Experimenteerruimte

Er is ruimte nodig -fysiek, bestuurlijk, procesmatig en financieel – alsmede tijd waarbinnen met nieuwe oplossingen en toepassingen kan worden geëxperimenteerd. Experimenteerruimte  is belangrijk om innovatieve ontwikkelingen te testen. Om innovatie te stimuleren is een beschermde omgeving nodig waarin experimenten uitgevoerd kunnen worden zonder de druk dat het direct positieve resultaten moet opleveren of dat bestaande, formele beleidsdoelen en beheertaken door de beoogde innovaties moeten worden ondersteund. De experimenteerruimte creëert een omgeving waar regelgeving of imagoschade bij falen geen invloed op hebben.

Het biedt mogelijkheden om te leren van ervaringen, ervaringen delen met anderen en ruimte om verwachtingen met betrekking tot de nieuwe toepassingen bijtijds bij te stellen. Daarnaast stimuleert meer experimenteerruimte creativiteit zodat een grotere diversiteit aan plannen en ideeën ontstaat waaruit kan worden gekozen.

Lessen

  1. Zoek zo concreet mogelijk waar en hoe de relevante experimenteerruimte gevonden kan worden.
  2. Doe een praktische assessment (verkennen) naar waar de experimenteerruimte gevonden kan worden
  3. Monitor de praktische experimenteerruimte  voortdurend tijdens de ontwikkeling van een innovatie-initiatief (Project, Pilot).

Innovatiehobbels

Onvoldoende institutionele bewegingsruimte ontstaat wanneer er geen juridische zekerheden zijn voor het loslaten van bestaande werkwijzen, ten gunste van nieuwe toepassingen. In hoeverre voelen partijen uit de driehoek zich gesteund om van de bestaande uitvoeringspraktijk af te wijken? Hoe worden de risico”s van de nieuwe toepassingen afgedekt? Dit heeft uiteraard veel te maken met de wet- en regelgeving en de culturele verhoudingen in een bepaalde sector, zie belemmering wet-en regelgeving. In een experimenteerruimte zoeken partijen naar gezamenlijke meerwaarde en kansen, waarbij men langs de grenzen van wet- en regelgeving scheert.

Praktijkervaringen

Omschrijving

Het vinden van fysieke ruimte om te experimenteren heeft de nodige inspanning gekost. De ambitie was te demonstreren dat Building with Nature ook goed kan werken in gebieden met een beperkte dynamiek (golven, getijden en wind). Het zoekgebied betrof het Markermeer en IJsselmeer. In het Markermeer was er bestuurlijk veel aandacht  voor zowel fysieke, bestuurlijke, maatschappelijke en ecologische aspecten.  Ondanks pogingen daartoe is geen ruimte gevonden voor experimenteren in het Markermeer. Er waren teveel verweven partijen actief, er speelden veel belangen en er waren al te veel ontwikkelingen gaande (ANT, TMIJ).  In het IJsselmeergebied ontbrak die drukte, eerder was sprake van een bijna tegengestelde situatie, de  noodzaak tot (integrale) ontwikkeling voor de gehele Friese IJsselmeerkust werd pas net onderkend. En daarmee, bestond er op dat moment, geen kapstok voor experimenteren met Building with Nature.

Interventie

Vanuit het Ecoshape-Building with Nature programma is fors en resoluut ingezet op realisatie aan de Friese IJsselmeerkust. Daartoe is een campagne gericht op bestuurders en ambtelijk apparaat ingezet. Er is gebruik gemaakt van een gebeurtenis en meegelift op de daardoor ontwikkelde regionale agenda’s. De gebeurtenis betrof het ontkoppelen van het Markermeer en het IJsselmeergebied door de commissie Veerman en de mogelijkheid dat het peil van het IJsselmeer (aanzienlijk) verhoogd zou worden. Dit definieerde de speelvelden en de omstandigheden op de speelvelden opnieuw. De coalitie van regionale partijen vonden elkaar in Friesland in verzet tegen peilstijging.  Bij het toenmalige Ministerie van Ruimte en Infrastructuur deed dit het besef ontstaan dat voor de toekomstige samenwerking (nu bekend als het Deltaprogramma IJsselmeer) gewerkt moest worden aan goede relaties met deze regionale partijen; de verbinding met regionale partijen werd mede vanuit het ministerie gesuggereerd en bespoedigd. Experimenteren met Building with Nature is omarmd door regionale partijen  als kansrijke strategie om zich voor te bereiden op een mogelijke peilstijging van het IJsselmeer.

Leereffect

De experimenteerruimte kan dus zowel beperkt worden door (te) veel urgentie als door (te) weinig urgentie. In Friesland leidde de peildiscussie tot een urgente behoefte om meer te leren over het systeem aan de Friese IJsselmeerkust en de mogelijkheden dit te sturen. Voor Building with Nature experimenten gaf deze gebeurtenis de ruimte om te verbinden met de provincie Friesland, het waterschap en It Fryske Gea en met hen te experimenteren.  Wat geleerd is, is goed te letten op de gebeurtenissen die de kans bieden op urgentie en experimenteerruimte en inspanningen en interventies daarop af te stemmen.  Timing is essentieel, evenals begrijpen en aanvoelen wanneer toegang ontstaat.

Omschrijving

De samenstelling van een ontwerpteam bepaalt in hoge mate de focus van waaruit en de scope waarmee gewerkt wordt. Het werken met een smalle focus gericht op enkel effectiviteit van gesuppleerde kubieke meters als vernieuwende kustverdedigingsstrategie leidt niet tot het slaan van bruggen met andere perspectieven. Monofunctionele ontwerpen leiden tot gebrekkig draagvlak bij regionale en lokale partijen. Van meet af werden verschillende partijen met meerdere belangen tot het ontwerpproces toegelaten. Dit leidde tot een interdisciplinair ontwerpproces waarover regie gevoerd moest worden.

Interventie

Drie interventies zijn uitgevoerd, in de eerste plaats het creëren van een partnerverband met 12 organisaties, in de tweede plaats het werken met een sterk interdisciplinair ontwerpteam en in de derde plaats, waar nodig naar bevind van zaken ontbrekende expertise toevoegen, bijvoorbeeld rond het vraagstuk van de ontwikkeling van een getijdengeul en slib op het strand en de effecten op grondwaterstand en zout intrusie.

Leereffect

Geleerd is over het proces dat pas gaandeweg de belangen ingebracht door diverse partijen uitkristalleren en met elkaar consistente patronen vormen, het ging daarbij vooral om de combinatie van vorm en locatie. Het volume, en impliciet ook de effectiviteit van een megasuppletie, was daarbij een van de parameters waarmee gezocht moet worden naar een voor alle partijen acceptabel ontwerp.

