Oog voor terugverdienmodellen
Zoals voor alle investeringen geldt ook voor innovatie dat de kost voor de baat uitgaat. Maar investeringen in innovatie hebben nog een aantal andere specifieke kenmerken. Zo zijn zowel de kosten als de baten vooraf lastig in te schatten. Ook de verdeling van kosten en baten over de deelnemende partijen is niet gemakkelijk, omdat deze niet altijd in financiële termen te vertalen zijn, en ze daardoor moeilijk te vergelijken zijn. Daarnaast is niet duidelijk of de beoogde innovatie het gewenste resultaat zal hebben en of de innovatie eenmalig is, of vaker toegepast kan worden. Deze kenmerken maken duidelijk dat oog voor terugverdienmodellen een heikel punt is in het ontwikkelen van innovatieprojecten.
De spanning tussen het beheersbaar houden van transactie- en aanbestedingskosten en het voorkomen van marktconcentratie (teveel langjarige en grote contracten bij één of enkele marktpartijen) is een continu zorgpunt voor overheid en bedrijfsleven in het economisch verantwoord inrichten van innovatie. De overheid heeft vaak te weinig oog voor het belang van terugverdienmodellen in innovatieprojecten. Het bedrijfsleven heeft daar last van omdat innovatie van hen veel grotere investeringen vraagt dan standaardprojecten terwijl de toekomstige marktvraag (die ook grotendeels mede door de overheid bepaald wordt) onzeker is.
Lessen
- Erken dat ieder partij zijn eigen terugverdienmodel hanteert
- Speel in op de terugverdienmodellen
- Wees creatief in (co-) financierings- en incentive modellen
- Besef dat baten in de toekomst een discontovoet kennen ten opzichte van kosten nu
Innovatiehobbels
Een beperkte(re) financiële ruimte voor innovatie heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van de relatie tussen alle partijen in de driehoek. Minder geld leidt er toe dat partijen zich terugtrekken op hun eigen posities en een scherpere focus op opbrengst hanteren. Gunning op basis van de laagste prijs resulteert vaak in sterk onderhandelingsgedrag en grote prijsconcurrentie die een negatieve invloed hebben op de sfeer en het vertrouwen tussen partijen.
Dit is een lastige innovatiehobbel om mee om te gaan omdat er weinig aan gedaan kan worden. Het oprekken van de ruimte wordt bepaald door het beschikbare budget dat vast staat en onder druk van bezuinigingen beperkt kan zijn. Een mogelijke suggestie is meer gebruik maken van EMVI criteria om de speelruimte te vergroten. EMVI-criteria kunnen ook de financiële ruimte scheppen zodat innovatoren hun investeringen terugverdienen
Praktijkervaringen
Omschrijving
Kennis over met name de optimale locaties in relatie tot systeemkenmerken was beperkt. De belemmering was hoe om te gaan met deze onzekerheid.
Interventie
Door gebruik te maken van de oordelen van experts is meer, maar onzekere, systeemkennis ontwikkeld. Zo is geleidelijk aan meer zicht gekregen op goede locaties ten opzichte van golven en stromen. Vervolgens is gekozen voor locaties met verschillende fysische kenmerken wat betreft golven en stromen om zoveel mogelijk kennis uit de experimenten te kunnen verkrijgen over de potentie van oesterriffen. Hiervoor is monitoring noodzakelijk.
Leereffect
Positief geformuleerd zijn er ondanks beperkte systeemkennis goede keuzes gemaakt op basis van de interventies, de schaduwzijde is dat, ondanks dit alles, een van de riffen toch niet optimaal ligt, de stroming loopt daar anders dan verwacht. Er is grondige lokale kennis nodig van het proefgebied, idealiter, en het verkrijgen van meer zekere kennis, dat is de les, kost minstens een jaar onderzoek. Om voldoende kennis te halen uit het experiment is vervolgens meerjarige, multidisciplinaire monitoring noodzakelijk.
