in andere functies en bij andere partijen. De interventie betrof een verandering in scope. Toen eenmaal de impasse onder ogen werd gezien en niet meer in eerste instantie gestuurd werd op een zo groot mogelijke kosteneffectiviteit, werd er meer gekoerst over de boeg van innovatie en de functies recreatie en natuur. En daardoor ontstond de noodzakelijke ruimte om partijen verder op te lijnen.

Concreet werd vervolgens een workshop georganiseerd in Den Haag waar de inzet was het genereren van een set alternatieven die in het MER zouden worden vergeleken. In de workshop was op zich geen sprake van het doen van een keuze, maar vooral van het inkaderen van de scope, welke alternatieven wel en niet te beschouwen. Daarmee stond feitelijk wel de discussie locatie-vorm centraal, uitgewerkt naar de triade kustonderhoud-natuur-recreatie.

Leereffect

1     Het aanpassen van de argumentatie kan impasses doorbreken: Wat geleerd is over het verloop van het proces is dat elke partij probeert de voor hem relevante argumentatie aan het project te koppelen en zo nodig op deze argumentatie ook het ontwerp aan te passen. Het aanpassen van de argumentatie kan de (ontwerp)ruimte bieden om een impasse te doorbreken.  Een experiment alleen als experiment presenteren kan nooit op voldoende draagvlak rekenen.

2     Continu aandacht voor het beïnvloeden van argumentaties en framen van een experiment is nodig: In de MER gerelateerde workshop over varianten en functies zijn stappen gezet, die terugkijkend, medebepalend zijn geweest. Maar natuurlijk hebben voorafgaand aan de workshop en ook daaropvolgend vergelijkbare processen van argumentatie vinden, argumentatie beïnvloeden en experiment framen plaatsgevonden. Zo zijn de alternatieven uit de workshop nog verder aangepast en zijn ook nog enkele nieuwe varianten in ogenschouw geweest, zoals varianten op de onderwatersuppletie, maar omdat de provincie in alle gevallen voor de recreatie de zandmotor boven water wilde zien, zijn deze ook afgevallen. Het framen gebeurde daarbij op verschillende niveaus, binnen de projectgroep en op bestuurlijk niveau, soms met verschillende accenten wat betreft de argumentatie. Zo was voor de provincie extra recreatieruimte bepalend zonder dat dit aan een expliciete en toegankelijke locatie was gekoppeld. De gemeenten vooral de ongestoorde ontwikkeling van de badplaatsen.

3     Besef dat, achteraf bezien, iedere bijeenkomst uit een hele reeks cruciaal kan zijn:  Tijdens de  workshop werden varianten ontwikkeld, getekend en bediscussieerd. Waar sommige partijen defensief binnenkwamen en bijvoorbeeld een meer zuidelijke onderwatervariant wilden, of daar juist mordicus tegen waren, of met heel specifieke denkbeelden over de recreatievarianten, opende de workshop de ruimte voor het zoeken naar de mogelijkheden en synergie waar het locatie en vorm in de triade kustveiligheid, natuur en recreatie betrof.  Dat had niet zo hoeven lopen in deze bijeenkomst. De les is ook niet dat een MER gerelateerde workshop cruciaal is maar dat in de schaduw van beweging bij een belangrijke partij kansen ontstaan en dat in een reeks van bijeenkomsten alleen achteraf duidelijk is waar grote sprongen voorwaarts zijn gemaakt. De crux is het orkestreren van het gehele proces van bestuurlijke, projectgroep en stakeholderbijeenkomsten, zodanig dat een duidelijk Leitmotiv duidelijk wordt, dissonanten worden voorkomen en kansen benut worden.

Omschrijving

De recreatie en ruimte doelstellingen maken openbare toegankelijkheid van de Zandmotor strikt wenselijk. Zwemveiligheid staat op de agenda vanaf de start van de voorbereidingen, bijvoorbeeld rond de mogelijkheid van vorming van muien. De keuze voor een ontwerp met een lagune wakkerde de discussie verder aan vanwege de getijdengeul die hiermee kan ontstaan over een grote lengte van het strand.