Geleerd is ook dat de samenstelling van een ontwerpteam (en van een consortium ) in belangrijke mate bepalend is hoe het experiment er uiteindelijk uit zal zien. Bijvoorbeeld betrokken Waddenzee georiënteerde marine ecologen bleken ook tijdens een ontwerpworkshop Zandmotor te denken in termen van lagunes en groene stranden; elementen die uiteindelijk terug te vinden zijn in het ontwerp. De ecologen meer thuis langs de Hollandse kust legden meer nadruk op onderwatersuppletie ter versterking van het proces van natuurlijke duinvorming. Betrek je een landschapsarchitect dan drukt deze ook een stempel, overigens net als iedere deskundige die per definitie vanuit een bepaald vertrekpunt en perspectief werkt.

Omschrijving

De looptijd van een innovatieprogramma zoals Bouwen met de Natuur is krap om een experiment voor te bereiden, te realiseren en voldoende tijd voor monitoring van effecten te hebben.

Interventie

Voor de zandsuppletie op de Galgeplaat is aangetikt en vervolgens meegewerkt aan een experiment van Rijkswaterstaat in uitvoering. Daarbij is vanuit Ecoshape Bouwen met de Natuur een breder ecologisch perspectief ingebracht, welke zich niet langer tot de directe effecten voor de schelpdierensector en de watervogels beperkt. Zo is de ambitie te experimenteren  aangeschakeld aan de verkenning Zandhonger Oosterschelde die juist haar tweede fase in ging. Werken met zandsuppleties/zandmotoren en structuren om erosie te voorkomen waren globaal geduide richtingen.

Leereffect

De synergie opzoeken met een bestaand project/ lopende actie kan ervoor zorgen dat meerwaarde aan het lopende project wordt geleverd. Door de oplossingsstrategie Building with Nature mee te koppelen aan het issue/probleem Zandhonger en lopende acties in de pijplijn kon veel tijd en effort worden bespaard. Bovendien is een veelzijdiger experiment met een sterkere kennis en valorisatiecomponent ontstaan uit de samenwerking. Het bleek nog een flinke klus om het ecologisch perspectief te verbreden, wat monitoring betreft zou dit voor wat betreft kennis verwerving idealiter nog forser aangezet moeten worden dan uiteindelijk is gerealiseerd.

Omschrijving

De tijdshorizon van een innovatieprogramma zoals Bouwen met de Natuur is krap om  een experiment te realiseren en voldoende tijd voor monitoring van effecten te hebben. De uiteindelijke evaluatie over effectiviteit en daarmee toekomstige toepasbaarheid is binnen dit tijdsbestek niet mogelijk.

Interventie

De ambitie te experimenteren is aangeschakeld aan de Verkenning Zandhonger Oosterschelde die juist haar tweede fase in ging. Werken met zandsuppleties/zandmotoren en structuren om erosie te voorkomen waren globaal geduide richtingen. Het experiment met de Oesterriffen is geframed als passend in de zandhongeraanpak. Vervolgens is de brug naar de betrokkenen bij de agenda zandhonger (probleemeigenaars) geslagen in persoonlijk contact. Daarmee is gekoppeld aan een ander programma waar de noodzaak oplossingen te vinden voor een gekend en urgent probleem centraal staat.

Leereffect

De combinatie van een invloedrijke probleemeigenaar (Rijkswaterstaat) en een flinke probleemdruk biedt mogelijkheden een experiment kansrijker te maken door deze in te bedden in een context. In dit geval betreft dit een Bouwen met de Natuur oplossingsstrategie die gekoppeld wordt aan het probleem Zandhonger dat al op de politiek-bestuurlijke agenda staat. Dat biedt kansen aan het experiment, versnelling en biedt een basis voor opschaling. Kortom: zoek naar de kansen in plaats van een focus op de belemmeringen.

Omschrijving
Het is vaak niet eenvoudig om een plek te vinden waar een innovatie kan worden uitgevoerd.
Interventie
Bedrijven met innovaties en lokatiebeheerders in Zeeland zijn in workshops bij elkaar gebracht om te zoeken naar een match.
Leereffect
Schelphoek (zuidkust Schouwen aan de Oosterschelde) wordt steeds meer gebruikt als testlocatie. Bijvoorbeeld voor de Zeeboerderij (of Wierderij) en erosieremmende maatregelen voor bestrijding van zandhonger.Bij Kruishoofd (kust van West Zeeuwsch-Vlaanderen is een Erosieberm aangelegd (mini-zandmotor).

Omschrijving
Nadat in 2001 de vraagprijs door Rijkswaterstaat was uitgeschreven en drie consortia hun technieken verder mochten uitwerken, heeft het tot 2009 geduurd alvorens de technieken bij een daadwerkelijke dijkversterking gebruikt werden. Het ontbrak aan een persoon die ”zijn'” nek durfde uit te steken. Niet alleen een inhoudelijk projectleider dient zijn/ haar nek uit te steken, maar daar hoort ook een bestuurder bij.In “5 jaar WINN, inspireren, doorzetten en doen”  wordt aangegeven dat de neiging ontstaat om te snel, te diep op de techniek in te gaan zonder eerst na te gaan of voldaan kan worden aan het gewenste totaalbeeld: de innovatie kan weliswaar mogelijk een effectieve oplossing bieden voor een aspect van een dijkversterking maar hoeft op andere aspecten geen vooruitgang te betekenen. Echter het is de bedoeling dat de innovatie voor het totaalbeeld van de dijkversterking een stap voorwaarts betekent

Interventie
In gesprekken met diverse waterschappen is gesproken over de uitdagingen waar zij voor stonden bij de lopende dijkversterkingen. Eén van de aandachtspunten was dat er veel huizen vlak achter de dijk stonden. Ervaringen aan de andere kant van de rivier (waar de dijkversterking al in uitvoering was) deden het waterschap besluiten om te kijken naar alternatieven die minder overlast en hinder voor de omgeving zouden veroorzaken. De INSIDE technieken leken, mede vanwege de goedkeuring van ENW, toepassingsgereed. Tijdens de praktijkproeven bleek echter dat er nog een aantal  inhoudelijke aandachtspunten waren, die soms gemakkelijk te ondervangen waren, maar soms niet. Zo bleek er de nodige aandacht te zijn voor de te hanteren veiligheidsfilosofie.

Omschrijving
Experimenteren in de fysieke omgeving. Dingen anders doen. Dat roept een associatie met een eindeloos en taai gevecht met beleidskaders, wetten, procedures en vergunningen (die in dit geval zandwinning betreffen). Terughoudendheid om dingen anders te doen wordt vaak ingegeven door de gedachte dat beleid, procedures en regels dit welhaast kansloos zouden maken.

Interventie
Met de vergunningsautoriteit werd al vroeg samengewerkt met het oogmerk het experiment in te passen in een al vergunde put. Daarbij is nadrukkelijk naar de kansen gezocht in plaats van naar de belemmeringen.

