Competenties en versnipperde kennis
De kennis en competenties in de GWW-sector die innovatie kunnen voeden is versnipperd over vele afzonderlijke mensen en organisaties. In veel gevallen is er geen gebrek aan kennis, maar is er vooral onwetendheid en een gebrek aan communicatie tussen de vele betrokken actoren. Het probleem bij het benutten van kennis en competenties ligt dus vooral in het organiseren van de randvoorwaarden voor nieuwe oplossingsrichtingen en nieuwe combinaties van kennis, ervaringen en mensen.Het bijeenbrengen van kennis en competenties veronderstelt inlevingsvermogen en het vermogen tot functioneel specificeren van alle betrokken partijen in de driehoek. Wat kan men redelijkerwijs van elkaar verwachten? Welke rollen hebben de partijen in het innovatiespel en welke kennis en competenties horen daarbij? De overheid moet beschikken over kennis en competenties om als professioneel opdrachtgever te kunnen functioneren. Het vermogen van een goede vraagarticulatie, door visie en doelstellingen helder te verwoorden, is daarvoor een eerste vereiste. Het bedrijfsleven moet in staat zijn te leren van eerdere ervaringen om deze in nieuwe innovatieprojecten in te brengen. De kennisinstellingen moeten in staat zijn om hun kennis meer markt- en toepassingsgericht aan overheid en bedrijfsleven aan te bieden. Op die manier kan er een integrale benadering gerealiseerd worden, wat belangrijk is omdat innovaties vaak ontstaan op het grensvlak van verschillende kennisdomeinen.
Lessen
- Grondige oriëntatie op de noodzakelijke kennis op voorhand.
- Houd de mogelijkheid open om het pallet betrokken disciplines, betrokken organisaties en experts gaande de rit aan te passen.
- Zorg vroegtijdig voor het kennisarrangement en kennismanagement.
- Let erop dat er sommige innovatieprojecten zowel abstracte kennis (op systeemniveau) ontwikkeld als concrete kennis toegepast moet worden.
Innovatiehobbels
In een innovatietraject van idee naar implementatie is het van belang dat er een samenhang is in de visie, die ten grondslag ligt aan de innovatie. De visie schets het lange termijn perspectief, waarbij het van belang is dat deze door alle partijen wordt gedeeld. Dit vraagt om visionaire mensen, die dit ook uit kunnen dragen. Een gebrek aan kennis leidt tot gebrek aan visionaire mensen die een keuze durven maken ten behoeve van de innovatie. Het is essentieel dat er voldoende competentie is om door te pakken. Een belangrijke randvoorwaarde hiervoor is transparantie.
In de praktijk blijkt dat gebrek aan visie op innovatie leidt tot een ad hoc aanpak met als risico dat de opgedane ervaringen en kennis niet beklijven. Hierdoor speelt toeval een te grote rol en worden kansen op gezamenlijk innoveren gemist.
Praktijkervaringen
Omschrijving
Het vinden van fysieke ruimte om te experimenteren heeft de nodige inspanning gekost. De ambitie was te demonstreren dat Building with Nature ook goed kan werken in gebieden met een beperkte dynamiek (golven, getijden en wind). Het zoekgebied betrof het Markermeer en IJsselmeer. In het Markermeer was er bestuurlijk veel aandacht voor zowel fysieke, bestuurlijke, maatschappelijke en ecologische aspecten. Ondanks pogingen daartoe is geen ruimte gevonden voor experimenteren in het Markermeer. Er waren teveel verweven partijen actief, er speelden veel belangen en er waren al te veel ontwikkelingen gaande (ANT, TMIJ). In het IJsselmeergebied ontbrak die drukte, eerder was sprake van een bijna tegengestelde situatie, de noodzaak tot (integrale) ontwikkeling voor de gehele Friese IJsselmeerkust werd pas net onderkend. En daarmee, bestond er op dat moment, geen kapstok voor experimenteren met Building with Nature.