Interventie

Er is niet getracht de kennis over effecten op zwemveiligheid vooraf aan de aanleg te vervolmaken. Dit werd met de huidige stand van morfologische modellen ook niet mogelijk geacht. Er is gekozen voor een arrangement waarin Rijkswaterstaat en de provincie nauw samen werken met de reddingsbrigades van Monster, `s-Gravenzande en Den Haag  en de veiligheidsregio. Versterking van deze reddingsbrigades in combinatie met goede monitoring vormt de basis. In geval van onveilige situaties kondigt de provincie een zwemverbod af.

Leereffect

Het blijkt dat bestuurders zeer wel onzekerheid rond een voor hen belangrijk onderwerp kunnen accepteren als er maar een passend arrangement tot stand komt dat de beheersbaarheid van situaties zeker stelt. Ook geleerd is dat ‘een kat in het nauw vreemde sprongen kan maken’,  in 2012 zijn er in een weekeinde basaltblokken in de ingang van de geul gestort, omdat de hoge stroomsnelheden in deze geul een gevaar voor zwemmers vormden. Die blokken verstoren het experiment, er lagen afspraken dat in geval van urgentie in overleg met de inhoudelijk deskundigen oplossingen met zand zouden worden ingezet.
Een aandachtspunt om beheersafspraken nog beter vooraf te regelen, zodat ook in geval van urgente situaties op ongelukkige momenten, zoals in het weekend, de juiste maatregelen worden getroffen. Hier is inmiddels een Actieteam voor in het leven geroepen, bestaande uit RWS, PZH en betrokken veiligheidsinstanties.

Omschrijving

De voorspelbaarheid van het gedrag van megasuppleties is beperkt.  Dit brengt onzekerheden en risico’s met zich mee.  Sommige daarvan wegen zwaar, andere wat minder. Volledige kennis en zekerheid is er natuurlijk nooit. De belemmering en tevens uitdaging is de vraag hoe om te gaan met enerzijds de roep om meer kennis, analyse, onderzoek, data en kennis die geregeld klinkt en anderzijds de perceptie van onzekerheid en risico’s welke daartoe aanleiding geeft. Hoe zorg je er voor dat het niet verzandt in een kennisdebat?

Interventie

Om inzicht te krijgen in de onzekerheden voor zover relevant voor de fysieke leefomgevingskwaliteit   zijn er analyses uitgevoerd op basis van morfologische modellen. Daarnaast is nog aanvullend gekeken naar referentiesituaties voor aspecten die niet uit modellen kunnen worden afgeleid, waaronder de sedimentatie van slib op het strand, het ontstaan van een erosieve getijdengeul en de zwemveiligheid in relatie tot het optreden van muien. De MER rapportage bevat een paragraaf waarin expliciet wordt ingegaan op de onzekerheden  ten aanzien van de uitkomsten van gehanteerde morfologische modellen. Op basis van wat wel met redelijke zekerheid bekend is, werd er een keuze gemaakt voor aanleg in de actieve zone (een zone die zich uitstrekt tot ongeveer 9 meter diepte) en een locatie voldoende ver van badstranden en de haven van Scheveningen.

Onzekerheden zijn voor zover mogelijk opgepakt in het ontwerp (o.a. locatie, ligging in de actieve zone, buitencontour), in beheersmaatregelen (o.a. ondersteunen en uitbreiden capaciteit van de zwembrigade, een bronneringstelsel voor het beheersen van ongewenste grondwaterontwikkelingen) en in nadere afspraken/arrangementen met betrokken partijen (o.a. ingeval de intergetijde-geul een probleem zou worden voor de zwemveiligheid).

Leereffect

1     Verbinden analyse en onderzoek naar onzekerheden en risico’s met een visie op het hanteren daarvan: Een mogelijk raster voor classificatie, presentatie en aanpak:

  • No go

Bij de keuze tussen alternatieven is o.a. het eiland als alternatief afgevallen vanwege de grote onzekerheden ten aanzien van de zwemveiligheid. Deze onzekerheden werden niet beheersbaar geacht, bijvoorbeeld met een waakzame zwembrigade.