Leereffect

1     Zoek vroegtijdig de samenwerking met de bevoegde autoriteiten: Zeer constructief en open overleg bleek  mogelijk met de vergunningsautoriteit, vanzelfsprekend zonder dat een card blanche gegeven kon worden op voorhand. Op grond van de verwachte positieve effecten kon dit ingepast worden in het werkplan voor exploitatie van de zandwinput.

2     Sluit op basis van een eerste verkenning van het beleidskader, regels en procedures aan bij het denkkader van de bevoegde gezagen:  De les is overigens ook dat er aangesloten is bij de richting van ontwikkeling van denken over zandwinning bij het bevoegd gezag. Die was vooraf in kaart gebracht, dat bleek nuttig.

Omschrijving

Voor de provincie was de zandmotor vooral meer recreatie ruimte en een grotere veiligheid, dus argumenten die vooral de bewoners van de kustgemeenten aan zullen spreken. Het recreatieruimtekort gesignaleerd in het ‘Zuidvleugeldebat’ zadelde de provincie op met concrete recreatieruimte doelstellingen. Daar paste  steun voor  ‘experimenteren met kustonderhoud ten laste van de burgers’ zeker niet bij.  Steun van de provincie en zeker een financiële bijdrage van de provincie moest gewoon hard, tastbaar, verantwoord worden.

Dat paste niet bij presentatie van Waterdienst die het idee  Zandmotor aanvankelijk presenteerde als een morfologisch experiment voor kustonderhoud, waarvoor ook onder water varianten en eilanden reële alternatieven vormden.  De regionale directie van Rijkswaterstaat wilde natuurlijk graag het noodzakelijk kustonderhoud zoveel mogelijk in de pilot stoppen en hadden daarom een voorkeur voor een locatie ten zuiden en nabij Ter Heijde, de plaats met de grootste onderhoudsbehoefte.

Interventie

De interventie werd ingezet door de Waterdienst, die de positie van RWS verbreedde, het ‘experiment’ centraal stelde en op zoek ging naar oplossingsruimte in andere functies en bij andere partijen. De interventie betrof een verandering in scope. Toen eenmaal de impasse onder ogen werd gezien en niet meer in eerste instantie gestuurd werd op een zo groot mogelijke kosteneffectiviteit, werd er meer gekoerst over de boeg van innovatie en de functies recreatie en natuur. En daardoor ontstond de noodzakelijke ruimte om partijen verder op te lijnen.

Concreet werd vervolgens een workshop georganiseerd in Den Haag waar de inzet was het genereren van een set alternatieven die in het MER zouden worden vergeleken. In de workshop was op zich geen sprake van het doen van een keuze, maar vooral van het inkaderen van de scope, welke alternatieven wel en niet te beschouwen. Daarmee stond feitelijk wel de discussie locatie-vorm centraal, uitgewerkt naar de triade kustonderhoud-natuur-recreatie.

Leereffect

1     Het aanpassen van de argumentatie kan impasses doorbreken: Wat geleerd is over het verloop van het proces is dat elke partij probeert de voor hem relevante argumentatie aan het project te koppelen en zo nodig op deze argumentatie ook het ontwerp aan te passen. Het aanpassen van de argumentatie kan de (ontwerp)ruimte bieden om een impasse te doorbreken.  Een experiment alleen als experiment presenteren kan nooit op voldoende draagvlak rekenen.

2     Continu aandacht voor het beïnvloeden van argumentaties en framen van een experiment is nodig: In de MER gerelateerde workshop over varianten en functies zijn stappen gezet, die terugkijkend, medebepalend zijn geweest. Maar natuurlijk hebben voorafgaand aan de workshop en ook daaropvolgend vergelijkbare processen van argumentatie vinden, argumentatie beïnvloeden en experiment framen plaatsgevonden. Zo zijn de alternatieven uit de workshop nog verder aangepast en zijn ook nog enkele nieuwe varianten in ogenschouw geweest, zoals varianten op de onderwatersuppletie, maar omdat de provincie in alle gevallen voor de recreatie de zandmotor boven water wilde zien, zijn deze ook afgevallen. Het framen gebeurde daarbij op verschillende niveaus, binnen de projectgroep en op bestuurlijk niveau, soms met verschillende accenten wat betreft de argumentatie. Zo was voor de provincie extra recreatieruimte bepalend zonder dat dit aan een expliciete en toegankelijke locatie was gekoppeld. De gemeenten vooral de ongestoorde ontwikkeling van de badplaatsen.

3     Besef dat, achteraf bezien, iedere bijeenkomst uit een hele reeks cruciaal kan zijn:  Tijdens de  workshop werden varianten ontwikkeld, getekend en bediscussieerd. Waar sommige partijen defensief binnenkwamen en bijvoorbeeld een meer zuidelijke onderwatervariant wilden, of daar juist mordicus tegen waren, of met heel specifieke denkbeelden over de recreatievarianten, opende de workshop de ruimte voor het zoeken naar de mogelijkheden en synergie waar het locatie en vorm in de triade kustveiligheid, natuur en recreatie betrof.  Dat had niet zo hoeven lopen in deze bijeenkomst. De les is ook niet dat een MER gerelateerde workshop cruciaal is maar dat in de schaduw van beweging bij een belangrijke partij kansen ontstaan en dat in een reeks van bijeenkomsten alleen achteraf duidelijk is waar grote sprongen voorwaarts zijn gemaakt. De crux is het orkestreren van het gehele proces van bestuurlijke, projectgroep en stakeholderbijeenkomsten, zodanig dat een duidelijk Leitmotiv duidelijk wordt, dissonanten worden voorkomen en kansen benut worden.

Omschrijving
 Binnen de systematiek en spelregels van RWS is er weinig ruimte voor innovatieve aanpak. Dit maakt dat niet alle innovatieve kennis benut wordt binnen het project.
Interventie
Er is een marktconsulatie georganiseerd in samenwerking met het publiek-private netwerk Deltatechnologie om te komen tot een uitvraag, waarbij optimaal geinnoveerd kan worden.
Als extra criteria binnen de EMVI is innovatiekracht als beoordeling meegenomen. De innvoatiekracht werd bepaald door middel van een scoringsmethodiek. Ook is er een pilot ingebouwd waar innovatieve kennis is ontwikkeld om tot de beste aanpak van zandhonger te komen voor het grootschalige werk.
Leereffect
De marktconsulatie werd als zeer postief ervaren door de openheid tussen opdrachtgevers en potentiele opdrachtnemers. Hierdoor werd de kwaliteit van de uitvraag beter. De EMVI-criteria als stimulans voor innovatie was lastig voor de ondernemers.

Omschrijving

In een programmaperiode van vier jaar moest het experiment voorbereid en gerealiseerd worden en de effecten gemonitord worden. Het gaat bij het experiment ecologische zandwinput om rekolonisatie  en biodiversiteit, langdurige monitoring is daarmee onvermijdelijk. Gezien de doorlooptijd van het programma kon experimenteren alleen in een al vergunde put plaatsvinden.  In een stadium waarin de gewenste ontwerpparameters nog volop in discussie waren moest gezocht worden naar een geschikte put . Dat zorgde voor afhankelijkheid van bevoegde gezagen en exploitanten van deze vergunde zandwinputten.