Interventie
Vanuit het Ecoshape-Building with Nature programma is fors en resoluut ingezet op realisatie aan de Friese IJsselmeerkust. Daartoe is een campagne gericht op bestuurders en ambtelijk apparaat ingezet. Er is gebruik gemaakt van een gebeurtenis en meegelift op de daardoor ontwikkelde regionale agenda’s. De gebeurtenis betrof het ontkoppelen van het Markermeer en het IJsselmeergebied door de commissie Veerman en de mogelijkheid dat het peil van het IJsselmeer (aanzienlijk) verhoogd zou worden. Dit definieerde de speelvelden en de omstandigheden op de speelvelden opnieuw. De coalitie van regionale partijen vonden elkaar in Friesland in verzet tegen peilstijging. Bij het toenmalige Ministerie van Ruimte en Infrastructuur deed dit het besef ontstaan dat voor de toekomstige samenwerking (nu bekend als het Deltaprogramma IJsselmeer) gewerkt moest worden aan goede relaties met deze regionale partijen; de verbinding met regionale partijen werd mede vanuit het ministerie gesuggereerd en bespoedigd. Experimenteren met Building with Nature is omarmd door regionale partijen als kansrijke strategie om zich voor te bereiden op een mogelijke peilstijging van het IJsselmeer.
Leereffect
De experimenteerruimte kan dus zowel beperkt worden door (te) veel urgentie als door (te) weinig urgentie. In Friesland leidde de peildiscussie tot een urgente behoefte om meer te leren over het systeem aan de Friese IJsselmeerkust en de mogelijkheden dit te sturen. Voor Building with Nature experimenten gaf deze gebeurtenis de ruimte om te verbinden met de provincie Friesland, het waterschap en It Fryske Gea en met hen te experimenteren. Wat geleerd is, is goed te letten op de gebeurtenissen die de kans bieden op urgentie en experimenteerruimte en inspanningen en interventies daarop af te stemmen. Timing is essentieel, evenals begrijpen en aanvoelen wanneer toegang ontstaat.
Omschrijving
De onzekerheid over geschikte locaties, vorm en omvang van de experimentele suppleties was aanzienlijk. Niet enkel ten aanzien van het fysieke systeem, ook ten aanzien van de ambities en agenda’s van het sociale systeem en dus wat betreft een mogelijk draagvlak voor of juist verzet tegen experimenten.
Interventie
Er is een randvoorwaarden studie uitgevoerd om hydrologische, morfologische, ecologische en governance kennis samen te brengen en te integreren. Daarbij zijn ook de belangrijkste overheden en stakeholders betrokken. Communicatie en uitwisseling met hen was daarbij zeker niet ondergeschikt aan de technische systeemanalyse.
Leereffect
Het uitvoeren van een analyse die naast het fysieke systeem (ecologie, morfologie en hydrologie) ook het sociale systeem meeneemt biedt meerwaarde. Op deze wijze konden agenda’s en belangen goed worden vertaald in functionele eisen en nam het inlevingsvermogen toe. Uit het sociale systeem kwam de wens om de potentie van suppleties voor natuurontwikkeling, recreatie en kustveiligheid te onderzoeken. Zo werd het leren over het systeem als punt op de horizon omgezet in een meer concrete agenda.
Omschrijving
koppelen van projecten met een eigen dynamiek, planning en eigenaren.
Veel dijken in het benedenrivierengebied kennen een heel gedifferentieerd beeld van een aaneenschakeling van losse individuele initiatieven, zonder een planmatige ontwikkelstrategie. Hierdoor ontstaat een stapeling van functies op en rond de kering wordt de fysieke ruimte voor toekomstige dijkversterkingsopgaven beperkter zonder daarbij sterk te hoeven ingrijpen op deze functies. De functies houden geen rekening met elkaars toekomstige opgaven en belasten deze onbewust.