Omschrijving
De beschikbare kennis over met name de optimale ontwerpparameters voor oesterriffen was beperkt. Voorafgaande proeven met riffen van losse schelpen en bio-blokken hadden niet de gewenste effecten opgeleverd. Met name de stabiliteit liet te wensen over. Ook het zicht op de kosten voor aanleg was beperkt. Dat is lastig als het budget beperkt is. De te overwinnen belemmering lag in de omgang met deze onzekerheden.
Interventie
Er is gekozen om een traject met kleine proeven van enkele vierkante meters in 2009 en pas daarna drie grote riffen te ontwerpen en te realiseren, in 2010. Zo werden de risico’s beperkt en werd meer zicht verkregen op hoe het rif aan te leggen, de aanpak kan als ‘learning by doing’ worden gekarakteriseerd. De meest kansrijke uitvoeringstechniek is vervolgens toegepast. Ook werd verkend wat een vierkante meter kost. Nadeel van deze getrapte aanpak is wel een kortere beschikbare periode voor monitoring binnen het voorziene tijdspad van het project.
Leereffect
Van klein naar groot experimenteren, learning by doing, kan helpen om onzekerheden te hanteren en budget te ontzien. Een klein experimenteel rifje van enige vierkante meters bleek een stabiel substraat te bieden voor oesterlarven om zich te hechten en tegelijkertijd sedimentatie te bevorderen in de luwte van het rif, dat gaf vertrouwen. Het is wel nodig om met een experiment van voldoende omvang te eindigen om beter zicht op effecten en valorisatie te verkrijgen. Er ontstond ook meer zicht op de kosten van aanleg zodat de experimentele grotere riffen zo groot mogelijk gedimensioneerd konden worden, gezien het budget.
Omschrijving
Door TTT zijn nog slechts een beperkt aantal op IP gebaseerde systemen in de markt uitgezet. Het blijkt erg lastig, om vanuit bestaande, op conventionele technologie gebaseerde, besteksinformatie te komen tot een hoogwaardiger, veelzijdiger of uitgebreider product, tenzij de kostprijs minimaal gelijk of lager is dan het conventionele alternatief. De bestekseisen wijzigen in veel gevallen slechts langzaam, en ook als de eindklant positief is over innovatieve technologie, blijkt de letter van de bestekstekst alsmede het gegeven budget vaak leidend. De terugverdieneffecten van deze nieuwe technologie zijn niet altijd direct en expliciet zichtbaar, waardoor een drempel bestaat om te investeren. Ook liggen de terugverdienmogelijkheden vooral bij de systeemgebruiker en niet bij de kopende klant.
Om innovatie tot een succes te laten worden moet er voldoende urgentie zijn om de verandering door te voeren. Je weet wat je hebt en je weet niet wat je krijgt.Echter, als zich een situatie voordoet waarbij gevraagd wordt om oplossingen die niet standaard aanwezig zijn, is innovatie de enige optie.Om te komen tot een beslissing voor de innovatieve oplossing moet er voldoende draagvlak zijn. Er moet eigenaarschap ontstaan en mensen moeten zich opwerpen als sponsor; hun naam eraan verbinden.
Dit ontstaat niet als er sprake is van een gebrek aan:
- politieke bestuurlijke druk
- financiele druk door bezuinigingen
- maatschappelijke druk
- politiek imago druk:
- marktpositie/ concurrentie druk
Praktijkervaringen
Omschrijving
koppelen van projecten met een eigen dynamiek, planning en eigenaren.
Veel dijken in het benedenrivierengebied kennen een heel gedifferentieerd beeld van een aaneenschakeling van losse individuele initiatieven, zonder een planmatige ontwikkelstrategie. Hierdoor ontstaat een stapeling van functies op en rond de kering wordt de fysieke ruimte voor toekomstige dijkversterkingsopgaven beperkter zonder daarbij sterk te hoeven ingrijpen op deze functies. De functies houden geen rekening met elkaars toekomstige opgaven en belasten deze onbewust.
Iedere nieuwe ruimtelijke ontwikkeling kent zijn eigen inhoudelijke complexiteit en dynamiek, zijn eigen actoren met belangen en zijn eigen doorlooptijd. Er vindt (ongecontroleerd) een continue stroom van allerlei ontwikkelingen (van kortlopende tot structurele langdurige ingrepen) op en rond de keringen plaats. De behoefte aan een strategie waarbij koppelkansen worden geoptimaliseerd wordt steeds dominanter.