Interventie

De interventie was vroegtijdig een strakke procesregie voeren,  geregeld brainstormen in het projectteam, actief verbindingen leggen en overleggen met een bredere groep. Daartoe is een projectorganisatie met meerdere kernen in het leven geroepen:

1     Een kern van betrokkenen die heeft gegeven aan het creatieve ‘out of the box’ denk- en ontwerpproces, interdisciplinair samengesteld (fysica, ecologie, morfologie en governance).

2     Een kern van stakeholders zoals consultants, de contractor van de beoogde zandwinput PUMA, het bevoegd gezag zandwinput (vergunningverlener Rijkswaterstaat, Dienst Noordzee).

De samenstelling van het team was per bijeenkomst aangepast aan het doel, iedereen was wel steeds welkom en er werd open gecommuniceerd over agenda, verloop en bevindingen naar alle betrokkenen.

Leereffect

1     De vroegtijdige betrokkenheid van stakeholders is essentieel voor het succes en de snelheid van locatiekeuze,  ontwerp, aanleg en monitoring. Ook als het stakeholders betreft die pas in een latere projectfase in beeld zouden komen, is bij tijdsdruk het belangrijk deze al vroeg te betrekken. Dat het bedrijfsleven zowel aan de voorkant in het onderzoeksprogramma een rol speelt (Ecoshape-Bouwen met de Natuur) als samenwerkten in PUMA maakte realisatie van het experiment eenvoudiger. Er kon bovenlangs en onderlangs gecommuniceerd worden, en er konden oplossingen gevonden worden voor knelpunten waaronder wat  extra bedrijfskosten voor aanleg.

2     Iteratie tussen een creatief ontwerpteam en een stakeholderteam inclusief vergunningverlenende autoriteiten en de contractor die de put exploiteert voorkomt dat doodlopende paden worden ingeslagen en houdt iedereen scherp.  Nadrukkelijk en intensief is gezocht en gebruik gemaakt van elkaars bewegingsruimte.  Het werkte goed om alle geledingen en aspecten van technisch tot contracten (in het kader aanleg MV2 betreft dit PUMA) en governance aspecten aan tafel te hebben. Dat betekent uiteraard niet dat iedereen bij alle bijeenkomsten aanwezig moet zijn.

Omschrijving 
Belemmering het is makkelijker om aan te tonen dat een dijk afgkeurd wordt dan aan te tonen middels monitoring (in dit geval via on-line senorring) dat een kering de volgende 10 a 15 jaar operationeel voldoet aan het gewenste veiligheidsniveau. Daarbij komt dat de fininaciele inspanning voor monitring momentaan gedaan moet worden door de beheerder en dat de financiele inspanning voor versterking later in de tijd gedaan wordt door toezichthouder (HWBP2) en bij nHWBP door toezichthouder en beheerder. Een derde belemmering is dat het wettelijk toetsinstrumentarium VTV niet geequipeerd is om deze methode te ondersteunen.
Interventie
Vanuit bestuur waterschap Noorderzijlvest zijn brieven verstuurd aan STAS en aan projectleider nHWBP om voor de Livedijk Noorderzijlvest deze monitoring toe te staan en gedeeltelijk te financieren.
Leereffect
Niet alleen techniek, maar ook de Governance betrekken. Ook het bestuur moet  vanaf het begin betrokken worden.

Omschrijving

De voorspelbaarheid van het gedrag van megasuppleties is beperkt.  Dit brengt onzekerheden en risico’s met zich mee.  Sommige daarvan wegen zwaar, andere wat minder. Volledige kennis en zekerheid is er natuurlijk nooit. De belemmering en tevens uitdaging is de vraag hoe om te gaan met enerzijds de roep om meer kennis, analyse, onderzoek, data en kennis die geregeld klinkt en anderzijds de perceptie van onzekerheid en risico’s welke daartoe aanleiding geeft. Hoe zorg je er voor dat het niet verzandt in een kennisdebat?

Interventie

Om inzicht te krijgen in de onzekerheden voor zover relevant voor de fysieke leefomgevingskwaliteit   zijn er analyses uitgevoerd op basis van morfologische modellen. Daarnaast is nog aanvullend gekeken naar referentiesituaties voor aspecten die niet uit modellen kunnen worden afgeleid, waaronder de sedimentatie van slib op het strand, het ontstaan van een erosieve getijdengeul en de zwemveiligheid in relatie tot het optreden van muien. De MER rapportage bevat een paragraaf waarin expliciet wordt ingegaan op de onzekerheden  ten aanzien van de uitkomsten van gehanteerde morfologische modellen. Op basis van wat wel met redelijke zekerheid bekend is, werd er een keuze gemaakt voor aanleg in de actieve zone (een zone die zich uitstrekt tot ongeveer 9 meter diepte) en een locatie voldoende ver van badstranden en de haven van Scheveningen.

Onzekerheden zijn voor zover mogelijk opgepakt in het ontwerp (o.a. locatie, ligging in de actieve zone, buitencontour), in beheersmaatregelen (o.a. ondersteunen en uitbreiden capaciteit van de zwembrigade, een bronneringstelsel voor het beheersen van ongewenste grondwaterontwikkelingen) en in nadere afspraken/arrangementen met betrokken partijen (o.a. ingeval de intergetijde-geul een probleem zou worden voor de zwemveiligheid).

Leereffect

1     Verbinden analyse en onderzoek naar onzekerheden en risico’s met een visie op het hanteren daarvan: Een mogelijk raster voor classificatie, presentatie en aanpak:

  • No go

Bij de keuze tussen alternatieven is o.a. het eiland als alternatief afgevallen vanwege de grote onzekerheden ten aanzien van de zwemveiligheid. Deze onzekerheden werden niet beheersbaar geacht, bijvoorbeeld met een waakzame zwembrigade.

  • Hanteerbaar/oplosbaar in project (ontwerpparameters/ontwerp)

In het ontwerp zijn onder andere aanvullende vooroeversuppleties opgenomen omdat er onzekerheden waren over de erosieve trend en snelheid van zandtransport langs de kust naar plaatsen waar ook op korte termijn onderhoud werd verwacht. Er is een duinmeertje opgenomen mede met oog op het dempen van effecten op het grondwater, later bleek dit niet voldoende effect te sorteren. Wel heeft het ook een recreatieve en natuurfunctie.