Iedere nieuwe ruimtelijke ontwikkeling kent zijn eigen inhoudelijke complexiteit en dynamiek, zijn eigen actoren met belangen en zijn eigen doorlooptijd. Er vindt (ongecontroleerd) een continue stroom van allerlei ontwikkelingen (van kortlopende tot structurele langdurige ingrepen) op en rond de keringen plaats. De behoefte aan een strategie waarbij koppelkansen worden geoptimaliseerd wordt steeds dominanter.
Interventie
flexibiliteit in tijd en ruimte
Voor de ontwikkeling van multifunctioneel gebruik van waterkeringen zullen opgaven gekoppeld moeten worden in tijd en ruimte. Belangrijk onderscheid in aanpak volgt uit de vraag of de waterveiligheidsopgave en/of de ruimtelijke ordeningsopgaven flexibel zijn in tijd en opgeschoven kunnen worden zodat ze met elkaar kunnen samenvallen. Zijn opgaven te synchroniseren waardoor deze tegelijkertijd aangepakt kunnen worden? Als dit zo is, dan kan een opgave direct integraal aangepakt worden.
Als dit niet het geval is, is het zaak om bij het aanpakken van een bepaalde opgave te anticiperen op mogelijke toekomstige opgaven. In dit geval komt een andere vorm van flexibiliteit naar boven: anticiperen. Anticiperen staat voor het treffen van (korte termijn) maatregelen die inspelen op toekomstige opgaven. Ruimtelijke opgaven kunnen anticiperen op toekomstige waterveiligheidsopgave en visa versa.
Leereffect
- Voor synchronisatie en anticipatie is samenwerking tussen organisaties essentieel. Deze samenwerking gaat om het verbinden van belangen in het perspectief van de tijd. Dit betekent dat kaders en agenda”s van een organisatie zich moeten aanpassen op kaders en agenda”s van andere organisaties.
- Een integrale programmatische aanpak tussen publieke partijen behoeft een gezamenlijke beleidskader. Als instrument kan gewerkt worden met een “omgevingsvisie dijken” in een breed perspectief en voor de lange termijn.
- Voor het vergroten van de koppelkansen moet ook de starheid van het financiële stelsel opengebroken worden. Middelen moeten flexibel ingezet kunnen worden zodat de programmering afgestemd kan worden op het synchronisatieproces van beheerder en omgeving.
- Flexibiliteit in tijd en ruimte maakt verknoping van lange- en korte termijn opgaven mogelijk.
Het is moeilijk om je in te leven in ander. Ook hebben mensen vaak al een vooringenomen beeld in hun hoofd van wat het belang van de andere partij in het innovatieproces is. Daarnaast zijn er verschillende perspectieven, waaruit men handelt. Uiteraard heeft elke partij zijn eigen belang. Heel basic, karikaturaal geschetst, ziet dit er als volgt uit:
Aannemer: betonmolen laten draaien
Overheid: geen bestuurlijk risico
Ingenieursbureau: uren draaien
Kennisinstelling: kennis inbrengen en broek ophouden.
Daarbij blijkt dat de rol en belangen van een partij per fase in het traject verandert. Dit zorgt voor een “natuurlijk” spanningsveld. Bij in werking stellen van de driehoek moet ervoor gezorgd worden dat er juist van dit spanningsveld op een goede manier gebruik gemaakt kan worden. Een suggestie om met deze innovatiehobbel om te gaan is het stimuleren van inlevingsvermogen. Een goede dialoog met elkaar aangaan waarin iedereen oprecht in elkaar geïnteresseerd is, is hierbij een belangrijk startpunt. Dit kan ook door je af en toe bewust in de ander te verplaatsen, maar ook door de tijd te nemen elkaar te leren kennen en te begrijpen wat anderen drijft. De ambitie is om een serious game te ontwikkelen waarin het proces van innoveren in de driehoek wordt gesimuleerd. Voor updates, zie nieuws.
Praktijkervaringen
Omschrijving
De introductie van IP technologie betekent ook de introductie van een ander kennisspecialisme, dan tot nog toe leidend is aan boord van schepen. Deze verschuiving van het zwaartepunt in competenties is inmiddels in meerdere deelgebieden van scheeps- en offshorebouw zichtbaar. Systeembeheerders, computerspecialisten en programmeurs zijn de belangrijkste kennisdragers voor IP technologie, terwijl de kerncompetentie rondom de bestaande elektrotechnische communicatiesystemen zich concentreert rond elektrotechniek en elektronica.