  • Hanteerbaar/oplosbaar in project (ontwerpparameters/ontwerp)

In het ontwerp zijn onder andere aanvullende vooroeversuppleties opgenomen omdat er onzekerheden waren over de erosieve trend en snelheid van zandtransport langs de kust naar plaatsen waar ook op korte termijn onderhoud werd verwacht. Er is een duinmeertje opgenomen mede met oog op het dempen van effecten op het grondwater, later bleek dit niet voldoende effect te sorteren. Wel heeft het ook een recreatieve en natuurfunctie.

  • Beheersmaatregelen

Onzekerheden hebben beperkt een rol gespeeld bij de keuze van de alternatieven en het ontwerp, maar hebben we wel geleid tot aanvullende beheersmaatregelen. Bijvoorbeeld waar het bronneringsmaatregelen betreft om eventueel optredende risico’s rond grondwater te heersen. De onzekerheden die met de zwemveiligheid samenhangen waren van dien aard dat deze niet onderscheidend waren tussen de meeste alternatieven. Zo kon alleen maar worden gespeculeerd over de effecten op de zwemveiligheid van een grotere vooroeversuppletie. Reden om een arrangement voor zwemveiligheid te ontwikkelen om zo de onzekerheid aan monitoring en actie waar nodig te koppelen.

  • Adaptieve beheersafspraken. Voor onvoorziene ontwikkelingen die op voorhand niet kunnen worden uitgesloten of beheerst, zijn beheersafspraken gemaakt. Een voorbeeld is de ontwikkeling van een erosieve getijgeul, iets dat niet met modellen voorspeld kan worden. Hierover is afgesproken dat wordt ingegrepen zodra deze geul een gevaar voor de zwemveiligheid vormt. Ook is hierbij afgesproken hoe in dat geval correctief wordt ingegrepen.

2     Blijf zoveel mogelijk uit de buurt van de hoofdpijnonderwerpen van bestuurders.

Er waren meerdere kopzorgen bij de bestuurders. De meeste daarvan werden opgelost door ‘zoveel mogelijk uit de buurt’  te blijven. Dit geldt onder andere voor het duincompensatiegebied, de badplaatsen Ter Heide en Kijkduin en de haven van Scheveningen als mede de uitstroomopening van het nieuwe gemaal van Delfland. Aan de kopzorgen van Dunea  is vooral tegemoetgekomen met mitigerende maatregelen en met monitoring. De zwemveiligheid, deels ook een kopzorg voor gemeenten en provincie, is opgelost met een beheersmaatregel. Op deze wijze bleef ook de sterke en langdurige pleitbezorgersrol van enkele bestuurders en politici intact, welke zeker een belangrijke invloed heeft gehad.

Omschrijving

Bestuurlijke en maatschappelijke belangen en risicopercepties schuurden geregeld met de gewenste ontwerpparameters: De mogelijke verzanding van de haven van Scheveningen werd bijvoorbeeld op de agenda gezet. Vanuit Rotterdam was een duincompensatieverplichting aan de orde die beperkingen aan de zeewaartse uitbouw van de kust met zich mee bracht. Het Hoogheemraadschap Delfland wilde een redelijke noordelijke locatie zodat de investering in een nieuw gemaal  dat op zee loost ongemoeid zou blijven. Pal voor Ter Heijde was lastig omdat een zandmotor een  te grote en snelle verandering van het karakter van deze badplaats met zich mee zou brengen.  Ook werd het onderwerp van mogelijke afname van zwemveiligheid besproken. Verder speelden discussies rond mogelijke verandering  van de grondwaterstand en mogelijke zout intrusie, een gevaar voor de drinkwaterputten in de duinen.  Deze laatste discussie ontwikkelde zich sterk gaandeweg. Aanvankelijk lag de nadruk op de natuureffecten en was het uitgangspunt dat een hogere grondwaterstand op zich positief zou zijn, maar een daling op termijn, vanwege de steeds kleiner wordende zandmotor niet gewenst. Later verschoof de aandacht vooral naar gevolgen voor de drinkwaterwinning van een zeewaartse verschuiving van de grondwaterscheiding.  Deze zeewaartse verplaatsing vergroot het risico dat zout water dat als gevolg van de recente versterking van de Delflandse kust in de zeereep als bel aanwezig was, richting de drinkwaterputten zou stromen. Daarnaast speelde in deze discussie  ter hoogte van de Puinduinen ook nog een risico vanwege vervuild grondwater mee. Dit stroomt nu nog zeewaarts maar zou bij een verschuiving van de grondwaterstand ook richting putten kunnen stromen (Dunea heeft hierover een educatief filmpje gemaakt: ziehttp://www.youtube.com/watch?v=oEhGzxcz3gk).