  • Beheersmaatregelen

Onzekerheden hebben beperkt een rol gespeeld bij de keuze van de alternatieven en het ontwerp, maar hebben we wel geleid tot aanvullende beheersmaatregelen. Bijvoorbeeld waar het bronneringsmaatregelen betreft om eventueel optredende risico’s rond grondwater te heersen. De onzekerheden die met de zwemveiligheid samenhangen waren van dien aard dat deze niet onderscheidend waren tussen de meeste alternatieven. Zo kon alleen maar worden gespeculeerd over de effecten op de zwemveiligheid van een grotere vooroeversuppletie. Reden om een arrangement voor zwemveiligheid te ontwikkelen om zo de onzekerheid aan monitoring en actie waar nodig te koppelen.

  • Adaptieve beheersafspraken. Voor onvoorziene ontwikkelingen die op voorhand niet kunnen worden uitgesloten of beheerst, zijn beheersafspraken gemaakt. Een voorbeeld is de ontwikkeling van een erosieve getijgeul, iets dat niet met modellen voorspeld kan worden. Hierover is afgesproken dat wordt ingegrepen zodra deze geul een gevaar voor de zwemveiligheid vormt. Ook is hierbij afgesproken hoe in dat geval correctief wordt ingegrepen.

2     Blijf zoveel mogelijk uit de buurt van de hoofdpijnonderwerpen van bestuurders.

Er waren meerdere kopzorgen bij de bestuurders. De meeste daarvan werden opgelost door ‘zoveel mogelijk uit de buurt’  te blijven. Dit geldt onder andere voor het duincompensatiegebied, de badplaatsen Ter Heide en Kijkduin en de haven van Scheveningen als mede de uitstroomopening van het nieuwe gemaal van Delfland. Aan de kopzorgen van Dunea  is vooral tegemoetgekomen met mitigerende maatregelen en met monitoring. De zwemveiligheid, deels ook een kopzorg voor gemeenten en provincie, is opgelost met een beheersmaatregel. Op deze wijze bleef ook de sterke en langdurige pleitbezorgersrol van enkele bestuurders en politici intact, welke zeker een belangrijke invloed heeft gehad.

Omschrijving

Bestuurlijke en maatschappelijke belangen en risicopercepties schuurden geregeld met de gewenste ontwerpparameters: De mogelijke verzanding van de haven van Scheveningen werd bijvoorbeeld op de agenda gezet. Vanuit Rotterdam was een duincompensatieverplichting aan de orde die beperkingen aan de zeewaartse uitbouw van de kust met zich mee bracht. Het Hoogheemraadschap Delfland wilde een redelijke noordelijke locatie zodat de investering in een nieuw gemaal  dat op zee loost ongemoeid zou blijven. Pal voor Ter Heijde was lastig omdat een zandmotor een  te grote en snelle verandering van het karakter van deze badplaats met zich mee zou brengen.  Ook werd het onderwerp van mogelijke afname van zwemveiligheid besproken. Verder speelden discussies rond mogelijke verandering  van de grondwaterstand en mogelijke zout intrusie, een gevaar voor de drinkwaterputten in de duinen.  Deze laatste discussie ontwikkelde zich sterk gaandeweg. Aanvankelijk lag de nadruk op de natuureffecten en was het uitgangspunt dat een hogere grondwaterstand op zich positief zou zijn, maar een daling op termijn, vanwege de steeds kleiner wordende zandmotor niet gewenst. Later verschoof de aandacht vooral naar gevolgen voor de drinkwaterwinning van een zeewaartse verschuiving van de grondwaterscheiding.  Deze zeewaartse verplaatsing vergroot het risico dat zout water dat als gevolg van de recente versterking van de Delflandse kust in de zeereep als bel aanwezig was, richting de drinkwaterputten zou stromen. Daarnaast speelde in deze discussie  ter hoogte van de Puinduinen ook nog een risico vanwege vervuild grondwater mee. Dit stroomt nu nog zeewaarts maar zou bij een verschuiving van de grondwaterstand ook richting putten kunnen stromen (Dunea heeft hierover een educatief filmpje gemaakt: ziehttp://www.youtube.com/watch?v=oEhGzxcz3gk).

Interventie

De interventie betrof het loslaten van de idee van de optimale locatie, omvang en vorm. In de plaats daarvan kwam zoeken naar een zinvol en vooral realiseerbaar experiment in een participatieve werkwijze. Daarbij werden achtereenvolgens ingebrachte argumenten op een adaptieve wijze  verwerkt door deze te combineren en waar mogelijk te integreren. Een door partijen ondertekende ambitie-overeenkomst vormde daarbij een belangrijke tussenstap. Samenvattend is, om de risicoperceptie te verlagen, een participatieve werkwijze gevolgd. Dit zowel voor als na het tekenen van de ambitie-overeenkomst.

Leereffect

1     Flexibiliteit is noodzakelijk om niet vast te lopen: De wrijving tussen bestuurlijke en maatschappelijke realiteiten en de ideale ontwerpparameters, en de daarover gevoerde regie, kan in een suboptimaal ontwerp resulteren.

2     Een participatief arrangement met bestuurlijke ijkpunten helpt om door een labyrint van belangen te navigeren: Eigenlijk is met de bestuursovereenkomst al een mal voor de zandmotor geschapen waarbij het optimaliseren met oog op kustonderhoud (o.a. volume en vorm) en kosten (vooral volume) niet meer aan de orde was. Er is dus vooral nog gekeken naar locatie en effecten op natuur en recreatie. Op de achtergrond speelde ook nog een bepaalde omvang ten behoeve van het experiment. Uiteindelijk is een vanuit het perspectief van kustonderhoud suboptimaal ontwerp gekozen vooral vanwege de voorwaarden die door verschillende partijen zijn gesteld:

  • Wat betreft locatie moest rekening worden gehouden met het duincompensatiegebied van het havenbedrijf Rotterdam, het gemaal van het Hoogheemraadschap van Delfland, het strand van de badplaatsen Ter Heijde en Kijkduin en met de gevolgen voor de haven van Scheveningen.
  • Wat betreft vorm waren de beperkingen en voorkeuren: zoveel mogelijk boven water met oog op recreatie, geen eiland met oog op zwemveiligheid en een baai omdat vanuit de ecologie slib en een ‘groen’ strandaccent interessant gevonden werd.

3     De positie en samenstelling van de projectgroep in het participatief arrangement is bepalend voor volgtijdelijkheid waarin belangen en risico’s aan de orde komen:  De discussie over de met grondwater samenhangende risico’s werd nog niet over de volle breedte gevoerd bij het tekenen van de ambitie overeenkomst. Het is veeleer zo dat de ambitie-overeenkomst is getekend op het moment dat er juist nog geen zicht was op de mogelijke negatieve effecten van een zandmotor voor drinkwaterwinning. Dit kwam deels doordat tijdens de planfase van het project de kust werd versterkt en de daardoor ontstane zoutwaterbel een nieuw gegeven werd voor het project. De drinkwatermaatschappij  Dunea was niet in de projectgroep aanwezig, zodat ook de informatie over het risico van vervuild grondwater onder de puinduinen pas laat in beeld kwam. Als Dunea direct al wel onderdeel van de projectgroep was geweest, dan hadden deze risico’s een rol kunnen spelen in de locatie van de zandmotor. In dat geval staat nog te bezien of, als alle grondwaterbelangen direct ingebracht waren en behartigd, de huidige locatie uit de bus zou zijn gekomen. Bij laveren door een labyrint van belangen en agenda’s speelt de volgordelijkheid van gebeurtenissen/argumenten waarschijnlijk een grote rol, afhankelijk van de volgorde waarin argumenten opdoemen volgt het proces de ene of de andere weg.