Interventie
Leereffect
Met de introductie van IP technologie worden in diverse geledingen van de keten ook computerspecialisten en systeembeheerders binnengehaald, om de aanleg en het beheer van IP netwerken te coördineren. Enerzijds botst deze specialisatie soms met de (leidende) elektrotechnische invalshoek, anderzijds wordt getracht meerdere op IP gebaseerde systemen, alsmede de hiervoor benodigde netwerken, parallel naast elkaar aan boord te brengen. De afstemming op elkaar (protocol, connectoren, type en lengte bekabeling e.d.) verloopt niet altijd optimaal.
Omschrijving
Voor de provincie was de zandmotor vooral meer recreatie ruimte en een grotere veiligheid, dus argumenten die vooral de bewoners van de kustgemeenten aan zullen spreken. Het recreatieruimtekort gesignaleerd in het ‘Zuidvleugeldebat’ zadelde de provincie op met concrete recreatieruimte doelstellingen. Daar paste steun voor ‘experimenteren met kustonderhoud ten laste van de burgers’ zeker niet bij. Steun van de provincie en zeker een financiële bijdrage van de provincie moest gewoon hard, tastbaar, verantwoord worden.
Dat paste niet bij presentatie van Waterdienst die het idee Zandmotor aanvankelijk presenteerde als een morfologisch experiment voor kustonderhoud, waarvoor ook onder water varianten en eilanden reële alternatieven vormden. De regionale directie van Rijkswaterstaat wilde natuurlijk graag het noodzakelijk kustonderhoud zoveel mogelijk in de pilot stoppen en hadden daarom een voorkeur voor een locatie ten zuiden en nabij Ter Heijde, de plaats met de grootste onderhoudsbehoefte.
Interventie
De interventie werd ingezet door de Waterdienst, die de positie van RWS verbreedde, het ‘experiment’ centraal stelde en op zoek ging naar oplossingsruimte in andere functies en bij andere partijen. De interventie betrof een verandering in scope. Toen eenmaal de impasse onder ogen werd gezien en niet meer in eerste instantie gestuurd werd op een zo groot mogelijke kosteneffectiviteit, werd er meer gekoerst over de boeg van innovatie en de functies recreatie en natuur. En daardoor ontstond de noodzakelijke ruimte om partijen verder op te lijnen.
Concreet werd vervolgens een workshop georganiseerd in Den Haag waar de inzet was het genereren van een set alternatieven die in het MER zouden worden vergeleken. In de workshop was op zich geen sprake van het doen van een keuze, maar vooral van het inkaderen van de scope, welke alternatieven wel en niet te beschouwen. Daarmee stond feitelijk wel de discussie locatie-vorm centraal, uitgewerkt naar de triade kustonderhoud-natuur-recreatie.
Leereffect
1 Het aanpassen van de argumentatie kan impasses doorbreken: Wat geleerd is over het verloop van het proces is dat elke partij probeert de voor hem relevante argumentatie aan het project te koppelen en zo nodig op deze argumentatie ook het ontwerp aan te passen. Het aanpassen van de argumentatie kan de (ontwerp)ruimte bieden om een impasse te doorbreken. Een experiment alleen als experiment presenteren kan nooit op voldoende draagvlak rekenen.
