Nieuw project gestart: KIMA2.0: Met Marker Wadden naar een robuust en klimaatadaptief Markermeer
In het IJsselmeergebied leiden harde oevers en kunstmatig peilbeheer, ten behoeve van watervoorziening en veiligheid, tot problemen met de slibhuishouding en natuurlijke ontwikkeling van land-waterovergangen en waterbodems. In het Markermeer heeft dit geleid tot een drastische achteruitgang van de waterkwaliteit en de natuurwaarden. Marker Wadden is een eilandengroep dat in 2016 volgens het “Building with Nature” principe is aangelegd met als doel de achteruitgang van het ecosysteem in het Markermeer tegen te gaan. De intentie is dat Marker Wadden kan uitgroeien tot een voedselrijk rietmoeras die bijdraagt aan een robuust en klimaatadaptief Markermeer. In hoeverre dat lukt, hangt af van de mate waarin natuurlijke processen ontstaan die de nadelen van de kunstmatige inrichting en peilbeheer kunnen verzachten. De onderzoeksresultaten van het Kennis- en Innovatieprogramma Marker Wadden (KIMA1.0, 2017 -2022), gericht op het functioneren van de eilanden zelf en op de invloed op de direct omringende wateren, laten zien dat het ecosysteem nog volop in ontwikkeling is en dat er nog een aantal vragen liggen die voor het toekomstig beheer en het behalen van de gebiedsdoelen van groot belang zijn.
In het vervolgproject KIMA2.0 ligt de focus daarom op de lessen en vragen met betrekking tot het functioneren van Marker Wadden als motor voor een duurzame ontwikkeling van het hele Markermeer en de duurzame instandhouding van de Marker Wadden zelf, zowel in fysieke zin als qua natuurwaarden. Hiervoor richten we ons op de interactie tussen de ecologische processen die plaatsvinden op de eilanden, in het onderwater landschap tussen de eilanden en het meer rond Marker Wadden. Doel is meer inzicht te krijgen in de voedsel- en slibstromen tussen Marker Wadden en de omgeving, de rol van peilregimes in de ontwikkeling van een robuust en klimaatadaptief rietmoeras, en het opstellen van een handelingsperspectief voor het onderhoud van de eilanden. We integreren veldmonitoring met modellering en onderzoek gebruikmakend van ontwikkelde methodes en ervaringen bij KIMA1.0.
KIMA2.0 gaat de kennisontwikkeling en -uitwisseling die in gang is gezet tijdens KIMA1.0 verder stimuleren. Vanaf het eerste ontwerp van het monitoringsplan tot het eind van het hele project worden stakeholders en experts nauw betrokken middels workshops, veldbezoeken en gezamenlijke monitoring. Zo worden hun ervaringen en inzichten meegenomen en wordt de kans op praktijktoepassing groter. De resultaten van KIMA2.0 worden actief en breed gedeeld o.a. via het KIMA congres en fora als NKWK (onderzoekslijn Grote Wateren- Marker Wadden) en de tafel Benificial Use of Sediments van EcoShape. De uitkomsten van KIMA2.0 zullen daarmee relevant zijn voor zowel Nederland als internationaal met het oog op gebieden die kampen met een sliboverschot, achteruitgang van het ecosysteem, of ontbreken van land-waterovergangen.