Omschrijving
De lekdijk is tussen Kinderdijk en Schoonhoven over grote lengte instabiel. Aan de binnenzijde van de dijk staan vele woningen. Het versterken van deze dijk is zonder de panden te slopen niet eenvoudig. Met de INSIDE kan de dijk worden versterkt zonder dat de panden hoeven te worden gesloopt.

Er zijn met twee van de INSIDE technieken praktijkproeven uitgevoerd: Mixed in Place en dijkdeuvels. Bij het hele proces deden zich belemmeringen voor: technische belemmeringen tijdens de uitvoering en het ontbreken van een goede innovatieprikkel bij de consortia. Tijdens de uitvoering bleek dat de technieken te grote vervormingen veroorzaakten. Hierdoor liepen panden die moesten worden beschermd juist schade op. Daarnaast bleek dat de prikkel voor de consortia om tot innovatieve oplossingen te komen marginaal aanwezig was. De consortia gedroegen zich teveel als opdrachtnemer die uitvoerde wat werd opgedragen. Praktijkproeven zijn beeindigd (in onvoltooide staat)

Interventie
Om toch de technieken nog een kans te geven wordt nu voor het dijkversterkingsproject een D&C contract opgesteld waarbij de opdrachtnemer de mogelijkheid heeft op INSIDE-technieken toe te passen. Door de omvang heeft de opdrachtnemer nu de prikkel om de techniek verder te ontwikkelen.

Leereffect
We zien nu al dat de consortia bezig zijn met de verdere ontwikkeling. Om te voorkomen dat we als opdrachtgever telkens nieuwe vragen blijven stellen wordt nu gewerkt aan het opstellen van een lijst met vraagpunten die voordat toepassing op grote schaal kan plaats vinden moeten worden opgelost.

Omschrijving
Binnen het Inside project is het innovatieve karakter van het project onderschat. Een innovatie traject brengt per definitie onzekerheden met zich mee. Onzekerheden in ’tijd’ en ‘geld’. Door het onderschatten van de grootte van deze onzekerheden ontstond additionele vertraging en irritatie bij zowel de marktpartijen als de opdrachtgever . Denk hierbij bijvoorbeeld aan extra overleggen om tot een besluit te komen en wie welke kosten en risico”s zou dragen van vooraf niet voorziene werkzaamheden.Daarnaast heeft het innovatieproces een cyclische/ iteratieve aard en valt niet/ moeilijk te sturen qua tijd en kosten tegelijk. Hierdoor is het inschatten van tijd/ kosten voor het doorlopen en afronden van deze fase lastig en kunnen resultaten, met name voor de initiërende partijen, (te) lang op zich laten wachten.
Interventie
Er is diverse malen gesproken met diverse partijen en getracht open en transparant het proces in te gaan, maar de praktijk bleek weerbarstiger, waardoor extra overleggen nodig bleken te zijn. Er had beter sturing op kunnen zitten dan nu het geval is geweest.
Leereffect
Achteraf is in beeld gebracht op wat voor manier het innovatieproces beter beheersbaar kon worden. Tegelijkertijd biedt een beheersbaar innovatieproces ook de mogelijkheden om met de betrokken partijen eens te worden over de (gezamenlijke) inzet in tijd, menskracht en middelen. Belangrijk is dan ook om wederzijds begrip te hebben voor de fase waarin het innovatieproces zich bevindt en wanneer enkele stappen (voor of achteruit) worden gezet.

Om innovatie te stimuleren is een beschermde leeromgeving van belang waarin experimenten uitgevoerd kunnen worden. Zonder een dergelijke speelruimte is er onvoldoende mogelijkheid om te leren. Dat wordt veroorzaakt doordat het maken van fouten afgestraft wordt. “Thinking outside the box” wordt beperkt wanneer een innovatieproject als een gewoon project wordt beschouwd en niet als een veilige omgeving waarbinnen van “fouten” geleerd wordt.

Praktijkervaringen

Omschrijving

De looptijd van een innovatieprogramma zoals Bouwen met de Natuur is krap om een experiment voor te bereiden, te realiseren en voldoende tijd voor monitoring van effecten te hebben.

Interventie

Voor de zandsuppletie op de Galgeplaat is aangetikt en vervolgens meegewerkt aan een experiment van Rijkswaterstaat in uitvoering. Daarbij is vanuit Ecoshape Bouwen met de Natuur een breder ecologisch perspectief ingebracht, welke zich niet langer tot de directe effecten voor de schelpdierensector en de watervogels beperkt. Zo is de ambitie te experimenteren  aangeschakeld aan de verkenning Zandhonger Oosterschelde die juist haar tweede fase in ging. Werken met zandsuppleties/zandmotoren en structuren om erosie te voorkomen waren globaal geduide richtingen.

Leereffect

De synergie opzoeken met een bestaand project/ lopende actie kan ervoor zorgen dat meerwaarde aan het lopende project wordt geleverd. Door de oplossingsstrategie Building with Nature mee te koppelen aan het issue/probleem Zandhonger en lopende acties in de pijplijn kon veel tijd en effort worden bespaard. Bovendien is een veelzijdiger experiment met een sterkere kennis en valorisatiecomponent ontstaan uit de samenwerking. Het bleek nog een flinke klus om het ecologisch perspectief te verbreden, wat monitoring betreft zou dit voor wat betreft kennis verwerving idealiter nog forser aangezet moeten worden dan uiteindelijk is gerealiseerd.

Omschrijving

De tijdshorizon van een innovatieprogramma zoals Bouwen met de Natuur is krap om  een experiment te realiseren en voldoende tijd voor monitoring van effecten te hebben. De uiteindelijke evaluatie over effectiviteit en daarmee toekomstige toepasbaarheid is binnen dit tijdsbestek niet mogelijk.

Interventie

De ambitie te experimenteren is aangeschakeld aan de Verkenning Zandhonger Oosterschelde die juist haar tweede fase in ging. Werken met zandsuppleties/zandmotoren en structuren om erosie te voorkomen waren globaal geduide richtingen. Het experiment met de Oesterriffen is geframed als passend in de zandhongeraanpak. Vervolgens is de brug naar de betrokkenen bij de agenda zandhonger (probleemeigenaars) geslagen in persoonlijk contact. Daarmee is gekoppeld aan een ander programma waar de noodzaak oplossingen te vinden voor een gekend en urgent probleem centraal staat.