2 Continu aandacht voor het beïnvloeden van argumentaties en framen van een experiment is nodig: In de MER gerelateerde workshop over varianten en functies zijn stappen gezet, die terugkijkend, medebepalend zijn geweest. Maar natuurlijk hebben voorafgaand aan de workshop en ook daaropvolgend vergelijkbare processen van argumentatie vinden, argumentatie beïnvloeden en experiment framen plaatsgevonden. Zo zijn de alternatieven uit de workshop nog verder aangepast en zijn ook nog enkele nieuwe varianten in ogenschouw geweest, zoals varianten op de onderwatersuppletie, maar omdat de provincie in alle gevallen voor de recreatie de zandmotor boven water wilde zien, zijn deze ook afgevallen. Het framen gebeurde daarbij op verschillende niveaus, binnen de projectgroep en op bestuurlijk niveau, soms met verschillende accenten wat betreft de argumentatie. Zo was voor de provincie extra recreatieruimte bepalend zonder dat dit aan een expliciete en toegankelijke locatie was gekoppeld. De gemeenten vooral de ongestoorde ontwikkeling van de badplaatsen.
3 Besef dat, achteraf bezien, iedere bijeenkomst uit een hele reeks cruciaal kan zijn: Tijdens de workshop werden varianten ontwikkeld, getekend en bediscussieerd. Waar sommige partijen defensief binnenkwamen en bijvoorbeeld een meer zuidelijke onderwatervariant wilden, of daar juist mordicus tegen waren, of met heel specifieke denkbeelden over de recreatievarianten, opende de workshop de ruimte voor het zoeken naar de mogelijkheden en synergie waar het locatie en vorm in de triade kustveiligheid, natuur en recreatie betrof. Dat had niet zo hoeven lopen in deze bijeenkomst. De les is ook niet dat een MER gerelateerde workshop cruciaal is maar dat in de schaduw van beweging bij een belangrijke partij kansen ontstaan en dat in een reeks van bijeenkomsten alleen achteraf duidelijk is waar grote sprongen voorwaarts zijn gemaakt. De crux is het orkestreren van het gehele proces van bestuurlijke, projectgroep en stakeholderbijeenkomsten, zodanig dat een duidelijk Leitmotiv duidelijk wordt, dissonanten worden voorkomen en kansen benut worden.
- bij complexe processen vooruitdenken om vertraging in kritische planning eigen projectdoelen de baas te blijven
- projectleiders per deelproject tijdig aanstellen
Te weinig kennis wordt direct toegepast door het bedrijfsleven of de overheid in haar primaire processen. Er is een gebrek aan valorisatie van kennis; overgang van theorie naar praktijk. Dit heeft te maken met een gebrek aan ondernemersschap bij de kennisinstellingen en met de communicatie tussen kennisinstellingen en markt. Tegelijkertijd heeft kennis ook een waarde, welke gezien de politieke ontwikkelingen (meer privatisering/ korten op subsidies) in toenemende mate kosten met zich meebrengt. Hier is niet iedereen zich altijd bewust van. Zie ook: de innovatiehobbel waarde van kennis.
Een suggestie om deze innovatiehobbel te overbruggen is het opnemen van een valorisatieparagraaf door promovendi in hun proefschrift. Hierdoor worden onderzoekers getriggerd om ook vanuit een commerciële invalshoek naar de resultaten van het onderzoek te kijken.
Praktijkervaringen
Omschrijving
De introductie van IP technologie betekent ook de introductie van een ander kennisspecialisme, dan tot nog toe leidend is aan boord van schepen. Deze verschuiving van het zwaartepunt in competenties is inmiddels in meerdere deelgebieden van scheeps- en offshorebouw zichtbaar. Systeembeheerders, computerspecialisten en programmeurs zijn de belangrijkste kennisdragers voor IP technologie, terwijl de kerncompetentie rondom de bestaande elektrotechnische communicatiesystemen zich concentreert rond elektrotechniek en elektronica.
Interventie
Leereffect
Met de introductie van IP technologie worden in diverse geledingen van de keten ook computerspecialisten en systeembeheerders binnengehaald, om de aanleg en het beheer van IP netwerken te coördineren. Enerzijds botst deze specialisatie soms met de (leidende) elektrotechnische invalshoek, anderzijds wordt getracht meerdere op IP gebaseerde systemen, alsmede de hiervoor benodigde netwerken, parallel naast elkaar aan boord te brengen. De afstemming op elkaar (protocol, connectoren, type en lengte bekabeling e.d.) verloopt niet altijd optimaal.