Interventie
flexibiliteit in tijd en ruimte
Voor de ontwikkeling van multifunctioneel gebruik van waterkeringen zullen opgaven gekoppeld moeten worden in tijd en ruimte. Belangrijk onderscheid in aanpak volgt uit de vraag of de waterveiligheidsopgave en/of de ruimtelijke ordeningsopgaven flexibel zijn in tijd en opgeschoven kunnen worden zodat ze met elkaar kunnen samenvallen. Zijn opgaven te synchroniseren waardoor deze tegelijkertijd aangepakt kunnen worden? Als dit zo is, dan kan een opgave direct integraal aangepakt worden.
Als dit niet het geval is, is het zaak om bij het aanpakken van een bepaalde opgave te anticiperen op mogelijke toekomstige opgaven. In dit geval komt een andere vorm van flexibiliteit naar boven: anticiperen. Anticiperen staat voor het treffen van (korte termijn) maatregelen die inspelen op toekomstige opgaven. Ruimtelijke opgaven kunnen anticiperen op toekomstige waterveiligheidsopgave en visa versa.
Leereffect
- Voor synchronisatie en anticipatie is samenwerking tussen organisaties essentieel. Deze samenwerking gaat om het verbinden van belangen in het perspectief van de tijd. Dit betekent dat kaders en agenda”s van een organisatie zich moeten aanpassen op kaders en agenda”s van andere organisaties.
- Een integrale programmatische aanpak tussen publieke partijen behoeft een gezamenlijke beleidskader. Als instrument kan gewerkt worden met een “omgevingsvisie dijken” in een breed perspectief en voor de lange termijn.
- Voor het vergroten van de koppelkansen moet ook de starheid van het financiële stelsel opengebroken worden. Middelen moeten flexibel ingezet kunnen worden zodat de programmering afgestemd kan worden op het synchronisatieproces van beheerder en omgeving.
- Flexibiliteit in tijd en ruimte maakt verknoping van lange- en korte termijn opgaven mogelijk.
Het bepalen van de waarde van kennis in innovatieprojecten is een lastige zaak. Het bedrijfsleven is vaak niet genegen om voor de specialistische kennis van de kennisinstellingen te betalen. Als de overheid dan ook in gebreke blijft wordt het voor kennisinstellingen erg moeilijk om hun investeringen in kennis terug te verdienen. En dat is wel steeds meer gewenst door het proces van privatisering van kennisinstellingen en het afbouwen van subsidies voor kennisontwikkeling. Daardoor geldt voor kennisinstellingen in toenemende mate wat ook In de private wereld geldt: kennis laten doorstromen is positie weggeven.
Een suggestie om met deze innovatiehobbel om te gaan is het hanteren van procedures om de waarde van kennis te bepalen en aan te geven welke partij nut van deze kennis heeft. Een andere optie is het opnemen van kostenposten expliciet voor kennisontwikkeling en door in een bepaalde situaties deze kosten te delen.
Praktijkervaringen
Investeren in vernieuwing is voor het bedrijfsleven risicovol omdat overheid veranderlijk is. De angst om te investeren in nieuwe toepassingen maakt de overheid (te) onvoorspelbaar voor het bedrijfsleven. De overheid moet dus consistenter in haar vraagarticulatie zijn om het bedrijfsleven voldoende houvast te bieden in het aanbestedingsproces. De overheid moet rekening houden met de hoge transactiekosten van het bedrijfsleven en haar innovatie-uitvraag dus meer voor de lange termijn programmeren. Deze innovatiehobbel vraagt om specifieke aandacht voor continuïteit en consistentie van beleid door de overheid als voornaamste opdrachtgever en launching customer voor innovaties binnen de gww-sector.