Interventie

De interventie betrof het loslaten van de idee van de optimale locatie, omvang en vorm. In de plaats daarvan kwam zoeken naar een zinvol en vooral realiseerbaar experiment in een participatieve werkwijze. Daarbij werden achtereenvolgens ingebrachte argumenten op een adaptieve wijze  verwerkt door deze te combineren en waar mogelijk te integreren. Een door partijen ondertekende ambitie-overeenkomst vormde daarbij een belangrijke tussenstap. Samenvattend is, om de risicoperceptie te verlagen, een participatieve werkwijze gevolgd. Dit zowel voor als na het tekenen van de ambitie-overeenkomst.

Leereffect

1     Flexibiliteit is noodzakelijk om niet vast te lopen: De wrijving tussen bestuurlijke en maatschappelijke realiteiten en de ideale ontwerpparameters, en de daarover gevoerde regie, kan in een suboptimaal ontwerp resulteren.

2     Een participatief arrangement met bestuurlijke ijkpunten helpt om door een labyrint van belangen te navigeren: Eigenlijk is met de bestuursovereenkomst al een mal voor de zandmotor geschapen waarbij het optimaliseren met oog op kustonderhoud (o.a. volume en vorm) en kosten (vooral volume) niet meer aan de orde was. Er is dus vooral nog gekeken naar locatie en effecten op natuur en recreatie. Op de achtergrond speelde ook nog een bepaalde omvang ten behoeve van het experiment. Uiteindelijk is een vanuit het perspectief van kustonderhoud suboptimaal ontwerp gekozen vooral vanwege de voorwaarden die door verschillende partijen zijn gesteld:

  • Wat betreft locatie moest rekening worden gehouden met het duincompensatiegebied van het havenbedrijf Rotterdam, het gemaal van het Hoogheemraadschap van Delfland, het strand van de badplaatsen Ter Heijde en Kijkduin en met de gevolgen voor de haven van Scheveningen.
  • Wat betreft vorm waren de beperkingen en voorkeuren: zoveel mogelijk boven water met oog op recreatie, geen eiland met oog op zwemveiligheid en een baai omdat vanuit de ecologie slib en een ‘groen’ strandaccent interessant gevonden werd.

3     De positie en samenstelling van de projectgroep in het participatief arrangement is bepalend voor volgtijdelijkheid waarin belangen en risico’s aan de orde komen:  De discussie over de met grondwater samenhangende risico’s werd nog niet over de volle breedte gevoerd bij het tekenen van de ambitie overeenkomst. Het is veeleer zo dat de ambitie-overeenkomst is getekend op het moment dat er juist nog geen zicht was op de mogelijke negatieve effecten van een zandmotor voor drinkwaterwinning. Dit kwam deels doordat tijdens de planfase van het project de kust werd versterkt en de daardoor ontstane zoutwaterbel een nieuw gegeven werd voor het project. De drinkwatermaatschappij  Dunea was niet in de projectgroep aanwezig, zodat ook de informatie over het risico van vervuild grondwater onder de puinduinen pas laat in beeld kwam. Als Dunea direct al wel onderdeel van de projectgroep was geweest, dan hadden deze risico’s een rol kunnen spelen in de locatie van de zandmotor. In dat geval staat nog te bezien of, als alle grondwaterbelangen direct ingebracht waren en behartigd, de huidige locatie uit de bus zou zijn gekomen. Bij laveren door een labyrint van belangen en agenda’s speelt de volgordelijkheid van gebeurtenissen/argumenten waarschijnlijk een grote rol, afhankelijk van de volgorde waarin argumenten opdoemen volgt het proces de ene of de andere weg.