Projecten in de GWW zijn vaak complex van aard met veel betrokken partijen. De opdrachtgever heeft de eindverantwoordelijkheid in dit proces. Een professioneel opdrachtgever heeft de uitdaging om de visie te bewaken, bestuurder te zijn en procesbewaker (inhoudelijke en procesmatige sturing) om het project te laten slagen. Om dit voor elkaar te krijgen is voldoende kennis van het proces en de risico”s die daarmee samenhangen zowel in financiële, technische als juridische zin van belang.
Een belangrijk onderdeel van professioneel opdrachtgeverschap is ook probleemarticulatie. Opdrachtgevers zijn vaak onvoldoende in staat een probleem goed te formuleren, denken al erg in oplossingen. Dit werkt belemmerend voor de oplossingsruimte.
Grote projecten in de GWW sector zijn eenmalig. Voor kleinere opdrachtgevers, zoals bijvoorbeeld kleinere gemeenten kan het voorkomen dat zij slechts een enkele maal een brug moeten vervangen. Door te beperkte herhaling in opdrachten zijn opdrachtgevers soms niet in staat om professioneel opdrachtgever te zijn.
Praktijkervaringen
Binnen de water- en infrasector wordt er veel gewerkt op basis van projecten. Men is onvoldoende in staat kennis die opgedaan wordt in projecten te vertalen naar andere projecten. Dit is zonde, omdat hiermee kennis en competenties niet meegenomen worden en er inefficiëntie kan ontstaan (reinventing the wheel). Dit probleem dient zicht met name aan bij de vertaalslag van grote projecten naar kleine projecten. Klein en groot mengt slecht. Er is winst te behalen door te kijken naar hoe men kan leren van grote projecten voor kleine projecten.
Praktijkervaringen
Omschrijving
De samenstelling van een ontwerpteam bepaalt in hoge mate de focus van waaruit en de scope waarmee gewerkt wordt. Het werken met een smalle focus gericht op enkel effectiviteit van gesuppleerde kubieke meters als vernieuwende kustverdedigingsstrategie leidt niet tot het slaan van bruggen met andere perspectieven. Monofunctionele ontwerpen leiden tot gebrekkig draagvlak bij regionale en lokale partijen. Van meet af werden verschillende partijen met meerdere belangen tot het ontwerpproces toegelaten. Dit leidde tot een interdisciplinair ontwerpproces waarover regie gevoerd moest worden.
Interventie
Drie interventies zijn uitgevoerd, in de eerste plaats het creëren van een partnerverband met 12 organisaties, in de tweede plaats het werken met een sterk interdisciplinair ontwerpteam en in de derde plaats, waar nodig naar bevind van zaken ontbrekende expertise toevoegen, bijvoorbeeld rond het vraagstuk van de ontwikkeling van een getijdengeul en slib op het strand en de effecten op grondwaterstand en zout intrusie.
Leereffect
Geleerd is over het proces dat pas gaandeweg de belangen ingebracht door diverse partijen uitkristalleren en met elkaar consistente patronen vormen, het ging daarbij vooral om de combinatie van vorm en locatie. Het volume, en impliciet ook de effectiviteit van een megasuppletie, was daarbij een van de parameters waarmee gezocht moet worden naar een voor alle partijen acceptabel ontwerp.
Geleerd is ook dat de samenstelling van een ontwerpteam (en van een consortium ) in belangrijke mate bepalend is hoe het experiment er uiteindelijk uit zal zien. Bijvoorbeeld betrokken Waddenzee georiënteerde marine ecologen bleken ook tijdens een ontwerpworkshop Zandmotor te denken in termen van lagunes en groene stranden; elementen die uiteindelijk terug te vinden zijn in het ontwerp. De ecologen meer thuis langs de Hollandse kust legden meer nadruk op onderwatersuppletie ter versterking van het proces van natuurlijke duinvorming. Betrek je een landschapsarchitect dan drukt deze ook een stempel, overigens net als iedere deskundige die per definitie vanuit een bepaald vertrekpunt en perspectief werkt.