Leereffect

De combinatie van een invloedrijke probleemeigenaar (Rijkswaterstaat) en een flinke probleemdruk biedt mogelijkheden een experiment kansrijker te maken door deze in te bedden in een context. In dit geval betreft dit een Bouwen met de Natuur oplossingsstrategie die gekoppeld wordt aan het probleem Zandhonger dat al op de politiek-bestuurlijke agenda staat. Dat biedt kansen aan het experiment, versnelling en biedt een basis voor opschaling. Kortom: zoek naar de kansen in plaats van een focus op de belemmeringen.

Omschrijving
Al gauw bleek dat de slijtage veel sneller ging dan verwacht. het kwaliteitsniveau ontwikkelde zich te traag, er waren te veel kritische productieomstandigheden bij de aanleg, de levensduur zou naar verwachting kleiner blijven dan bestaande technologie, en de met dit alles samenhangende kostprijs.  Het bleek lastig vier plekken te vinden en de bijkomende meerkosten vrij te maken. De producent had ook veel problemen met het fabricageproces. Uiteraard kon bij de eerste toepassingen nog lang geen hoge snelheid van leggen worden gehaald.  Essentie was van de innovatiewaarde was dat het heel snel uit te rollen moest zijn met goede kwaliteit. Het aanbrengen bleef bewerkelijk en de kwaliteit onvoldoende.
Interventie
Uiteindelijk was het geheel aan problemen voor RWS de aanleiding om in 2007 te besluiten niet verder te investeren in de ontwikkeling van Rollpave. Het bleef te duur; er bleven technische problemen (steentjes gingen veel te snel los). Kortom, de kwaliteit was onvoldoende en de verwachting was dat men de technische problemen niet te boven zou komen met nog meer proefvakken.
Leereffect
Was deze innovatie nu mislukt? Sommigen zeggen: het wordt niet (algemeen) toegepast, dus het is mislukt. Ik zeg: Dit traject heeft nog wel wat opgeleverd. Ten eerste: in 2000 was dit voor de markt het allereerste signaal dat RWS bij kennelijk de tijdsduur van werkzaamheden dominant ging worden: de weg is voor de weggebruikers, niet voor d aannemers of de wegbeheerder. Ten tweede heeft de ontwikkeling van het fabricageproces er toe geleid dat fabrikanten zich wel moesten bekwamen in het maken van dunne lagen asfalt van hoge kwaliteit. Dit komt nu goed van pas bij de ontwikkeling van nieuwe asfaltconstructies met hoge geluidreducerende kwaliteit. Het bekendste voorbeeld is dubbellaags ZOAB ( of meerlaags ZOAB) waarin meerdere dunne lagen gecombineerd worden. Ten derde is het een goede illustratie dat de ontwikkeling (opschaling, validatie) van compleet nieuwe technieken gewoon tijd kost.

Omschrijving

Ondernemers in de schelpdiersector twijfelden of bij de uitvoering van het project niet toch te veel sediment in de waterkolom gebracht zou worden. De effecten op de omliggende mosselpercelen vormden de achilleshiel. De uitdaging was met de stakeholders een bevredigend meet- en rapporteersysteem te ontwikkelen zodat draagvlak en vertrouwen zou ontstaan.

Interventie

De interventie was, na overleg, een installatie van een real time monitoring systeem en online publiceren van de data. Op een vijftal percelen in de buurt van de suppletie zijn optische YSI 600 OMS sensoren geplaatst, de achtergrond sedimentatie is vastgesteld, de omgevingswaarde. Bij (dreigende) overschrijding van de vastgestelde maximumwaarden werd de aannemer ingelicht. De meetgegevens gedurende de suppletie zijn twee keer per dag online gezet. Ook zijn er kooitjes met mossels geplaatst om mogelijke negatieve groei van mossels te monitoren.

Leereffect

Het effect van de interventie, overleg en het monitoringsysteem, is transparantie. Een aantal malen is het plafond overschreden. Het bleek niet eenvoudig om altijd de oorzaak eenduidig vast te stellen, bagger- en suppletieschema, weeromstandigheden en activiteiten van de kwekers zelf spelen hierin een rol. Wat ook bleek dat bij overschrijding ook vervuiling van de sensor aan de orde kon zijn. Daardoor was niet enkel communicatie richting aannemer essentieel maar ook onmiddellijke reiniging van de sensoren door er een schip heen te sturen.

Omschrijving
Nadat in 2001 de vraagprijs door Rijkswaterstaat was uitgeschreven en drie consortia hun technieken verder mochten uitwerken, heeft het tot 2009 geduurd alvorens de technieken bij een daadwerkelijke dijkversterking gebruikt werden. Het ontbrak aan een persoon die ”zijn'” nek durfde uit te steken. Niet alleen een inhoudelijk projectleider dient zijn/ haar nek uit te steken, maar daar hoort ook een bestuurder bij.In “5 jaar WINN, inspireren, doorzetten en doen”  wordt aangegeven dat de neiging ontstaat om te snel, te diep op de techniek in te gaan zonder eerst na te gaan of voldaan kan worden aan het gewenste totaalbeeld: de innovatie kan weliswaar mogelijk een effectieve oplossing bieden voor een aspect van een dijkversterking maar hoeft op andere aspecten geen vooruitgang te betekenen. Echter het is de bedoeling dat de innovatie voor het totaalbeeld van de dijkversterking een stap voorwaarts betekent

Interventie
In gesprekken met diverse waterschappen is gesproken over de uitdagingen waar zij voor stonden bij de lopende dijkversterkingen. Eén van de aandachtspunten was dat er veel huizen vlak achter de dijk stonden. Ervaringen aan de andere kant van de rivier (waar de dijkversterking al in uitvoering was) deden het waterschap besluiten om te kijken naar alternatieven die minder overlast en hinder voor de omgeving zouden veroorzaken. De INSIDE technieken leken, mede vanwege de goedkeuring van ENW, toepassingsgereed. Tijdens de praktijkproeven bleek echter dat er nog een aantal  inhoudelijke aandachtspunten waren, die soms gemakkelijk te ondervangen waren, maar soms niet. Zo bleek er de nodige aandacht te zijn voor de te hanteren veiligheidsfilosofie.

Omschrijving
 Binnen de systematiek en spelregels van RWS is er weinig ruimte voor innovatieve aanpak. Dit maakt dat niet alle innovatieve kennis benut wordt binnen het project.
Interventie
Er is een marktconsulatie georganiseerd in samenwerking met het publiek-private netwerk Deltatechnologie om te komen tot een uitvraag, waarbij optimaal geinnoveerd kan worden.
Als extra criteria binnen de EMVI is innovatiekracht als beoordeling meegenomen. De innvoatiekracht werd bepaald door middel van een scoringsmethodiek. Ook is er een pilot ingebouwd waar innovatieve kennis is ontwikkeld om tot de beste aanpak van zandhonger te komen voor het grootschalige werk.
Leereffect
De marktconsulatie werd als zeer postief ervaren door de openheid tussen opdrachtgevers en potentiele opdrachtnemers. Hierdoor werd de kwaliteit van de uitvraag beter. De EMVI-criteria als stimulans voor innovatie was lastig voor de ondernemers.