Een suggestie voor de overheid om met deze innovatiehobbel om te gaan is genoeg werkvoorraad (deal flow) te creëren door innovatieprogramma”s te maken i.p.v. afzonderlijke projecten. Formuleer een langjarig programma, waar nodig door “joint procurement” met een aantal opdrachtgevers. Daarnaast zijn goed verwachtingenmanagement en weten wat je wilt als overheid (niet te vroeg met marktconsultaties beginnen), ook bruikbare suggesties. Voor marktpartijen geldt dat ze hun transactiekosten inzichtelijk moeten maken en deze transparant moeten communiceren.
Praktijkervaringen
Bij een innovatief project zijn de kosten voor het ontwerp hoog doordat er geen standaardoplossingen van de plank gehaald kunnen worden. De overheid wil zich liever vaak niet snel vastpinnen op één partij, maar opties openhouden door mededinging te laten bestaan. Door de keuze uit te stellen blijft de overheid flexibel en denkt de overheid een betere keuze te kunnen maken en meer maatschappelijk rendement te krijgen. Echter het late tijdstip waarop de overheid kiest voor een opdrachtnemer (vaak ver in het ontwerpproces) resulteert voor marktpartijen in hoge kosten zonder dat er zekerheid is dat er een gegarandeerde opdrachtverlening aan vast zit. Ook vraagt de overheid vaak een grote mate van detail in de aanbieding die de marktpartijen op hoge kosten jaagt.
De consequentie hiervan is dat de markt scherper zijn keuzes zal maken in welk innovatief tendertraject wel en niet deel te nemen. Dit resulteert uiteindelijk in minder innovatieve aanbiedingen om de keuze op te baseren.
Praktijkervaringen
Omschrijving
Ondernemers in de schelpdiersector twijfelden of bij de uitvoering van het project niet toch te veel sediment in de waterkolom gebracht zou worden. De effecten op de omliggende mosselpercelen vormden de achilleshiel. De uitdaging was met de stakeholders een bevredigend meet- en rapporteersysteem te ontwikkelen zodat draagvlak en vertrouwen zou ontstaan.
Interventie
De interventie was, na overleg, een installatie van een real time monitoring systeem en online publiceren van de data. Op een vijftal percelen in de buurt van de suppletie zijn optische YSI 600 OMS sensoren geplaatst, de achtergrond sedimentatie is vastgesteld, de omgevingswaarde. Bij (dreigende) overschrijding van de vastgestelde maximumwaarden werd de aannemer ingelicht. De meetgegevens gedurende de suppletie zijn twee keer per dag online gezet. Ook zijn er kooitjes met mossels geplaatst om mogelijke negatieve groei van mossels te monitoren.
Leereffect
Het effect van de interventie, overleg en het monitoringsysteem, is transparantie. Een aantal malen is het plafond overschreden. Het bleek niet eenvoudig om altijd de oorzaak eenduidig vast te stellen, bagger- en suppletieschema, weeromstandigheden en activiteiten van de kwekers zelf spelen hierin een rol. Wat ook bleek dat bij overschrijding ook vervuiling van de sensor aan de orde kon zijn. Daardoor was niet enkel communicatie richting aannemer essentieel maar ook onmiddellijke reiniging van de sensoren door er een schip heen te sturen.
De totale omvang van een opdracht wordt bepaald door contractkeuzes zoals de loopduur en geografische scope van het contract, en het aantal fases in de levenscyclus van het product dat in het contract worden ondergebracht. Grote, lange termijn contracten hebben twee tegenstrijdige effecten:
een positief effect op de efficiëntie op de korte termijn doordat minder aanbestedingsprocedures nodig zijn, minder contracten gemanaged moeten worden, en dus minder transactiekosten worden gemaakt terwijl aannemers, door de grote schaal, hun diensten tegen een lagere prijs kunnen aanbieden.
een negatief effect door het gevaar van markconcentratie op de lange termijn. Bij grote, geïntegreerde contracten is de keuze beperkt tot aannemers die veel risico”s kunnen dragen en de juiste combinatie van vaardigheden hebben. Voor bedrijven die deze contracten niet binnenhalen, kan dit grote financiële gevolgen hebben. Bedrijven met een sterke marktpositie durven juist hogere winstpercentages te vragen waardoor de prijzen stijgen.