Omschrijving
De kennis die de experts aanleverden conflicteerde op wezenlijke punten met de kennis aanwezig bij partijen en personen in lokale arena’s. Met name bij de voorbereiding van het experiment in Hindeloopen kwam dit naar voren. Gebrek aan vertrouwen in de expertkennis leidde tot gebrekkige legitimiteit van het initiatief.
Interventie
De waargenomen lokale weerstand tegen een experimentele zandsuppletie in het systeem gaf aanleiding tot de organisatie van gezamenlijk workshops. Vanuit een ‘wij gaan met jullie aan de slag’ houding ‘maar onbepaald en open is de vraag waar we gezamenlijk uitkomen’ is kennis uit wetenschappelijke bronnen en modellen geconfronteerd met kennis van lokale professionals en leken. Daartoe zijn enkele bijeenkomsten georganiseerd die elk enkele uren geduurd hebben.
Leereffect
Het experiment is herijkt op basis van een traject van kennisconstructie. Bijvoorbeeld kennis omtrent de dominante windrichting (ZW volgens wetenschappelijke bronnen, NW volgens een lokale kite-surfinstructeur) en morfologische en ecologische eigenschappen (erosiekust en blauwalg) werden samengebracht. Uiteindelijk heeft dit geleid tot het afzien van het suppletie experiment op deze plaats op dat moment. Het traject van kennisconstructie wordt voortgezet voor het lokale systeem in een geografisch ruimere context. Het effect is dus ook dat de belemmering door het gebrek aan vertrouwen hanteerbaar is gemaakt.
Functioneel specificeren is lastig. Het bedrijfsleven krijgt minder ontwerpvrijheid dan ze zouden kunnen krijgen. Hierdoor lijkt de oplossingsruimte kleiner dan ze vaak is, waardoor innovatieve oplossingen niet boven komen drijven. Daarnaast is het lastig om prestatie-indicatoren te ontwikkelen voor toepassingen die nog niet bestaan. Het is nog onbekend hoe de innovatie zal werken en hoe de omgeving daarop zal reageren.
Een suggestie is om gezamenlijk het gesprek aan te gaan over functionele eisen en proberen tot een gezamenlijk ontwerp te komen. Dit vraagt om andere competenties bij alle partijen, aangezien er een gesprek over functionele eisen gevoerd moet worden in plaats van technische eisen. De gevraagde competentie gaat in op een combinatie van abstract denken-inhoudelijke kennis en systems engineering kennis.
Praktijkervaringen
Omschrijving
De kennis die de experts aanleverden conflicteerde op wezenlijke punten met de kennis aanwezig bij partijen en personen in lokale arena’s. Met name bij de voorbereiding van het experiment in Hindeloopen kwam dit naar voren. Gebrek aan vertrouwen in de expertkennis leidde tot gebrekkige legitimiteit van het initiatief.
Interventie
De waargenomen lokale weerstand tegen een experimentele zandsuppletie in het systeem gaf aanleiding tot de organisatie van gezamenlijk workshops. Vanuit een ‘wij gaan met jullie aan de slag’ houding ‘maar onbepaald en open is de vraag waar we gezamenlijk uitkomen’ is kennis uit wetenschappelijke bronnen en modellen geconfronteerd met kennis van lokale professionals en leken. Daartoe zijn enkele bijeenkomsten georganiseerd die elk enkele uren geduurd hebben.
Leereffect
Het experiment is herijkt op basis van een traject van kennisconstructie. Bijvoorbeeld kennis omtrent de dominante windrichting (ZW volgens wetenschappelijke bronnen, NW volgens een lokale kite-surfinstructeur) en morfologische en ecologische eigenschappen (erosiekust en blauwalg) werden samengebracht. Uiteindelijk heeft dit geleid tot het afzien van het suppletie experiment op deze plaats op dat moment. Het traject van kennisconstructie wordt voortgezet voor het lokale systeem in een geografisch ruimere context. Het effect is dus ook dat de belemmering door het gebrek aan vertrouwen hanteerbaar is gemaakt.