Omschrijving
Binnen het Inside project is het innovatieve karakter van het project onderschat. Een innovatie traject brengt per definitie onzekerheden met zich mee. Onzekerheden in ’tijd’ en ‘geld’. Door het onderschatten van de grootte van deze onzekerheden ontstond additionele vertraging en irritatie bij zowel de marktpartijen als de opdrachtgever . Denk hierbij bijvoorbeeld aan extra overleggen om tot een besluit te komen en wie welke kosten en risico”s zou dragen van vooraf niet voorziene werkzaamheden.Daarnaast heeft het innovatieproces een cyclische/ iteratieve aard en valt niet/ moeilijk te sturen qua tijd en kosten tegelijk. Hierdoor is het inschatten van tijd/ kosten voor het doorlopen en afronden van deze fase lastig en kunnen resultaten, met name voor de initiërende partijen, (te) lang op zich laten wachten.
Interventie
Er is diverse malen gesproken met diverse partijen en getracht open en transparant het proces in te gaan, maar de praktijk bleek weerbarstiger, waardoor extra overleggen nodig bleken te zijn. Er had beter sturing op kunnen zitten dan nu het geval is geweest.
Leereffect
Achteraf is in beeld gebracht op wat voor manier het innovatieproces beter beheersbaar kon worden. Tegelijkertijd biedt een beheersbaar innovatieproces ook de mogelijkheden om met de betrokken partijen eens te worden over de (gezamenlijke) inzet in tijd, menskracht en middelen. Belangrijk is dan ook om wederzijds begrip te hebben voor de fase waarin het innovatieproces zich bevindt en wanneer enkele stappen (voor of achteruit) worden gezet.

Creativiteit wordt belemmerd wanneer er geen stimulans is om nieuwe ideeën te bedenken en uit te proberen. “ Thinking outside the box” wordt minder gewaardeerd dan routinematige oplossingen.  Daarmee loopt het gevaar dat men probeert nieuwe problemen door bestaande toepassingen op te lossen.

Praktijkervaringen

Omschrijving
Nadat in 2001 de vraagprijs door Rijkswaterstaat was uitgeschreven en drie consortia hun technieken verder mochten uitwerken, heeft het tot 2009 geduurd alvorens de technieken bij een daadwerkelijke dijkversterking gebruikt werden. Het ontbrak aan een persoon die ”zijn'” nek durfde uit te steken. Niet alleen een inhoudelijk projectleider dient zijn/ haar nek uit te steken, maar daar hoort ook een bestuurder bij.In “5 jaar WINN, inspireren, doorzetten en doen”  wordt aangegeven dat de neiging ontstaat om te snel, te diep op de techniek in te gaan zonder eerst na te gaan of voldaan kan worden aan het gewenste totaalbeeld: de innovatie kan weliswaar mogelijk een effectieve oplossing bieden voor een aspect van een dijkversterking maar hoeft op andere aspecten geen vooruitgang te betekenen. Echter het is de bedoeling dat de innovatie voor het totaalbeeld van de dijkversterking een stap voorwaarts betekent

Interventie
In gesprekken met diverse waterschappen is gesproken over de uitdagingen waar zij voor stonden bij de lopende dijkversterkingen. Eén van de aandachtspunten was dat er veel huizen vlak achter de dijk stonden. Ervaringen aan de andere kant van de rivier (waar de dijkversterking al in uitvoering was) deden het waterschap besluiten om te kijken naar alternatieven die minder overlast en hinder voor de omgeving zouden veroorzaken. De INSIDE technieken leken, mede vanwege de goedkeuring van ENW, toepassingsgereed. Tijdens de praktijkproeven bleek echter dat er nog een aantal  inhoudelijke aandachtspunten waren, die soms gemakkelijk te ondervangen waren, maar soms niet. Zo bleek er de nodige aandacht te zijn voor de te hanteren veiligheidsfilosofie.

Omschrijving
 Binnen de systematiek en spelregels van RWS is er weinig ruimte voor innovatieve aanpak. Dit maakt dat niet alle innovatieve kennis benut wordt binnen het project.
Interventie
Er is een marktconsulatie georganiseerd in samenwerking met het publiek-private netwerk Deltatechnologie om te komen tot een uitvraag, waarbij optimaal geinnoveerd kan worden.
Als extra criteria binnen de EMVI is innovatiekracht als beoordeling meegenomen. De innvoatiekracht werd bepaald door middel van een scoringsmethodiek. Ook is er een pilot ingebouwd waar innovatieve kennis is ontwikkeld om tot de beste aanpak van zandhonger te komen voor het grootschalige werk.
Leereffect
De marktconsulatie werd als zeer postief ervaren door de openheid tussen opdrachtgevers en potentiele opdrachtnemers. Hierdoor werd de kwaliteit van de uitvraag beter. De EMVI-criteria als stimulans voor innovatie was lastig voor de ondernemers.

Omschrijving
Binnen het Inside project is het innovatieve karakter van het project onderschat. Een innovatie traject brengt per definitie onzekerheden met zich mee. Onzekerheden in ’tijd’ en ‘geld’. Door het onderschatten van de grootte van deze onzekerheden ontstond additionele vertraging en irritatie bij zowel de marktpartijen als de opdrachtgever . Denk hierbij bijvoorbeeld aan extra overleggen om tot een besluit te komen en wie welke kosten en risico”s zou dragen van vooraf niet voorziene werkzaamheden.Daarnaast heeft het innovatieproces een cyclische/ iteratieve aard en valt niet/ moeilijk te sturen qua tijd en kosten tegelijk. Hierdoor is het inschatten van tijd/ kosten voor het doorlopen en afronden van deze fase lastig en kunnen resultaten, met name voor de initiërende partijen, (te) lang op zich laten wachten.
Interventie
Er is diverse malen gesproken met diverse partijen en getracht open en transparant het proces in te gaan, maar de praktijk bleek weerbarstiger, waardoor extra overleggen nodig bleken te zijn. Er had beter sturing op kunnen zitten dan nu het geval is geweest.
Leereffect
Achteraf is in beeld gebracht op wat voor manier het innovatieproces beter beheersbaar kon worden. Tegelijkertijd biedt een beheersbaar innovatieproces ook de mogelijkheden om met de betrokken partijen eens te worden over de (gezamenlijke) inzet in tijd, menskracht en middelen. Belangrijk is dan ook om wederzijds begrip te hebben voor de fase waarin het innovatieproces zich bevindt en wanneer enkele stappen (voor of achteruit) worden gezet.