Omschrijving
De onzekerheid over geschikte locaties, vorm en omvang van de experimentele suppleties was aanzienlijk. Niet enkel ten aanzien van het fysieke systeem, ook ten aanzien van de ambities en agenda’s van het sociale systeem en dus wat betreft een mogelijk draagvlak voor of juist verzet tegen experimenten.
Interventie
Er is een randvoorwaarden studie uitgevoerd om hydrologische, morfologische, ecologische en governance kennis samen te brengen en te integreren. Daarbij zijn ook de belangrijkste overheden en stakeholders betrokken. Communicatie en uitwisseling met hen was daarbij zeker niet ondergeschikt aan de technische systeemanalyse.
Leereffect
Het uitvoeren van een analyse die naast het fysieke systeem (ecologie, morfologie en hydrologie) ook het sociale systeem meeneemt biedt meerwaarde. Op deze wijze konden agenda’s en belangen goed worden vertaald in functionele eisen en nam het inlevingsvermogen toe. Uit het sociale systeem kwam de wens om de potentie van suppleties voor natuurontwikkeling, recreatie en kustveiligheid te onderzoeken. Zo werd het leren over het systeem als punt op de horizon omgezet in een meer concrete agenda.
Omschrijving
De beschikbare kennis over met name de optimale ontwerpparameters voor oesterriffen was beperkt. Voorafgaande proeven met riffen van losse schelpen en bio-blokken hadden niet de gewenste effecten opgeleverd. Met name de stabiliteit liet te wensen over. Ook het zicht op de kosten voor aanleg was beperkt. Dat is lastig als het budget beperkt is. De te overwinnen belemmering lag in de omgang met deze onzekerheden.
Interventie
Er is gekozen om een traject met kleine proeven van enkele vierkante meters in 2009 en pas daarna drie grote riffen te ontwerpen en te realiseren, in 2010. Zo werden de risico’s beperkt en werd meer zicht verkregen op hoe het rif aan te leggen, de aanpak kan als ‘learning by doing’ worden gekarakteriseerd. De meest kansrijke uitvoeringstechniek is vervolgens toegepast. Ook werd verkend wat een vierkante meter kost. Nadeel van deze getrapte aanpak is wel een kortere beschikbare periode voor monitoring binnen het voorziene tijdspad van het project.
Leereffect
Van klein naar groot experimenteren, learning by doing, kan helpen om onzekerheden te hanteren en budget te ontzien. Een klein experimenteel rifje van enige vierkante meters bleek een stabiel substraat te bieden voor oesterlarven om zich te hechten en tegelijkertijd sedimentatie te bevorderen in de luwte van het rif, dat gaf vertrouwen. Het is wel nodig om met een experiment van voldoende omvang te eindigen om beter zicht op effecten en valorisatie te verkrijgen. Er ontstond ook meer zicht op de kosten van aanleg zodat de experimentele grotere riffen zo groot mogelijk gedimensioneerd konden worden, gezien het budget.
Omschrijving
Door TTT zijn nog slechts een beperkt aantal op IP gebaseerde systemen in de markt uitgezet. Het blijkt erg lastig, om vanuit bestaande, op conventionele technologie gebaseerde, besteksinformatie te komen tot een hoogwaardiger, veelzijdiger of uitgebreider product, tenzij de kostprijs minimaal gelijk of lager is dan het conventionele alternatief. De bestekseisen wijzigen in veel gevallen slechts langzaam, en ook als de eindklant positief is over innovatieve technologie, blijkt de letter van de bestekstekst alsmede het gegeven budget vaak leidend. De terugverdieneffecten van deze nieuwe technologie zijn niet altijd direct en expliciet zichtbaar, waardoor een drempel bestaat om te investeren. Ook liggen de terugverdienmogelijkheden vooral bij de systeemgebruiker en niet bij de kopende klant.